_______________________________________________________________________________________

De historie over de aanleg van het Winschoterdiep :
Het Winschoterdiep is het kanaal dat loopt van Groningen, vanaf de aansluiting op het Eemskanaal, naar Winschoten waar het zich splitst in de Rensel, het laatste stukje naar Winschoten, en de aansluiting op de Pekel A. Als eerste werd in de periode 1618 tot en met 1628 het gedeelte van Foxhol tot Zuidbroek aangelegd als onderdeel van de vervening. Dit kanaal kreeg de naam Schuitendiep. Van 1634 tot 1636 is dit in westelijke richting verlengd tot de Hunze en in oostelijke richting tot Winschoten en de Pekel A. Dit gedeelte heette aanvankelijk het Heerendiep. Het tracé van het kanaal is in de loop van de tijd verschillende malen aangepast. Eindigde het kanaal eerder in de Oosterhaven van Groningen, op het verlengde van het huidige Schuitendiep, nu eindigt het zo'n 1½ km oostwaarts bij handelshavens van de stad, op het verlengde van het Van Starkenborghkanaal. De voormalige westelijke tak wordt nu het Oude Winschoterdiep genoemd. Het industrieterrein dat daarnaast ligt draagt dezelfde naam. Het tracé door Hoogezand-Sappemeer is eveneens gewijzigd. Aanvankelijk liep het dwars door de bebouwde kom (Meint Veningastraat, Hoofdstraat, Noorderstraat). Het meeste is gegempt. Alleen van Foxhol naar Martenshoek en ten oosten van Sappemeer zijn nog twee doodlopende stukken van het kanaal over. Het kanaal is 35,5 km lang en geschikt voor schepen tot 1350 ton. Het heeft zestien bruggen, twee schutsluizen en een keersluis, te weten een schutsluis van 85 m bij Zuidbroek met een keersluis van 12 m, beide bij de uitmonding van het A.G. Wildervanck kanaal en de Eextersluis van 100 m bij Scheemda.
Scheepsbouw in Groningen :
Groningen is een van de vroegst geïndustrialiseerde gebieden van Nederland. De vorm die de industrialisatie hier aanneemt wordt wel een 'agrarisch-industriëel-complex' genoemd. Vanaf 1850 maakt de landbouw een sterke groei door en op het Groninger platteland vestigen zich een aantal industrieën die min of meer met de landbouw zijn verbonden. Naast de landbouwindustrie in engere zin, zoals de strokarton-, aardappelmeel- en zuivelindustrie zien we confectie, steenbakkerijen en de al langer bestaande scheepsbouw. Scheepsbouw vinden we met name in de agglomeraties: Veendam-Wildervank, Hoogezand-Sappemeer en in de beide Pekela's. De Groninger scheepsbouw dankt zijn ontstaan aan de ontginning van de hoge venen in het zuiden van de provincie. De kanalen die worden gegraven om de gewonnen turf af te kunnen voeren worden gedurende de 17de en 18de eeuw bevaren door binnenschepen. Als de vraag naar turf in Holland toeneemt nemen deze schepen ook deel aan de vaart over de Wadden en de Zuiderzee en ondernemende schippers breiden dat uit met de vaart op Noord-Duitsland en later naar de Oostzee en Engeland. Voor de bouw en reparatie van de eerste turfscheepjes zijn werven nodig die daarna ook de bouw van de groeiende vloot aan wadvaarders voor hun rekening nemen. De economische crisis rond 1870 de overgang naar de bouw van ijzeren schepen veroorzaken dat veel oude werven verdwijnen. Rond 1900 is de bedrijvigheid weer aangetrokken en worden er weer volop kustvaarders gebouwd in de vorm van twee- en drie mastschoeners. Dit type zeilschip houdt het nog het langste vol in de concurrentie met de mechanisch voortbewogen schepen. De overgang gaat geleidelijk maar tegen 1930 is de motorkustvaarder algemeen in gebruik en het zeilschip uitzondering geworden. In het midden van de 20ste eeuw zijn er een twintigtal werven actief langs de kanalen van het Noorden. Helaas zijn er na de jaren negentig er nog maar paar van over gebleven. De vraag is dan ook hoe lang deze werven uiteindelijk het hoofd boven water kunnen blijven houden, vooral nu de concurrentie vanuit het buitenland zeer groot is.


Hierboven een tweetal foto’s van ms. Eems van Rederij Bos uit Schiedam. De eerste is tijdens de tewaterlating bij Scheepswerf Hoogezand en de tweede is tijdens de proefvaart
Jaren zestig :
In de jaren zestig van de 20ste eeuw groeit de industriële werkgelegenheid in Nederland en niet in het minst in de metaalindustrie. Ook in Groningen groeit de werkgelegenheid in deze bedrijfstak, met uitzondering van de scheepsbouw. De scheepsbouw vertoont zelfs een achteruitgang ten opzichte van de jaren vijftig. Er zijn twee oorzaken aan te wijzen voor de achteruitgang van de noordelijk scheepsbouw: Er wordt weinig gedaan om nieuwe werkmethoden te ontwikkelen en vanwege de markt die om grotere schepen vraagt, die in Groningen niet kunnen worden gebouwd vanwege de beperkte afmetingen van de waterwerken. De organisatiegraad in het noorden is hoog en op de werven nog wel het hoogst van al. De Algemeene Nederlandsche Metaalbewerkersbond [ANMB] in Groningen kent een organisatiegraad van meer dan 40%. De totale organisatiegraad - inclusief de christelijke en katholieke bond van metaalbewerkers - is ruim 52%. Deze hoge organisatiegraad is opmerkelijk aangezien landelijk de ANMB een organisatie kent van circa 20%. De arbeidsverhoudingen in de jaren zestig kenmerkt zich door overleg. De landelijke cao voor de metaalindustrie regelt de arbeidsvoorwaarden in de bedrijfstak, terwijl overleg per onderneming zorgt voor de invoering van regelingen die in het raam van de cao zijn afgesproken. Op de werven wordt veelal in de vorm van 'aangenomen werk' gewerkt waarvoor een contract wordt opgesteld volgens een overeengekomen 'raamcontract'. Door de uitwerking van de aangenomen werk contracten is de over diensten percentage op de werven groter dan elders in de metaalindustrie en kan wel oplopen tot 80%. Er bestaan in de metaalindustrie twee cao's. Een voor handarbeiders (cao-a) en een voor beambten (cao-b). In het midden van de jaren zestig worden afspraken gemaakt om beide cao's te integreren tot een nieuwe cao, de zogenaamde cao-c. De wijze van invoering is per onderneming. Het betekent dat per onderneming overleg gevoerd moet worden om de arbeidsvoorwaarden van de handarbeiders en beambten te integreren. Verschillen zijn er onder meer in vakantie en pensioen, maar ook in de tertiaire arbeidsvoorwaarden zoals vrijaf voor doktersbezoek. Het allerbelangrijkste is echte de afstemming van de loonschalen. Allereerst wordt daarvoor een nieuw functieclassificatiesysteem ingevoerd, die anders dan voor die tijd beambten en handarbeiders gelijkelijk behandeld. Daarna wordt een nieuw loongebouw afgesproken waarin vrijwel het gehele personeel in is terug te vinden. Zodra er overeenstemming is bij een onderneming wordt cao-c van toepassing en vervallen de afzonderlijke cao's a en b. Door de invoering per bedrijf zal het tot ver in de jaren zeventig duren alvorens in de gehele bedrijfstak cao-c is ingevoerd en de cao's a en b niet meer worden afgesloten.



Mslb. “Smit-Lloyd 74” in 1982, het een na laatste schip in aanbouw bij Scheepswerf Voorwaarts te Hoogezand.
Om het optillen van de onderkant :
De Industriebonden van NVV en NKV zijn op 1 januari 1972 nog maar net met hun werkzaamheden gestart als een van de grootste naoorlogse conflicten zich begint af te tekenen. De inzet is in wezen simpel: geen centen, maar procenten. De voorstellen voor een nieuwe cao in de metaalindustrie worden in het najaar van 1972 ingediend. De werkgevers wijzen het nivelleringsvoorstel voorstel af. Na het stellen van een ultimatum breekt op 20 februari 1973 een staking uit die zich al snel uit zal breiden tot 51 bedrijven verspreid over het hele land. Op 14 maart gaan 450 werknemers in staking bij de werven E.J. Smit te Westerbroek, Van Diepen te Waterhuizen en Bodewes te Hoogezand. De actiecentra bevinden zich in het Dorpshuis te Westerbroek en in Café Berg in Hoogezand. Onder de werknemers bestaat grote actiebereidheid, maar de actieleiding wenst te verkomen dat de verveling gaat toeslaan en organiseert rond de staking niet alleen de broodnodige bijeenkomsten om de stakers te informeren over het verloop van de strijd, maar ook bijeenkomsten ter 'ontspanning' waar bijvoorbeeld de 'Hoogoven-film' wordt vertoond. Ook een demonstratie naar het gemeentehuis om een petitie aan te bieden ontbreekt niet. Voor de stakers is het gebrek aan medezeggenschap op de werven een belangrijk motief om aan de staking deel te nemen. De directies betrekken de werknemers niet of nauwelijks bij besluiten. De ondernemingsraden, voor zover ze bestaan, worden door de bedrijven niet of nauwelijks geïnformeerd over de gang van zaken op het bedrijf. Stakingsleider Henk Oldenburger zegt het aldus: "Je mag meepraten zolang het in hun verhaal past, daarna is het afgelopen."



ms. “Constance”, bouwnummer 830, van Rederij Wijnne & Barends uit Delfzijl bij Scheepswerf E.J. Smit te Westerbroek in 1985 gezien in verschillende bouwfases
Herstructurering :
De wereldwijde crisis in de scheepsbouwindustrie treft ook de werven in Groningen. De door de regering ingestelde 'Beleidscommissie Scheepsbouw' brengt begin 1977 het Beleidsplan voor de herstructurering van de Nederlandse scheepsbouw uit. In het beleidsplan worden de Nederlandse werven in vijf groepen ingedeeld die elk een begeleidingscommissie krijgen bestaande uit werknemers en werkgevers en een onpartijdig voorzitter. Doel van deze begeleidingscommissies is het opstellen van een herstructureringsplan voor hun groep van werven. De noordelijke scheepsbouw worden ingedeeld in werfgroep 5 met oud minister-president Biesheuvel, die commissaris is bij de werf Amels in Friesland, als onpartijdig(!) voorzitter. Het rapport dat voor werfgroep 5 wordt opgesteld wordt zolang mogelijk voor de werknemers en hun vertegenwoordigers geheim gehouden. De werkgevers hebben het rapport al twee weken in handen voordat enige dagen voor het overleg de werknemers ook inzage krijgen. Het bevorderd het vertrouwen tussen werknemers en werkgevers, wat toch al geen sterk punt is in de scheepsbouw, niet. Voorgesteld wordt om de noordelijke werven intensiever samen te laten werken door de bedrijven op te laten gaan in twee holdings: Conoship-Amels en Nescos. Tevens moet er een stevige personele afslanking plaatsvinden zonder gedwongen ontslagen. Ton de Hoog, districtsbestuurder voor de Industriebond NVV in Groningen: "Wij vinden dat er één houdstermaatschappij moet komen, waarin alle noordelijke scheepswerven ondergebracht moeten worden. Vooral moet die nieuwe maatschappij het werk tussen de werfjes onderling betere gaan verdelen. Het is toch waanzinnig dat bij de ene werf werktijdverkorting moet worden aangevraagd terwijl een paar honderd meter verderop aan hetzelfde kanaal een scheepswerf bulkt van het werk en misschien wel orders moet afstoten omdat ze volledig vol zitten."

Mslb. “King Fish” in 1982 aan de afbouwkade voor Franse eigenaar ‘Feronia International Shipping’ bij Pattje Shipyards te Waterhuizen
Een Scheepswerf :
Een belangrijk onderdeel van de scheepswerven aan het Winschoterdiep zijn een dwarshellingen om schepen te bouwen en daarna te water te laten. Dwarshellingen treft men in het algemeen aan langs rivieren en kanalen; vanwege de breedte van het water kan het schip niet via een langshelling te water gelaten worden. Het schip gaat daarom zijdelings te water. Dit geeft een enorme waterverplaatsing, met vaak als gevolg dat het water over de tegenover liggende oever van het kanaal spoelt. Een spectaculair gezicht, dat veel mensen trekt. Dwarsscheepse tewaterlatingen zijn zeer moeilijk berekenbaar, gezien de complexiteit van het proces en de scheepsbewegingen. Voor de tewaterlating wordt daarom de kennis en ervaring gebruikt die door de jaren heen is opgebouwd door de werven. Bij een modernisering wordt door de werven vaak een alternatieve tewaterlatingmethode verkozen, waarbij men het proces beter in de hand heeft.
Een uitzondering op deze regel was Scheepswerf van Diepen in Waterhuizen, deze had in eerste instantie ook een dwarshelling, maar kreeg later een langshelling waarbij de schepen met meer beleid achteruit het water in gleden.



Een drietal foto's van de 'N'-serie van Seatrade uit de jaren '80. De bovenste is ms. Nayadic tijdens de bouw op de langswerf, De middelste is gedurende de tewaterlating van ms. “Nordic” op de langshelling en daaronder ms. “Nyantic” tijdens de afbouw aan de voormalige dwarshelling van Scheepswerf van Diepen te Waterhuizen.
Tegenwoordig bevinden zich in het deel tussen Hoogezand en Waterhuizen nog enkele scheepswerven die zich toeleggen op de bouw van oa. kustvaarders, tankers, bevoorradingsschepen, rivier-cruise schepen, slepers, binnenvaartschepen, etc.. De breedte van deze schepen wordt beperkt door de breedte van de bruggen waardoor ze, na hun voltooiing, naar zee door moeten "varen". Hierbij worden de voltooide schepen door sleepboten gesleept aangezien ze in verband met hun beperkte diepgang niet op eigen kracht de haven van Delfzijl kunnen bereiken. Heel kenmerkend bij de werven is dat de schepen worden gebouwd en te water gelaten op een zogenaamde dwarshelling. Hierbij worden de schepen zijdelings te water gelaten en liggen ze naderhand evenwijdig aan het kanaal voor de uiteindelijke afbouw. Hierdoor komt de dwarshelling weer vrij voor het volgende schip in aanbouw.
Een uitzondering op de regel waarover deze cache gaat, failliet verklaarde scheepswerven, is Shipyard Constructions Hoogezand Nieuwbouw te Foxhol die in de afgelopen 5 jaar juist als enige werf, met de huidige crisis in het achterhoofd, aan het Winschoterdiep is opgestart en in 2013 het eerste schip, mt. "Bayamo", bouwnummer 10 voor rederij Chemgas uit Rotterdam heeft opgeleverd. Shipyard Constructions Hoogezand Nieuwbouw zit op de oude locatie van voormalig Scheepswerf Bijlholt en heeft voor de komende paar jaar volop werk aangezien ze een grotere serie van de reeds opgeleverde "Bayamo" in opdracht hebben.
Hieronder staan een merendeel van de scheepswerven die ooit aan het Winschoterdiep actief zijn geweest. De werven met ster achter hun naam zijn tegenwoordig nog werkzaam. De vragen gaan over, of houden verband met de vet gedrukte in de jaren ’80 t/m 2000 failliet verklaarde scheepswerven :
- Scheepswerf Gebr. Grol, Veendam / Zuidbroek
- Scheepswerf Jac. Smit, Sappemeer
- Scheepswerf Jac. Bodewes te Hoogezand
- Scheepswerf Hylkema & Zn te Hoogezand
- Scheepswerf Voorwaarts te Hoogezand
- Scheepswerf Hoogezand te Hoogezand
- Scheepswerf Bodewes te Hoogezand *
- Scheepswerf Gebr. Coops, Hoogezand
- Scheepswerf H. Kroese, Hoogezand
- Scheepswerf Bodewes “Gruno” te Foxhol
- Scheepswerf Gebr. Suurmeijer te Foxhol
- Scheepswerf Th. J. Fikkers, Martenshoek
- Scheepswerf Volharding te Foxhol
- Scheepswerf De Hoop, Lobith, locatie Foxhol *
- Shipyard Constructions Hoogezand Nieuwbouw *
- Gebr. Muller, scheepswerf “Foxhol”, Foxhol
- Mulder & Suurmeijer, scheepswerf “Vooruitgang”, Foxhol
- Scheepswerf Bijlholt te Foxhol
- Bröerken, scheepswerf “Westerbroek”, Westerbroek
- Scheepswerf Ferus Smit te Westerbroek *
- Scheepswerf E.J. Smit te Westerbroek
- Scheepswerf G.J. van der Werff te Westerbroek
- Pattje Shipyards te Waterhuizen
- Groningen Shipyards te Waterhuizen *
- Scheepswerf van Diepen te Waterhuizen
- Scheepswerf “Gideon”, Groningen
- Nieuwe Noord Nederlandse Scheepswerven te Groningen
- Scheepswerf Kerstholt, Groningen
- Scheepswerf J.Th Wilmink, Groningen
- Scheepswerf Gebr. Bos, Groningen
- Scheepswerf Botje Ensing & Co, Groningen
_______________________________________________________________________________________
Cache :
Beantwoord de 14 onderstaande vragen om de cache coördinaten te kunnen bepalen van ‘Scheepsbouw aan het Winschoterdiep’ :
Hierbij is de waarde van de letters : A=1, B=2, C=3, D=4, ….. Z=26 en men hoeft NIET te stapeltellen !
De cache vragen :
1./
Hoe heette het laatste schip op het moment dat het op stapel[1] is gezet onder bouwnummer 260 bij Scheepswerf Bodewes “Gruno” te Foxhol waardoor de werf uiteindelijk failliet ging en wanneer was de tewaterlating van dit schip?
A = De 4e letter van de ”achternaam” van dit schip.
2./
Rederij Seatrade uit Groningen was een snel groeiende rederij gespecialiseerd in de zogenaamde koel- en vriesschepen die in de jaren ’70 bij veel verschillende werven aan het Winschoterdiep nieuwe schepen liet bouwen. Vanaf begin jaren ‘80 werd Scheepswerf Gebr. Van Diepen de toenmalige “huiswerf” van Seatrade. Hier werd in die jaren de zogenaamde 'N'-serie gebouwd, met uitzondering werd er eentje uit deze serie gebouwd bij een andere werf aan het Winschoterdiep. Helaas was er tijdens de bouwperiode van dit schip een ongeluk te betreuren dat groots in het toenmalige Nieuwsblad van het Noorden werd vermeld. Wat was de werkelijke toedracht van het desbetreffende ongeluk?
B = De 3e letter van dit 18 letter woord
3./
Scheepswerf van Diepen te Waterhuizen ging in 2002 failliet na een laatste veetransportschip te hebben gebouwd voor een Zeeuwse rederij. Wat was de naam van dit schip?
C = De 4e letter van het tweede 7 letter woord van de scheepsnaam
4./
Voor welke rederij bouwde Scheepswerf Hoogezand in 1985 een tweetal veerboten, welke speciaal waren ontworpen voor op de ondieptes van de Waddenzee, waardoor ze uiteindelijk de deuren moesten sluiten ? De laatste van de twee werd in de nacht van 21 Juni 1985 bij de werf weg ‘gekaapt’
D = De 6e letter van het eerste 9 letter woord van de rederijnaam
5./
Een van de werven aan het Winschoterdiep had 2e helft jaren ‘80 een nieuwbouw order binnengehaald voor ong. 120 miljoen gulden, dat daardoor een vermelding op teletekst haalde, welke uit 4 zeer grote identieke bevoorradingschepen bestond (zeker om aan het Winschoterdiep gebouwd te kunnen worden ) voor de Deense rederij Maersk uit Kopenhagen en wat uiteindelijk toentertijd deze werf al bijna een faillissement opleverde. Wat was de scheepsnaam van het 3e schip uit deze serie?
E = De 7e letter van het tweede 8 letter woord van de scheepsnaam

6./
Welke scheepswerf had een karakteristieke insteekhaven, ‘hellinggat’ genaamd? ( Juist alleen dit gedeelte word hier op bovenstaande foto weergeven?
F = De 1e letter van de “achternaam” van de scheepswerf
7./
Zoals in het informatieve gedeelte voor de vragen al aangegeven had Scheepswerf van Diepen te Waterhuizen eerst een dwarshelling en is later als enige werf in het Noorden overgegaan op een langshelling. Wat was het laatste schip dat dwarsscheeps te water werd gelaten bij deze werf?
G = De 5e letter van het eerste 5 letter woord van de scheepsnaam
8./
Scheepswerf Bijlholt heeft in zijn bestaan in de jaren ’80 een tweetal schepen, te weten ms. Vrouwe Alida en ms. Vrouwe Johanna, voor dezelfde rederij gebouwd. Hoe heette deze rederij?
H = De 2e letter van het eerste 6 letter woord van de rederijnaam
9./
In 1977 heeft Scheepswerf Hoogezand te Hoogezand een veerboot gebouwd. Hoe heette dat schip en tussen welke twee plaatsen voer het?
I = De 4e letter van de plaatsnaam welke als eerste op de zijkant van het schip stond
10./
De veel van de werven aan het Winschoterdiep waren aangesloten bij een overkoepelende organisatie die oa. scheepsontwerpen maakte, innovaties zochten voor de steeds nieuwer wordende eisen aan schepen en bijbehorende systemen. Tegenwoordig bestaat het bedrijf nog steeds. Heet dit bedrijf ?
J = De 1e letter van het eerste 8 letter woord van de bedrijfsnaam
11./
Hoe heette het allerlaatste schip dat werd gebouwd bij de Nieuwe Noord Nederlandse Scheepswerven in Groningen ?
K = De 4e letter van het 7 letter tellende scheepsnaam
12./
Hierboven ziet U de zeer karakteristieke “Gustokraan” van een van de aan het Winschoterdiep gelegen scheepswerven welke al van ver in de weide omgeving te zien was. Van welke werf was deze kraan? ( Dit is dezelfde werf die bedoeld word in vraag 2. )
L = De 2e letter van het eerste 6 letter woord van de scheepswerf
13./
Het in vraag 11./ gevonden schip had een zusterschip dat tegelijkertijd op een andere werf langs het Winschoterdiep werd gebouwd. Deze schepen werden op dezelfde dag te water gelaten. Hoe heette dat schip ? En op welke datum werden beide schepen een paar uur achter elkaar aan te water gelaten?
M = De 4e letter van de naam van de maand waarop beide schepen te water werden gelaten.
14./
Scheepswerf E.J. Smit uit Westerbroek heeft in de jaren ’80 een serie van drie zusterschepen gebouwd, waarvan er eentje staat afgebeeld tijdens de tewaterlating in het informatieve gedeelte, voor rederij Wijnne & Barends uit Delfzijl. Hoe heetten de andere 2 zusterschepen?
N = Hoe vaak komt de letter A in totaal in beide gevonden scheepsnamen voor?
[1] Op stapel zetten : Het moment dat de eerste staalplaat van het te bouwen schip wordt gelegd.
Cache is te vinden op : N 53º L(A-F).KD(C-I-J)
E 006º N(M-D).(B-J)E(G-H-I)
_______________________________________________________________________________________
!! Het betreft hier een micro cache, dus graag eigen pen mee nemen voor de logrol
De puzzeloplossing kan gecontroleerd worden door onderstaande link te volgen :

Mocht de geocheck.org logo en dus link hierbover niet worden weergegeven, dan is de check tijdelijk niet bereikbaar. Hier kan ik helaas niks aan doen en is buiten mijn macht. Ten tijde van maken van de geocheck.org link werkte alles naar behoren. Hopelijk word deze fout zo snel mogelijk verholpen door de geocheck.org webpage eigenaar.
Speciale dank is verschuldigd aan Harry de Groot en Bert Romeling voor het mogen gebruiken en beschikbaar stellen van de foto’s in deze cache
