Cyclocross is geboren in Frankrijk in het begin van 1900 en de vader was Daniel Gousseau, een jonge soldaat, die zijn fiets gebruikte om door de bossen te rijden, terwijl zijn generaal dat te paard deed. Gousseau plantte zijn passie eerst over op zijn vrienden en vervolgens op tientallen andere mensen, die deze aangename winteractiviteit wilden beleven. Gousseau organiseerde in 1902 het eerste nationale kampioenschap, dat gewonnen werd door De Baeder. De doorbraak van cyclocross mogen we toeschrijven aan Octave Lapize, die na zijn eindoverwinning in de Ronde van Frankrijk 1910 vertelde dat hij zijn succes te danken had aan de trainingen, die hij de winter voordien in het veld gedaan had.
Het eerste Internationale Criterium werd georganiseerd in Parijs in 1924, maar het was pas in 1950 dat cyclocross officieel erkend werd als onderdeel van de wielersport. In dat jaar werd ook het eerste wereldkampioenschap georganiseerd. De winnaar was niemand minder dan Jean Robic. De absolute ster aan het firmament van de cyclocross is ontegensprekelijk de Belg Eric De Vlaeminck. Hij veroverde de regenboogtrui in 1966, toen hij amper twintig jaar was en hij won daarna van 1968 tot 1973 elk wereldkampioenschap. Sinds 1976 worden de wereldkampioenschappen ook voor junioren georganiseerd. Cyclocross is een discipline, die goed van pas komt voor wegrenners, want het maakt de armspieren sterker en verhoogt in hoge mate de weerstand en de stuurvaardigheid bij elke weersomstandigheden. Momenteel is cyclocross een bijzonder populaire sport in Vlaanderen, Nederland en Duitsland.