Loop
De Zoom is 13 kilometer lang en ontspringt in België als Oude Moervaart aan de noordkant van de Kalmthoutse Heide en stroomt als Spillebeek ten westen van Essen naar de Nederlandse grens. In Nederland stroomt zij als Zoom langs Wouwse Plantage en mondt uit in de Theodorushaven in Bergen op Zoom. Zijbeken van de Zoom zijn de Zeepe en de Bleekloop. De Bieskensloop is een zijtak van de Zoom, die een deel van het water van het oostelijke deel van de Zoom richting de Rissebeek vervoert.
Geschiedenis
Er is enige verwarring over het ontstaan van de Zoom: het is de vraag of je wel van een beek mag spreken. De huidige Zoom wordt namelijk ook Moervaart genoemd, en die naam verraadt het al: deze waterloop is een oeroude, gegraven vaart, aangelegd voor het vervoer van turf (moer). Daar staat tegenover dat die vaart gevoed wordt door natuurlijk water vanuit de Kalmthoutse Heide, waar ook de Rissebeek ontspringt, die richting Roosendaal stroomt. Het zou dus goed kunnen dat het tracé van de Moervaart ook (deels) de oorspronkelijke loop van zo’n beekje volgt.
De verwarring over de status van deze waterloop heerste al in de zeventiende eeuw. Jacob Baselis, een gereformeerd predikant in Bergen op Zoom, publiceerde in 1603 zijn boek over De Belegheringhe van Bergen op Zoom. In dit boek bestrijdt hij de mening dat de naam van de stad afgeleid is van een riviertje de Zoom, waaraan de stad Bergen zou liggen. Die vergissing wordt volgens hem in hand gewerkt door landkaarten waarop de landmeters de turfvaart tekenden als fluvius Zoom, ofwel de rivier de Zoom.
Grebbe
Een bijzonder aspect van de Zoom is het laatste stuk door, of liever onderdoor de stad. De Moervaart verbindt de stad en de moeren ten zuiden van Wouw. Over dit kanaal werd de turf met trekschuiten naar de stad geleid. Daar sloot het aan op de Grebbe, een ander kanaal dat in diezelfde periode moet zijn gegraven om een einde te maken aan periodieke wateroverlast in het laaggelegen stadscentrum. De Grebbe was dus oorspronkelijk een afwateringskanaal van de Zoom, maar verbond tevens de oostelijke venen met wat nu de binnenhaven is (toen een natuurlijke kreek).
In 1429 sloot de stad Bergen op Zoom een overeenkomst met turfstekers, waarbij het stadsbestuur zorg moest dragen voor een goede werking van de Grebbe, met name de zich daarin bevindende spuien. Deze dienden immers om voldoende water in de turfvaarten te houden. Een tekst uit 1448 maakt duidelijk dat de stad alleen geld wilde steken in de goede doorvaart als de turf uitsluitend in de Bergse haven verkocht zou worden. Zo werd de Grebbe dus tegelijk een moervaart.
Verstopt onder de grond en bijna 700 meter lang, behoort de Grebbe tot een van de grootste gebouwde monumenten van de stad. Eigenlijk realiseert men zich dat pas sinds eind 1998, toen een archeologische expeditie afdaalde in de Grebbe om een deel ervan nauwkeurig te onderzoeken, fotograferen en beschrijven.