De beide polders zijn recent geschikt gemaakt voor de opvang van water in perioden van extreme neerslag. Met deze noodberging kan wateroverlast in en rond de stad Groningen worden voorkomen. De maatregelen zijn uitgevoerd in het kader van het zogenoemde ‘Koploperproject’, een van de vier landelijke voorbeeldprojecten voor multifunctioneel ruimtegebruik.
´koploper´
De landschappelijke openheid van het beekdal van de Oude Aa, die contrasteert met het besloten landschap van de landgoederenzone aan de westkant en van de Hondsrug aan de oostkant, vormt een belangrijke waarde van het gebied. Vergeleken met vroeger is het beekdal wel minder open geworden door onder meer bosstroken langs de A28 en het Noord- Willemskanaal, maar in de polders Lappenvoort en Oosterland kunnen bezoekers het open karakter nog goed beleven. In het gebied herkenbare cultuurhistorische waarden zijn de oude lopen van de beek, de verkavelingspatronen en enkele gegraven waterlopen, zoals het Nieuwe Diep en de Eelderschipsloot. Deze elementen herinneren aan het oorspronkelijke beeksysteem en de ontginning van het natte hooilandgebied. De meest oorspronkelijke verkavelingen zijn in polder Oosterland te vinden. Het Nieuwe Diep was waarschijnlijk vroeger een smalle sloot die de kwel wegving van de flank. Later is zij verbreed en nu deels weer versmald. De Eelderschipsloot is gegraven om het vervoer over water te vergemakkelijken. Zij loopt van Eelde in een rechte lijn naar het oosten waar nu het Noord-Willemskanaal ligt maar waar vroeger de Drentse Aa liep.