Skip to content

Geologisch Monument Nieuw-Dordrecht EarthCache

This cache has been locked, but it is available for viewing.
Hidden : 1/4/2012
Difficulty:
2.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   not chosen (not chosen)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Related Web Page

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


(tekst en plaatjes gedeeltelijk overgenomen van de site van kijkeensomlaag, zie related web page)

Achtergrond Background

Ontdekking Discovery

Op 3 september 1921 werd in de Drentsche en Asser Courant een bericht gepubliceerd over de vermeende ontdekking van een nieuw hunebed:

NIEUWE HUNEBEDDEN ONTDEKT. De kantoorhouder te Klazienaveen, de heer M. de Jonge, schrijft ons d.d. 2 Sept.: Hedenmorgen op onderzoek uitgaande, volgens zeggen, dat er hunnebedden gevonden waren, onder afgegraven veen in de veenderij van de N.V. Veenderij en Turfstrooiselfabriek v.h. W.A. Scholten te Groningen, te Klazienaveen, kwam ik tot de ontdekking, dat die geruchten waarheid bevatten. Gedeeltelijk zijn de kolossale steenen bloot gegraven. Zoo ongeveer 1½ Meter veen is er afgegraven en dan komt men in het zand. Daar rusten de steenen. Drie stuks kon ik recht zien opstaan en één steen als deksteen was gedeeltelijk bloot gegraven. Naar mijn vermoeden lijken mij die steenen dikker, dan de hunnebedden te Emmen. Het is de moeite wel waard, dat het hunnebed in zijn geheel wordt uitgegraven en blootgelegd. ’t Is een kijkje waard, en wie weet hoeveel jaren die steenen daar onder het veen gelegen hebben, nl. van wanneer die tijd dateert. Voorzeker uit den Romeinschen tijd of nog vroeger. De plaats der hunnebedden is, op den achterweg tusschen Klazienaveen en Nw.-Dordrecht, midden in het bovenveen. Mochten er soms uit Assen nieuwsgierigen of belangstellenden zijn, de plaats te bezichtigen, dan is den heer de Jonge gaarne bereid, hen de plaats aan te wijzen.

In dit bericht wordt nogal duidelijk een claim gemaakt dat het om een Hunebed gaat. De stenen zijn destijds onderzocht, maar helaas is dat onderzoek verloren gegaan. In 2002 zijn de stenen grondig onderzocht, en daaruit kwam de conclusie naar voren dat het hier niet gaat over een hunebed, maar wel over stenen die in de ijstijd naar Nederland zijn vervoerd.

On the 3th of September, 1921 an article was published in the Drentsche en Asser Newspaper about the supposed discovery of a new "Hunebed". The translation is omitted here, but Google Translate can probably help...

This article makes a pretty firm claim that this is indeed a Hunebed. At that time, some scientific research was done, but the results have been lost. Only in 2002 a new investigation was done. The conclusion was that this is not a Hunebed, but the stones were carried here by glaciers during an ice age.

Hondsrugsysteem Oost Drenthe Hondsrugarea Eastern Drenthe

De vindplaats (rode stip op afbeelding hiernaast) van de stenen bevindt zich op de oostflank van de oostelijke Hondsrugtak. De Hondsrug maakt deel uit van een stelsel van parallel verlopende NNW-ZZO gerichte zandruggen, gevormd in de voorlaatste ijstijd (Saalien). Van oost naar west onderscheiden we: de Hondsrug, de Tynaarlorug, de Rolderrug en de Zeyenrug. De Hondsrug zelf bestaat uit twee parallelle subruggen, die door een laagte van elkaar zijn gescheiden. Twee snoeren dorpen markeren beide ruggen. Het zuideinde van de Hondsrug eindigt in twee ‘schiereilanden', met daarop de dorpen Erica (westelijke tak) en Klazienaveen (oostelijke tak).

Op de hogere delen van de zandruggen komen twee typen keileem voor, achtergelaten tijdens de voorlaatste ijstijd (Saalien, 150.000 jaar geleden). De grootste keileemmassa wordt ingenomen door een type met een Oost-Baltische zwerfsteeninhoud, onder bijmenging van betrekkelijk veel vuursteen. Dit laatste moet door het ijs zijn opgepikt in de zuidelijke Oostzee. Onderzoek aan de fijne fractie van deze keileem in Haren en Groningen maakt duidelijk dat we met een echte grondmorene te doen hebben. Daarbovenop ligt de zogenoemde rode keileem.

The location where the stones were found (red dot on the image) is located on the eastern flank of the easterh branch of the Hondsrus. The Hondsrug is part of a number of parallel ridges running NNW-SSE. These ridges were formed in the next to last ice age (Saalien). The Hondsrug itself consists of two parallel sub-ridges that are separated by a lower lying area. Two chains of villages mark the two ridges. The southern end of the Hondsrug ends in two 'peninsulas' that container the small villages of Erica (western branch) and Klazienaveen (eastern branceh)

The elavated areas of the ridges contain two types of pete that were deposited there during the next to last ice age (about 150,000 years ago). The largest mass of mete consiste of a type of pete that contains a large amount of stones from the Eastern Baltic area, but also contains a large amount of flint. On top of this, there is a layer of red clay-pete.

De Stenen The Stones

Tekst grotendeels overgenomen van de gerelateerde website

De zwerfsteenbrokken van Nieuw-Dordrecht zijn bemonsterd voor microscopisch onderzoek. Van allemaal is een klein stukje afgeslagen, zoveel mogelijk ‘uit het zicht’. In alle gevallen bleek het te gaan om biotietgneis. De hoofdbestanddelen zijn kaliveldspaat, plagioklaas, kwarts en biotiet.

Interessant is dat het gesteente niet homogeen is. De meest westelijk gelegen stenen zijn meer gegranitiseerd dan die aan de oostzijde. Hier is het gesteente een duidelijk gestreepte, in de perifere delen geelbruingrijze biotietgneis. De brokstukken die het dichtst bij de rand van het bos liggen - de meest westelijke dus - zijn weliswaar gneis maar het gesteente vormt een overgang naar graniet. De textuur en samenstelling komen overeen met de waarnemingen aan de steen die 50 jaar geleden naar het dorp is versleept. Ook daar is sprake van een vergaande granitisatie. We hebben dus duidelijk te maken met een ultrametamorf gesteente, vermoedelijk een paragneis. Dat wil zeggen dat het uitgangsgesteente hoogstwaarschijnlijk van sedimentaire oorsprong is geweest.

Als gevolg van plaattektonische processen en daaruit voortvloeiende gebergtevormingen, zo'n 1500 - 2000 miljoen jaar geleden, is het sedimentaire gesteente door samendrukkende krachten vele kilometers diep de aarde ingeperst. Hierbij moet gedacht worden aan diepten oplopend tot vele tientallen kilometers. Op die diepten heersen extreme druk- en temperatuuromstandigheden. Onder die omstandigheden werd het oorspronkelijke gesteente - wellicht een zandige klei o.i.d. - omgezet. Het werd heel langzaam tot een volkomen ander gesteente 'omgebakken'. De oorspronkelijke minerale bestanddelen vallen bij dit proces geleidelijk uiteen, verbinden zich tot nieuwe mineralen die stabiel zijn onder de druk/tempverhoudingen op die diepten. Het is een heel langzaam verlopend proces, dat waarschijnlijk miljoenen jaren duurt. Kleiïge, kalkhoudende zandstenen veranderen zo in zandige leisteen, vervolgens in schist en gneis. Tijdens deze metamorfose worden gesteenten door stoftransport via microporiën uiteindelijk omgezet tot graniet. Veel van de granieten in Scandinavië die gekoppeld kunnen worden aan oorspronkelijke hooggebergtezones, zijn op deze wijze ontstaan. Niet alle granieten op aarde zijn dus op de manier van echte stollingsgesteenten ontstaan. Verschillende metamorfe processen kunnen uiteindelijk tot hetzelfde gesteente leiden.

De Nieuw-Dordrechtse steenbrokken vallen in de categorie die men in de zwerfsteenkunde wel als (graniet)gneis aanduidt. De steen van Nieuw- Dordrecht - want het gaat hier om stukken van één en dezelfde steen - is in zekere zin een overgangsgesteente dat door verlies van zijn metamorfe karakter geleidelijk kenmerken gaat vertonen van een stollingsgesteente. Het zwerfsteenfragment aan de westkant van de put en die in het centrum van het dorp zou je daarom ook als een nebuliet mogen typeren. Nebulieten zijn migmatieten (= hoogmetamorfe gneizen). In Scandinavië vormen ze de wortels van vroegere gebergten.

Onderzoek aan de monsters van de meer gegranitiseerde brokstukken laat zien dat naast de gebruikelijke mineralen veldspaat, kwarts en biotiet ook korrels en aggregaatjes van bruinrode granaat voorkomen. Overigens is dat niet ongewoon in dergelijke gesteenten. Deze kenmerken zijn in het stuk dat naar het dorp is overgebracht het duidelijkst zichtbaar.

Over de herkomst van de zwerfsteen niets met zekerheid te zeggen. De steen is door zijn metamorfe karakter atypisch te noemen. Dergelijke gesteenten komen we op veel plaatsen in Zweden en Finland tegen. Toch lijkt een herkomst uit de noordelijke Oostzee, op de overgang naar de Botnische Golf en aanpalende gebieden, niet onwaarschijnlijk. Dit valt op te maken uit het zwerfsteengezelschap dat bij Nieuw-Dordrecht aan de oppervlakte voorkomt. Daarin domineren rapakivigranieten, waaronder niet zelden exemplaren die afkomstig zijn van de Kökar-archipel, zuidoostelijk van de Ålandeilanden in zuidwest Finland. Uit zwerfsteen- en keileemonderzoek elders op de Hondsrug blijkt dat het zeer talrijke voorkomen van rapakivigesteenten gekoppeld is aan de bovenste van de twee Oost-Baltische keilemen, in dit geval de rode keileem (ook wel als het Emmen-type aangeduid). Deze keileem bevat een zwerfsteengezelschap dat uit een opmerkelijk nauw begrensd gedeelte van Fennoscandia stamt. De overige kristallijne gesteenten uit de rode keileem zullen in meerderheid uit hetzelfde gebied afkomstig zijn. De beide rapakivimassieven van Åland en Kökar liggen in een omgeving van sterk metamorfe gesteenten, waaronder een overvloed aan gneisachtige typen en migmatieten.

(partial translation only....)
Research into the composition of the stones shows they are a composite of primarily plagioclase, quartz and biotite. The stones are not totally homogeneous. The most western stones are more ganitized than the eastern ones. Also, the stones towards the outside of the forest are gneiss, but are a transitional type of stone towards granite.

The stone of Nieuw-Dordrecht (as it really is, or rather was, one big stone), is a type of transitional type of rock that lost it metamorphical character and changed slowly to get more like igneous rock. The stone in the village could be classified as nebulite, a type of rock that forms the base of the early mountains in Scandinavia. The stones also show grains of reddish brown granet. This is most obvious in the rock in the village.

It is hard to be sure about the origins of the stones. Rocks like this look a lot like the stones in Sweden and Finland. But an origin in the northern Eastsee is not unlikely. One of the indications for this is the character of other stones in the are which often are rapaviki rocks.

Opgaven Questions


Vind de antwoorden op de volgende vragen en stuur die aan ons. Logs waarvan we geen, of verkeerde, antwoorden hebben ontvangen zullen we verwijderen. Een foto is optioneel, maar we zouden het wel erg leuk vinden als je die bij je log plaatst.

De steen in het dorp vertoont de duidelijkste kenmerken van veldspaat, kwarts en biotiet.
Vraag 1: Gezien deze kenmerken, kun je iets zeggen over de originele positie van die steen ten opzichte van de stenen hier ter plekke?

Bekijk de stenen goed. Er wordt aangenomen dat ze deel uitmaakten van 1 grote steen. Gezien de positionering van de stenen zijn er meerdere mogelijkheden. Ten eerste zou de steen al voordat hij op de huidige positie aankwam uiteen was gevallen door druk van het ijs.
Vraag 2: Kun je iets zeggen over waar de stenen uiteen zijn gevallen? En waarom zou dat zo zijn?

Kijk eens naar de grote, ongeveer 5cm, brede breuk tussen de twee grote steenfragmenten aan de noordzijde. Deze breuk suggereert een andere mogelijke reden voor het uiteenvallen. De steen zou dus ter plekke uiteen zijn gevallen.
Vraag 3: Gezien de breuk, wat voor andere reden zou er kunnen zijn voor het uiteenvallen?

Vraag 4: Nu je hebt gekeken naar deze 2 verklaringen, welke vind je het meest waarschijnlijk, en waarom?

Find the answers to the following questions and send them to us. Logs for which we did not receive answers, or received the wrong answers, will be deleted. A photo is optional, but we would very much enjoy it if you did put a photo in your log.

The stone in the village shows the clearest sign of feldspar, quartz and biotite.
Question 1: Knowing this, can you say anything about the original position of the stone in the village? Where would it have been located originally relative to the stones at this location?

Carefully look at the stones. It is assumed that they were originally part of one large stone. Looking at the positioning of the stones, there are a number of options on how the large rock ended up being split. One of the reassons could be that it split apart because of pressures in the ice before it ended up here.
Question 2: Can you say anything about how far from here the stone must have split up? And why do you think that?

Take a look at the large, 5cm wide, gap between the two large stone fragments. This gap suggests another possible reason for the splitting of the stone. In this case it would have split up after arriving at the current location.
Question 3: Taking into account this gap, what other reason could there be for the stone being split apart?

Question 4: Having looked at these two explanations, which one would you support, and why?

Additional Hints (No hints available.)