Dit is een offset-multi in Letterbox vorm. De cache ligt op een plaats waar vroeger watermolens stonden. In het landschap kunt u ook nu nog de oude waterlopen herkennen die samenhangen met de standplaatsen van de molens, bijna een eeuw nadat ze zijn gesloopt.
De stempel in deze cache is het molenaarsmerk van Dirck Nanningsz.
Poldermolen boven GH
Hieronder ziet u een recente luchtfoto van de verlaten kaai van Poldermolen boven GH. Daarnaast een ansicht uit de tijd dat de molen nog in functie was.
Poldermolen H was in 1634 gebouwd als Ondermolen 14 op De Blokkers, een van de ingepolderde eilandjes in de Schermer. In 1635 werd hij verplaatst naar polder H. Omdat er hoogteverschillen waren in de polders G en H werden de polders G en H in 1637 heringedeeld. De molen van G werd beneden GH, de molen van polder H werd verplaatst van de Zuidervaart naar de Noordervaart om polder Boven GH te gaan bemalen.
Jan Jansz. (Jan in de Kil)
De naam Jan Jansz. komt niet in de Resolutien voor, hoe algemeen deze naam ook is. Hij is hij pas goed traceerbaar wanneer hij als Jan Jansz. Kil in een poldermolen in de boven GH woont. Of hij vanaf de aanvang van de droogmaking in de polder werkzaam is, is niet duidelijk. Op 20 september 1636 haalt zijn zoon, Jacob Jansz. ¼ jaar maalloon op voor zijn vader: ‘Jan in de Kil’. Hij heeft in die periode ook een kavelsloot gegraven in de letter H. Dat hij daar woont, is niet waarschijnlijk, want er wordt voor diezelfde periode door Arent Dircxsz. , voor 21 molenaars maalloon opgehaald, waaronder die in de H.
Door de grote hoogteverschillen binnen de polders G en H zijn er grote problemen met de waterbeheersing, zodat op 15 april 1637 tot een andere indeling wordt besloten. De hoger gelegen delen worden samengevoegd tot de polder boven GH. De lager gelegen delen vormen samen de beneden GH. De Westertocht vormt de grens tussen beide polderafdelingen. Voor de bemaling van de beneden GH blijft de poldermolen in de G, waar Dirck Bijl woont, gehandhaafd. Voor de bemaling van de polder boven GH wordt de poldermolen, die voorheen in H stond, verplaatst naar de zuidkant van de Noordervaart, waar deze molen nu op uit gaat malen. Omdat Jan Jansz. Kil op 20 september 1636 voor het eerst voorkomt als’ Jan in de Kil’, maar pas na 15 april 1637 in de boven GH kan gaan wonen, is het niet waarschijnlijk dat zijn naam iets van doen heeft met de situatie in de boven GH. Mogelijk is hij voorheen werkzaam geweest in de Kilpolder in de Beemster.
Jan Jansz. komt als Jan in de Kil geregeld in de Rekeningboeken voor. Meestal is hij werkzaam in de polder G. Hij rijdt bijvoorbeeld 8 dagen aarde met de wagen om een deel van zijn kade en zijn molenwerf op te hogen. Ook kroost en reinigt hij de Westertocht van zijn molen tot de Bloemendalerweg, en slecht verscheidene wegen in de Schermer ‘eerst met de schop en daarna met eijt en paarden.’ In later jaren komt hij evenals Dirck Bijl meestal voor bij het reinigen en krozen van de tochten en sloten in de boven GH. Het laatste wat wij van hem vernemen is in Boek XII (periode april 1645 tot april 1646) wanneer aan zijn vrouw, Griet Volckertsdr. door de heren hoofdingelanden aan de laatste rekening van haar man 25 karolus gulden wordt toegevoegd ‘ in sijne langdurige ellende voor dese mael ende sonder bij anderen in consequentie getrocken te werden.’