Skip to content

Verdwenen Poldermolen F Letterbox Hybrid

This cache has been archived.

LaagHolland_A_E: Nee. Ik ga hier niets meer mee doen. Deze gaat het archief in en de plek is vrij voor een andere cache.

More
Hidden : 9/23/2016
Difficulty:
1.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


Dit is een offset-multi in Letterbox vorm. De cache ligt op een plaats waar vroeger watermolens stonden. In het landschap kunt u ook nu nog de oude waterlopen herkennen die samenhangen met de standplaatsen van de molens, bijna een eeuw nadat ze zijn gesloopt.

De stempel in deze cache is het molenaarsmerk van Claes Dircxsz Bloothooft.

Poldermolen F

Hierboven ziet u een recente luchtfoto van de verlaten kaai van Poldermolen F. Daarnaast een foto uit de tijd dat de molen er nog stond maar niet meer in functie was.

De eerste standplaats van poldermolen F

Bij de inpoldering van de Schermeer in 1633 werden langs de randen van het meer watermolens gebouwd. Zo werd aan de westkant van de Schermeer, op het voormalig schiereiland De Bosch een dubbele drietraps molengang gepland. In dat jaar werden de molens genummerd 1 – 4 gebouwd, molen 3 is de molen “Achter Oudorp” die later werd verplaatst naar polder F. In 1633 stonden ze er als twee boven- en twee ondermolens, waarbij de laatste vanaf 20 juni 1634 tijdelijk als bovenmolen werd ingezet. Later werden ze door een dwars door het schiereiland De Bosch aangelegde molenkolk met de bovenmolens verbonden.

In 1634 werden oostelijk van het schiereiland twee ondermolens toegevoegd, die op 20 april 1635 in bedrijf gesteld werden. Al snel bleek dat er meer molencapaciteit aan de oostkant van de Schermeer nodig was. De molens bij Oudorp zijn eind 1635 verplaatst. Bovenstaande kaartbeelden tonen de situatie. De rechterkaart was een werkdocument waarop met doorkruisingen is aangegeven welke molens waren verplaatst.

Resolutiën

Resolutiën
Het waterschap van de Schermeer hield verslag bij van haar besluiten en activiteiten in documenten. Deze zogenaamde Resolutiën zijn bewaard gebleven en zijn een bron van informatie over de beginperiode van de drooggemalen Schermeer. Zo weten wij dat ene Jan Hendricxsz. in de beginperiode molenaar was van poldermolen F.

Molenaar Jan Speck

Jan Hendricxsz. Speck is vanaf het begin van de droogmaking als molenaar bij de polder betrokken. Hij is de eerste molenaar van een molen Achter Oudorp, die op dat moment molen nr.3 heet. (zie afb. 2). In de beginperiode van de Schermeer zijn regelmatig molens verplaatst om het bemalingsplan te optimaliseren. Molen 3 heeft ook niet lang bij Oudorp gestaan. In de Resolutiën staat verder dat Jan Hendricxsz. uit Amstelveen komt.

Jan Hendricxsz. Speck schijnt bij de molenaars een goede reputatie te hebben. Dat blijkt bijvoorbeeld uit het feit dat hij jarenlang het molenaarsloon voor zichzelf en andere molenaars ophaalt. Toch fluctueren zijn inkomsten sterk. Hij spreidt het risico en zoekt bijverdiensten in de huur van wegen en de pacht van riet, soms samen met een rietdekker. Bij aanvang van de inpoldering huurt hij gelijk een stuk land (het Kerckebosch), een mee-ingepolderd stuk land dat in de buurt van zijn molen 3 ligt. Dat gebeurt in de periode april 1638 – april 1639 nog eens, en een aantal jaren later opnieuw.

Aannemer Jan Speck

Naast zijn molenaarsloon verdient Jan Speck bij door in opdracht van het polderbestuur diverse grondwerkzaamheden uit te voeren. De eerste jaren werkt hij hard in de directe omgeving van zijn molen Achter Oudorp. De droogmaking is pas begonnen en er hebben regelmatig aanpassingen plaats om het droogmaak-proces volgens plan te laten verlopen. Wanneer is 1636 polder F droogvalt, verhuist hij met zijn molen mee van Achter Oudorp naar polderafdeling F. Voor de verplaatsing van de molen van Jan Speck krijgt timmerman Gerrit Cornelis Kunst 841 gulden en 4 stuivers betaald, omdat hij de derde molen achter Oudorp heeft verzet en ‘verstelt’ (aangepast) tot een poldermolen. Hij heeft het karwei aangenomen voor 900 gulden, maar wegens ‘wanleveringe’ wordt de timmerman 58 gulden en 16 stuivers gekort.

Jan Speck is een ondernemend man. Hij graaft de kavelsloten in de polders G en H en hij graaft de Westertocht. In polder F zijn problemen met de verschillen in hoogte binnen deze polder. Hierdoor staan de hoger gelegen delen droog, terwijl de lager gelegen delen wateroverlast hebben. De bedragen, die Jan Speck met zijn inspanningen verdient, zijn soms zo hoog, dat het waarschijnlijk is dat hij niet alleen werkt, maar diverse arbeiders of medemolenaars achter de hand heeft, die hij voor hun werkzaamheden uitbetaalt.

In de periode april 1641 – april 1642 heeft Jan Speck een topjaar en verdient hij naast zijn molenaarsinkomen rond 1680 gulden bij. Blijkbaar heeft hij een goede verhouding met het polderbestuur, en beschikt hij over het organisatievermogen en het materiaal om zware klussen te klaren. Bij door hem aangenomen werkzaamheden aan de brug en de overtoom bij Schermerhorn is sprake van de inzet van paarden en wagen. Bij het afpolderen van de E en de F schiet hij de huur voor een schuit voor. Ook krijgt hij een lening van 430 gulden, die hij het jaar daarop verrekent met door hem verrichte werkzaamheden in het verhogen van de ringdijk bij het Schermerwegje. Hij wordt gedurende een jaar belast met het toezicht en de instandhouding van de dammen in de polder F, waarvoor hij 8 gulden ontvangt. Toch zijn het niet alleen grote klussen, waarmee hij bijverdient. Ook het reinigen en krozen van de sloten in polder F, behoren tot zijn vaste werkzaamheden.

Additional Hints (No hints available.)