Skip to content

Tijdperk Pleistoceen: Smeltwaterdal Koningsheide EarthCache

Hidden : 1/6/2013
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
2 out of 5

Size: Size:   other (other)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Related Web Page

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Tijdperk Pleistoceen: Smeltwaterdal Koningsheide

Het geologisch tijdvak Pleistoceen is als serie de onderste onderverdeling van het systeem Kwartair. Het Pleistoceen duurde van 2,588 miljoen (Ma) tot 11,56 duizend jaar (Ka) geleden. Het volgt op het Plioceen, wordt opgevolgd door het Holoceen en is onderverdeeld in een vijftigtal meer en minder koude ijstijden en warmere tussenperioden.



Het Pleistoceen kenmerkt zich ondermeer door de afwisseling van perioden met een gematigd warm klimaat (interglacialen of tussenijstijden) en perioden met een veel kouder klimaat, de zogenaamde glacialen of ijstijden. Tijdens glacialen ontstaat landijs ook buiten het poolgebied. Dit gebeurt vooral op het Noordelijk Halfrond. Het landijs is gewoon bevroren water en dat water moest natuurlijk ergens vandaan komen en wel uit de zee. Doordat enorme hoeveelheden water worden omgezet in landijs daalt tijdens een glaciaal de zeespiegel wereldwijd met vele tientallen meters, oplopend tot soms wel 200 meter. Door de daling van de zeespiegel worden de ondiepe randzeeën overal smaller en ontstaan er natuurlijk verbindingen tussen voorheen eilanden en het vasteland.

Glacialen

Tijdens het Pleistoceen zijn er ongeveer 52 glacialen geweest, die duizenden jaren duurden. Tijdens die glacialen daalde de temperatuur in de hele wereld aanzienlijk. In veel van deze perioden was sprake van een grote uitbreiding van gletsjers, zowel in hogere als in lagere gebieden. Gletsjers in lagere gebieden kwamen voornamelijk voor dichter naar de polen toe, waar de temperatuur lager was dan dichter naar de evenaar. Circa 10 glacialen duurden langer dan de anderen (soms wel tienduizenden jaren) waardoor landijs ook verder van de polen kon ontstaan. Het landijs bereikte in die perioden een dikte van honderden meters en soms wel kilometers dik.



Het landijs breidde zich uiteindelijk over grote delen van Noord-Amerika en Europa en Azië uit. Het landijs breidde zich niet tijdens ieder glaciaal even ver uit en was ook niet altijd even dik. Dat hing sterk van de temperatuur af en de duur van de koude periode. De maximale uitbreiding van het landijs was meestal vlak voor het eind van ieder glaciaal. In de laatste 1 miljoen jaar ging het aangroeien van landijskappen trager (30-90 duizend jaar) dan het wegsmelten (10-20 duizend jaar) en werden ze groter dan daarvoor. De afloop van elk glaciaal wordt gekenmerkt door een zeer snelle stijging van de temperatuur waardoor buiten de poolgebieden het landijs snel smelt en wereldwijd de zeespiegel navenant snel stijgt. Het punt van sterkste opwarming en snelste zeespiegelstijging tijdens deze klimaatsovergang beschouwt men als het eind van de glaciale periode en begin van het interglaciaal.

De afwisseling van glacialen en interglacialen wordt veroorzaakt door cyclische veranderingen in ondermeer de sterkte van de zonnestraling (Milankovic-cycli) en in de stand van de aardas en de baan van de aarde om de zon (precessie, obliquiteit en excentriciteit). Die factoren samen bepalen de door de aarde ontvangen hoeveelheid zonnewarmte. De reden dat er juist in het Pleistoceen veel ijstijden ontstaan is de (gunstige) verdeling van oceanen en continenten over de aardbol. In die periode lag er veel continentale landmassa dicht om de Noordpool wat de vorming van landijskappen bevorderde. Het continent Antarctica lag geïsoleerd op de zuidpool, en kreeg al een aanzienlijke permanente ijskap in het Neogeen. Vergeleken met de permanente ijsmassa op de zuidpool is de aangroei en het smelten tijdens de Pleistocene ijstijden overigens beperkt. Zuid-Amerika en Noord-Amerika raakten op de overgang van Plioceen naar Pleistoceen bij Panama aan elkaar verbonden, waardoor de Atlantische Oceaan en Grote Oceaan buiten de poolgebieden van elkaar gescheiden raakten. Hierdoor ontstond een zodanig patroon van oceaanstromingen dat afkoeling en opwarming door beperkte schommelingen in zonne-instraling enorm werden versterkt, wat in geval van een afkoeling weer gunstig was voor het ontstaan van landijs.

De Veluwe

Grote delen van de Veluwe bestaan uit stuwwallen, die zo'n 150.000 jaar geleden ontstaan zijn in de voorlaatste ijstijd, het Saalien. Voorafgaand aan de ijsbedekking hadden grote rivieren daar dikke lagen zand en grind met dunnere lagen klei afgezet. Deze afzettingen zijn gevormd door de Rijn en Maas, maar ook door rivieren vanuit het oosten. In het Saalien het gletsjerijs helemaal op tot de aan de tegenwoordige lijn Haarlem - Utrecht – Nijmegen. Het ijs was op sommige plaatsen wel 400 meter dik. Door die gletsjers werden het door de rivieren afgezette sediment opgestuwd in hoge stuwwallen (vandaar de naam) zoals de Veluwe. In het zuiden van de Veluwe, bij Schaarsbergen, ontstond aan de voorkant van het ijs een grote zogenaamde sandrvlakte door sediment uit het smeltwater van de gletsjers. Op deze sandrs zijn ook zwerfkeien te vinden die zijn meegenomen door de gletsjers en die uiteindelijk zijn meegespoeld zijn met het smeltwater. Het huidige vliegveld Deelen (iets ten noorden van hier) is aangelegd op zo’n sandr. Ten zuiden van Harderwijk en bij Nunspeet ontstond tussen het ijs en de gevormde stuwwallen een glaciaal meer, waar zandige en kleiige (glaciolacustriene) afzettingen gevormd zijn.



In de laatste ijstijd (het Weichselien) kwamen de gletsjers niet tot in Nederland, maar was de bodem wel permanent bevroren (permafrost). Door de toen heersende harde winden werden lagen dekzand afgezet, met name aan de flanken van de Veluwe. Boven op de Veluwe vond in deze koude periode erosie plaats. Doordat de ondergrond ook in het voorjaar nog bevroren was (permafrost) kon het smeltwater niet eenvoudig in de grond wegzakken. Daardoor ontstonden kleine stroompjes die steeds breder werden en die de bevroren ondergrond steeds verder uitslepen (erosie). Het gevolg was de vorming van smeltwaterdalen (ook wel droge dalen genoemd). Smeltwaterdalen worden ook vaak aangeduid als “slenk” omdat ze duidelijk zijn te onderscheiden van de hogere gedeelten er omheen. Het smeltwaterdal op de huidige Koningsheide heeft tijdens de ijstijden het smeltwater van de gletsjers afgevoerd.

In het Holoceen werd het steeds warmer en raakte de Veluwe bebost. In de Middeleeuwen zorgde boskap en intensieve landbouw ervoor dat de wind vat kreeg op de arme zandgronden. Hierdoor ontstonden grote zandverstuivingen en werden er stuifduinen gevormd. Door de boskap is er geen oerbos bewaard gebleven. Een groot deel van de huidige Veluwe is echter opnieuw beplant voor de bosbouw, om hout te produceren voor de industrie en voor brandstof. Het hout van de grove den werd ondermeer gebruikt als stuthout in de mijnbouw. Wanneer grove dennenhout begint te scheuren kraakt en piept het, in tegenstelling tot andere houtsoorten. Zo konden mijnwerkers horen wanneer de schachten op instorten stonden en konden ze (hopelijk) op tijd vluchten.

De cache

De wandeling is circa 3 km lang. Parkeer bij P1 en loop, fiets of rijdt (te paard) door naar het hek van WP1. Vandaar volg je het pad door het bos naar WP2 en vervolgens naar WP3.

Hier zie je een zogenaamde wildweide waar edelherten en wilde zwijnen hun eten vandaan halen (fourageren). Edelherten en wilde zwijnen kwamen hier tijdens en tussen de pleistocene ijstijden veelvuldig voor, maar stierven hier op enig moment uit. Ze zijn weer geïntroduceerd door Prins Hendrik, de echtgenoot van Koningin Wilhelmina. Prins Hendrik was een verwoed jager en mede dankzij hem hebben we nu op Veluwe een gezonde stand van Edelherten en wilde zwijnen. Op de wildweide kun je de wroetsporen van wilde zwijnen zien, die met hun stevige neus wormen en larven onder het gras zoeken. De edelherten houden meer van boomschors, reden waarom de jonge boompjes hier zijn voorzien van beschermend gaas. Tijdens de pleistocene ijstijden was hier geen bos aanwezig maar was het landschap kaal. Het is pas relatief recent aangeplant door de mens.

Volg het pad verder naar WP4, in zuid-westelijke richting.

Vanaf dit punt heb je een goed uitzicht op het smeltwaterdal uit de laatste ijstijd. In 1974 stroomde hier nog een kleine beek, maar die is tijdens een enorme bosbrand op 7 juli 1974, waarbij de vlammen tot 40 meter hoog kwamen, volledig opgedroogd en het water is daarna niet meer teruggekomen.

Volg het pad verder naar WP5.

Je bevindt je nu op het diepste punt van het smeltwaterdal. Tijdens de laatste ijstijd stroomde hier snelstromend, ijskoud smeltwater, afkomstig van de gletsjer ten noorden van hier. Beantwoordt hier de volgende vragen. Vraag 1: Hoe kun je in het landschap zien dat er sprake is van een smeltwaterdal ? Vraag 2: Wat was (ongeveer) de maximale breedte van de smeltwaterrivier ? Vraag 3: Hoe kun je dat zien in het landschap ?

Loop nu door naar WP6.

Hier heb je een mooi uitzicht op het smeltwaterdal.

Loop nu door naar WP7 en vandaar naar WP 8 en 9.

Je staat opnieuw op de bodem van het smeltwaterdal. Zoals gezegd stroomde hier vroeger snelstromend water. Beantwoordt hier de volgende vraag. Vraag 4: beredeneer welke kant het water op stroomde.

Loop vanaf hier verder naar WP10.

Hier is goed te zien hoe de jonge aanplant door gaas wordt beschermd tegen hongerige herten. Beantwoordt hier de volgende vraag. Vraag 5: Verklaar het hoogteverschil voor en achter je.

Loop vanaf hier verder naar WP11.

Hier vind je een drinkplaats voor het wild. Het is ook plaats waar veel insecten en amfibieën voorkomen

Ga vanaf hier verder naar WP12 en volg vanaf daar het pad naar het beginpunt.

Foto’s zijn niet verplicht maar worden zeer gewaardeerd. Stuur de antwoorden naar marrakesj@ziggo.nl. De cache kun je alvast loggen (je bent er immers geweest) en als uit de antwoorden blijkt dat je in ieder geval je best hebt gedaan om ter plaatse de juiste antwoorden te vinden, zal de log blijven staan.

(De koningsheide en de parkeerplaats zijn niet toegankelijk tussen zonsondergang en zonsopgang).

Happy caching!

Marrakesj

Additional Hints (Decrypt)

Tbrq vf fyrpugf eryngvrs ...

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)