Wanneer je als elektromonteur werkzaamheden moet verrichten aan bestaande, soms oude
elektrische installaties, schrik je vaak van ongelooflijk geknoei.
Natuurlijk denken veel mensen dat het even aansluiten van een lampje of stopcontact met behulp van het schema, wel zelf gedaan kan worden.
Het laatste waar men dan bij stil staat, is het opgenomen vermogen in combinatie met de gebruikte bedrading.
Maar al te vaak word je als monteur geconfronteerd met “zware” apparatuur, aangesloten op een
zielig dun snoertje. Bij gebruik ontstaat er veel warmte in zo’n snoertje, wat kan leiden tot brandgevaar!
Wanneer men een aansluiting een stukje wil verplaatsen, bijvoorbeeld een schakelaar die achter een deur of kast zit, wordt er vaak een sleufje in de muur gemaakt en met behulp van een ingemetseld snoertje de aansluiting verplaatst. Ook in voorzetwanden van hout of gips, worden snoertjes gebruikt en regelmatig zonder inbouwdoos. Domweg omdat de ruimte te beperkt is. Geen M3 boutjes maar houtschroeven.
Snoertje tekort? Kroonsteentje in muur of wand. Je krijgt er piekhaar van !!
‘Gelukkig’ schrikken de meesten af wanneer een blik wordt geworpen in de groepenkast.
De wirwar van bedrading is voor amateurs een onbegrijpelijk iets. AFBLIJVEN dus!
Ik ken géén ander vak waarin zó geknoeid wordt.
Daarom deze cache voor de knutselende Geocacher, welke ook leerzaam is!
Enkelpolige schakelaar = 1
Dubbelpolige schakelaar = 2
Lichtaansluitpunt = 3
Wandcontactdoos met randaarde = 4
Serieschakelaar = 5
Wisselschakelaar = 6
Kruisschakelaar = 7
Wissel/wissel schakelaar = 8
Trekschakelaar = 9
Aarde = 0
Altijd de spanning eraf !!!
Of bel de vakman!
Als je alles goed hebt aangesloten mag je deze banner plaatsen.
