Over de waarheid en de toedracht
van de feiten die zich hier heel lang geleden afspeelden is veel
gediscuteerd.
Het verhaal van Léon Trésignies is waarschijnlijk aangedikt,
geromantiseerd en voor propaganda gebruikt.
Mensen hebben nu eenmaal helden en heldenverhalen nodig.
Wat telt is dan in de beide wereldoorlogen duizenden levens
nutteloos verloren gingen.
Op deze plaats kreeg één van de duizenden verloren levens een
gezicht..
Het graf van Léon Trésignies is terug te vinden achter de kerk op
een steenworp van deze locatie.
Dit is het verhaal van Korporaal
Trésignies Léon hoe het opgetekend staat.
Op 18 augustus 1914 beslist koning
Albert het Belgisch veldleger terug te trekken naar de vesting
Antwerpen. De Duitsers focussen zich op de zwenkbeweging naar het
zuidoosten en laten de Belgen even ongemoeid. Ze denken dat het
Belgisch leger zo goed als uitgeschakeld is en laten enkel het 3de
reservekorps achter om de vesting Antwerpen te bewaken.
De Belgen besluiten een algemene aanvalspoging naar het zuiden uit
te voeren. Niet met als doel door te stoten, maar om de
communicatielijnen van de Duitsers te verstoren en hen te beletten
nog meer troepen van Antwerpen over te plaatsen. Deze aanval moet
helpen de druk op de Franse troepen tussen Namen en Givet te
verminderen, want daar heeft Joffre een nieuwe aanval
aangekondigd.
Een eerste uitval heeft plaats op 25 en 26 augustus. De Belgen
vallen aan over een front van 25 km breed tussen Wolvertem en
Leuven. De rechterflank van de Belgen wordt gevormd door de 5de
divisie. Die moet langs beide zijden van het kanaal
Brussel-Willebroek optrekken. Het kanaal Brussel-Willebroek of het
zeekanaal verbindt Brussel via de Rupel met de Schelde. Een km of 3
ten noorden van Vilvoorde ligt aan het kanaal het gehucht Verbrande
Brug, dat zijn naam kreeg toen in 16de eeuw de Spanjaarden een van
de eerste versies van de brug in vlammen lieten opgaan.
Langs de westkant van het kanaal moet de groepering Coveliers de
vijand binden op de lijn Grimbergen-Wolvertem. Ook moet ze de
aanval op de oostelijke oever met artillerievuur ondersteunen. De
groepering raakt de 25ste echter maar halverwege. De 26ste krijgen
ze het bevel de aanval te verleggen richting Verbrande Brug, maar
ze raken ook die dag niet dichter dan 3 km bij hun
aanvalsdoel.
Op de oostelijke oever is het aanvalsdoel Eppegem en het
Zennegebied ten zuidwesten ervan. De 16de brigade wordt hiervoor
gesplitst in een groepering Sults en een groepering Van Grasdorf.
De groepering Van Grasdorf bestaat uit het 2e regiment Jagers te
voet, het 1ste linieregiment en het 5de artillerieregiment en neemt
de zuidelijke route voor zijn rekening.
Op de flank van hun aanvalsroute trekt het 2de bataljon van het 2e
Jagers te voet de 25ste richting Verbrande brug. De brug is
opgehaald en er zijn verdedigingsstellingen opgeworpen op de
westelijke oever. Pogingen om de westelijke kanaaloever te bezetten
mislukken. Door een misverstand verlaat het 2de bataljon rond 20
het gehucht u en trekt het richting Eppegem. Als de staf van de
16de brigade dit verneemt, wordt besloten de positie te laten
bezetten door het 3de bataljon van het 2de Jagers te voet. Die
komen daar aan tussen 20 en 21u.
In de ochtend van de 26ste krijgt de groepering Van Grasdorf (net
als de groepering Coveliers op de andere oever) bevel Verbrande
Brug in te nemen. In het centrum wordt de 2de compagnie van het 3de
bataljon van het 2de Jagers te voet opgesteld. Aan de overzijde van
het kanaal ligt het 3de bataljon van het 26 Reserve Infanterie
Regiment. Die verwachtten eerder een aanval uit noordelijke
richting en verleggen na de eerste schermutselingen hun front van
noordelijke naar oostelijke richting.
Een frontale aanval van de Belgen is zinloos, want de westelijke
helft van de brug is opgehaald. Er is maar één oplossing: iemand
moet het kanaal overzwemmen en de brug laten zakken. De
pelotonscommandant luitenant Wéry vraagt om een vrijwilliger. Eén
kandidaat biedt zich aan: ‘ik ga’, zegt soldaat Léon
Trésignies. Hij kleedt zich op zijn broek na uit, kribbelt snel
zijn naam op een briefje en laat zich het water in glijden.
Trésignies (intussen tot korporaal benoemd) kan ongezien de 25 m
naar de westelijke oever zwemmen. Nog altijd onopgemerkt door de
oeverberm komt hij tot aan het bruggewiel en begint eraan te
draaien. Tot grote consternatie draait het de brug eerst echter
verder omhoog.
Wat heeft de aandacht van de Duitsers dan toch naar Trésignies
geleid? Het geknars van de tandwielen of het bewegen van de brug?
Of hebben de andere soldaten te hard geroepen dat het rad naar de
andere kant moest gedraaid worden? Uiteindelijk is de brug al voor
een groot deel gezakt als de Duitsers hem opmerken. Trésignies
wordt neergeschoten. Het is 7 uur in de ochtend. De Duitsers zijn
nu echter gealarmeerd en de brug wordt onder vuur genomen. Er
worden geen pogingen ondernomen de brug over te steken.
Die voormiddag verneemt het hoofdkwartier dat de Fransen en Britten
het plan voor een gebundelde aanval hebben opgegeven en dat zij
terugtrekken naar centraal Frankrijk. Daarop beslist koning Albert
dat een verder zetting van de aanval zinloos is. Om 10u30 wordt de
terugtrekking van alle troepen richting vesting
bevolen.