Skip to content

Het Oude Kerkhof in Hasselt Traditional Geocache

This cache has been archived.

Frogfoot1: Game over !

More
Hidden : 4/28/2011
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   micro (micro)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:



Gelieve deze plaats met het nodige respect & waardering te betreden.
Er dient "niet" te worden gegraven, de stash ligt op een logische plaats !
Dagelijks geopend van 09:00 - 16:00



Een 19de-eeuwse parkbegraafplaats

Het Oud-kerkhof is een rustplaats voor vele Hasselaren die de voorbije eeuwen het aanzien van hun stad hebben meebepaald. Het is een mooi voorbeeld van de monumentale 19de-eeuwse parkbegraafplaatsen die na de franse revolutie ontstonden. Het is een boeiend park omwille van zijn vele monumentjes en zijn unieke bomen, planten en mossen.

Geschiedenis
In onze gewesten was begraven de meest voorkomende vorm van lijkbezorging. Naar het einde van de Bronstijd verdrong de crematie, die uit Centraal-Europa kwam, de begraving. Tijdens de Romeinse periode werden de lijken ook gecremeerd en de urnen werden onder tumili of grafvelden geplaatst.

In de 3de-4de eeuw, toen de kerstening van West-Europa begon, ontstonden de eerste geordende begraafplaatsen. Deze lagen steeds buiten de woonkernen. De Germaanse gelovigen bouwden bedehuizen ter ere van hun heiligen in de nabijheid van de begraafplaats.  Deze kerk lag in een latere periode meestal in het centrum van het dorp en de gestorven gelovigen werden op het kerkhof rond de kerk begraven, naarmate de bevolking groeide en werd ook het kerkhof vergroot dat vaak de hele kerk omsloot. Dat kerkhof was dan nog vak onderverdeeld in armen- en pestkerkhof, het rijkenkerkhof en een engelenkerkhof. Armen kregen vaak een tijdelijke rustplaats, de beenderresten werden na verloop van tijd overgebracht naar de knekelhuizen. De adel en de clerus werden in de kerk zelf begraven met een grafsteen met een grafschrift.

Op het einde van de 18de eeuw was begraving een probleem geworden, er moesten teveel mensen begraven worden op veel te kleine kerkhoven in de woonkernen. De hygiënische toestanden lieten op veel kerkhoven te wensen over zodanig dat de Franse koning Lodewijk XVI en de Oostenrijkse Keizer Jozef II in 1784 de begravingen in de kerken verboden en de sluiting van al de kerkhoven binnen de stadswallen gelastten. De nieuwe kerkhoven moesten buiten de stadswallen en op voldoende afstand van de wallen worden aangelegd. Terzelfder tijd bepaalden ze ook dat de kerkhoven ook moesten openstaan voor niet-gelovigen en andersdenkenden. Tevens moesten uit eerbied en ook om misbruiken te voorkomen de kerkhoven ommuurd zijn. De graven bleven zeer eenvoudig met kruisen.

Napoleon erkende in 1804 het recht op individuele begraving met grafsteen waar vele burgers gebruik van maakte wat leidde tot soms monumentale grafstenen.

Tijdens en na de eerste en tweede wereldoorlogen werden veel gesneuvelde soldaten op typische soldatenkerkhoven begraven. Vanaf 1930 is de crematie mogelijk en  de wet van 1971, die het einde van de eeuwigdurende vergunning betekende, werden ook de 19de-eeuwse parkbegraafplaatsen afgeschaft.

Begraven in Hasselt
In de 14de eeuw was Hasselt een welvarende centrumstad van het Graafschap Loon. Door de snelle aangroei van de bevolking was de parochiekerk, de huidige Sint Quintinus, snel te klein en werden er zijkapellen bijgebouwd. Rijke inwoners werden zowel in de St Quintinuserk als in andere kerken in de stad begraven. Zo werd de graaf van Loon Diederik van Heinsberg in 1361 in de kerk van de paters augustijnen begraven. Ook de witte nonnen van Sint Catharinadal kregen in 1441 de toestemming om een eigen kerkhof aan te leggen hiervoor moesten ze de pastoor van Hasselt wel jaarlijks acht vaten tarwe betalen.

De kerk van de abdij van Herckenrode was wellicht de belangrijkste begraafplaats, hier werden de graven van Loon begraven. Abdis Mechtildis de Léchy liet in 1532 hun geraamten in één graftombe verzamelen.

Buiten de gegoede burgerij konden zich weinig Hasselaren een grafkelder in de kerk veroorloven en werden dan ook op het "groot kerkhof" begraven. Dit kerkhof bestand uit drie van elkaar gescheiden delen: een voor de rijken, een voor de armen en een engelenkerkhof. De kerkhoven lagen aan de huidige Vismarkt waar de dekenij stond  en waren ingesloten door de huizen. Kerkhofschennis kwam toen vaak voor ondanks dat het een gewijd oord was belette  het de jeugd niet om daar te spelen, lawaai te maken en om het als stort te gebruiken.  Zodanig dat in 1575 het stadsbestuur verbood om lawaai te maken en mest te storten op het kerkhof. Blijkbaar stoorde onze voorvaderen zich hier niet aan want in 17de eeuw lezen we in en verslag van de aartsdeken dat het kerkhof niet was afgesloten en vol lag met vuilnis. Toen werd besloten om het kerkhof te ommuren en af te sluiten. Het ging slecht open op zon- en feestdagen.

Het kerkhof was ondertussen veel te klein geworden  maar pas tijdens de Franse periode werd het probleem  aangepakt. Zo verbood de franse overheid in 1796 alle begravingen op kerkhoven binnen de stadswallen ze gaf ook de toenmalige burgemeester Guillaume Stellingwerff en Jan Jacobs de opdracht uit te kijken voor de aanleg van een grotere begraafplaats buiten de stadswallen die ten minsten een half kwartier buiten de stadspoorten en aan de noordkant moest liggen.

Op 17 oktober 1796 keurden de municipale raad van Hasselt de aankoop van een perceel van 16 bunders goed. Dit lag in de Viltstraat, buiten de Kempische poort, en was eigendom van de zuster Bonnefanten van het Heilig graf. Het werd in twee delen verdeeld, een voor de gelovigen en een voor de niet-gelovigen en was gedeeltelijk omgeven met een haag. In 1807 kwam er een muur rond het kerkhof en in 1809 werd de centrale kapel met dodenhuisje gebouwd.
In 1864 werd de eerste aanvraag om concessies te kopen ingediend door de gemeenteraad werd besloten om enkel concessies te verlenen aan hen die een evenredige bijdrage aan de armenhuizen schonken. Dit had tot gevolg dat enkel de rijken zich een concessie konden veroorloven dit kan men nu nog zien aan de beroepen van de eerste concessiehouders nl advocaat, notaris, stoker enz...

De mogelijkheid om grafconcessies toe te kennen bestond reeds vanaf 1804. Bij aanvraag moesten de naam, voornaam en domicilie van de aanvrager vermeld worden evenals de omvang van de concessie en de prijs. Deze betaling moest gebeuren aan de gemeente, aan het Bureau van Weldadigheid  en aan de Burgelijke Godshuizen.

Ook dit nieuwe kerkhof werd al snel te klein en moest vergroot worden, in 1854 kwam er aan de voorkant en in 1864 een stuk aan de achterkant bij. De scheiding tussen gelovigen en niet-gelovigen bleef bestaan, men geraakte erop de gemeenteraad niet uit. Uiteindelijk zegevierde het gezond verstand en werd de scheidingsmuur afgebroken.

In 1930 was het kerkhof echt te klein geworden en werd er een nieuw kerkhof aangelegd aan de St Truidersteenweg aan de zuidkant van de stad. In de bestaande grafkelders mogen nog steeds mensen bijgezet worden maar begravingen in nieuwe graven zijn niet meer toegestaan.       

Enkele gebruiken
Volgens een verordening uit de 16de eeuw moesten de lijken van personen die aan een besmettelijke ziekte overleden waren, tussen 12 en 3 uur 's nachts begraven worden.

Het vervoer van de lijkkist van het sterfhuis tot aan de kerk gebeurde met paard en koets een gebruik waarvan enkel de gegoede burgerij gebruik van kon maken. Indien men geen koets veroorloven moest de lijkkist zelf dragen wat dan gewoonlijk gebeurde door de buren. mensen van buiten de stad plaatste de lijkkist meestal op een kar met stro en reden zo dan tot aan de stadspoort vanwaar dan de kist gedragen werd.

Ook een traditie was het aanzeggen van een overlijden, men ging van huis tot huis om het overlijden en de dag en het uur van de begrafenis mee te delen. Dit was de mondelinge voorloper van de latere doodsbrief. 

Additional Hints (Decrypt)

Ebpx/Cuvybzran

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)