De Grote Verdoemenis.
In de 17e eeuw was het bekend als een klein,
met water omringd gebouw en werd het ‘het Hof Terlinden’ genoemd.
De familie Terlinden, wellicht van dit landgoed afkomstig, speelde
vanaf het begin van de 17e eeuw een rol in het stadsbestuur.
Het oude goed werd omschreven als een klein
kasteel, omgeven door een brede vijver en voorzien van twee ronde
torentjes; de toegangsweg was afgebakend met grote eikenbomen.
Het huidige kasteel zou in 1775 gebouwd zijn
door Jaak Angelus Dierickx, voorzitter van de Raad van Vlaanderen.
De naam Grote Verdoemenis werd populair tijdens de Brabantse
Revolutie, wegens het verblijf aldaar van deze Dierickx, die als
vooraanstaand ambtsdrager onder de Oostenrijkers door de patriotten
werd veracht. Tussen 1775 en 1802 zorgde Jaak-Angelus Dierickx ook
voor de aanleg van het park. Het domein was toen 7ha 50a groot.
Volgens een oude kaartenatlas van Petrus Martinus Marianus Reinbout
was dit een speeltuin met een formele aanleg. De wegen en omwalling
rond het park zijn tot nu toe ongewijzigd gebleven.
Nadien werd het eigendom van Baron Van der
Noot de Vreckhem, gewezen Burgemeester van Aalst (1833-1848). In
1910 stond het kasteel Terlinden, groot 7 ha 36 a 26 ca,
toebehorend aan Eugeen Jelie, te koop. Deze had het geërfd van zijn
eerste vrouw, een dochter van Van der Noot.
In de aankondiging van de verkoping leest men
dat het kasteel "paalende met de Dreef aan den grootsten steenweg
van Brussel naar Oostende, maar honderd meters verwijderd is van
een tramhalt en dat men gaat op vijf en twintig minuten naar de
statie van Aalst. Schoon en welgelegen, ver van alle
nijverheidsgestichten, bevat de eigendom een allerschoonst park,
met eeuwenoude boomen en vischrijke vijvers, eene ruime woonst met
alle aanhorigheden, hovingen, boomgaarden, paardenstallen,..., eene
hofstede met stallingen; het alles afgesloten door muren, hagen en
daarover grachten."
In 1913 werd het domein verkochte aan L.
Geerinckx en werd een nieuw hoofdgebouw opgericht in
neotraditionele stijl. De twee zijvleugels uit 1775 en het
poortgebouwtje werden aangepast. De familie Geerinckx verkocht het
gehele domein in de jaren zestig aan een bouwfirma, die er twee
grote appartementsgebouwen oprichtte. In 1978 werd het
kasteeldomein zelf, toen nog 1 ha 87 a 28 ca, verkocht aan de stad
Aalst, die het park voor publiek openstelde. Het kasteel werd
ingericht als regionaal "Centrum voor Economie en Middenstand".
In het begin van de 18e eeuw verbleef hier
Pasquier Quesnel. Hij was een vooraanstaand jansenist (=oratoriaan)
die er zijn boek “Motif de droit du père Quesnel” schreef.
Het oorspronkelijke park werd de laatste jaren
sterk aangetast door verkavelingen. Na de bouw van de
appartementsgebouwen en verscheidene woningen rest er nog slechts
2ha.
Terlinden is ook bekend om zijn legende, het
wordt ‘Het kasteel van de Grote Verdoemenis’ genoemd. Een vroegere
bewoner zou er zijn vrouw vele jaren geleden vermoord hebben door
een nagel in haar hoofd te slaan. Hij begroef haar in de tuin,
ontgroef haar na enkele jaren en kookte haar hoofd af. De schedel
zette hij op zijn bureau zodat hij haar dagelijks kon zien. Toen
hij overleed, werd het kasteel te koop gezet, maar niemand wilde
het. Het kreeg de bijnaam ‘Het kasteel van Grote Verdoemenis’ omdat
het er zogezegd spookte.