Hondenvacht

Haarzakjes

Er is bij de hond meer variatie in het vachttype dan bij de meeste andere huisdieren omdat uit één haarzakje haren van verschillende dikte en lengte kunnen groeien.
De centrale haar die uit een haarzakje groeit is omgeven door vijf primaire haren. Elk haartje heeft een eigen zweetklier, talgklier en haarspiertje. Deze stevige primaire haren kunnen omgeven zijn door kleine secundaire haartjes. Deze secundaire haren hebben wel een talgklier, maar geen zweetklier of haarspiertje, deze haren kunnen dan ook niet rechtop worden gezet.

Vachtstructuur

De primaire haren van de hond worden ook wel dekharen genoemd en de secundaire haren ondervacht. De belangrijkste factoren die het vachttype bepalen is de dichtheid van de haartypen en hun verdeling. De dichtheid verschilt zeer hard. Zo heeft een Yorkshire Terriër op een vierkante centimeter wel honderd haren, terwijl de Finse Spits op eenzelfde oppervlak tot wel zeshonderd haren heeft.
Bij wilde honden, zoals de wolf, en bij rassen zoals de Duitse Herder hebben de dekharen soms heel veel secundaire haren. Rassen zoals de Cairn Terriër hebben een grote dichtheid van de primaire haren en minder secundaire haren, terwijl rassen met een zachte korte vacht zoals de Boxer weinig haardichtheid hebben en meer secundaire haren.

Haargroei

Het haar van de hond groeit over verschillende periode's. Er is een active periode waarin het haar groeit, gevolgd door een rustperiode. De haren vallen uit wanneer de andere haren gereed zijn om deze te vervangen. Deze groeicyclus wordt geregeld door een reeks verschillende factoren, waaronder de omgevingstemperatuur, de daglengte, hormonen, voeding, stress en erfelijkheid. Het grootste deel van het haar wordt in de lente vervangen, wanneer de dikke wintervacht niet meer nodig is. In de herfst wordt de zomervacht opnieuw vervangen door een warme, dikke wintervacht.
Doordat veel honden in verwarmde huizen wonen of in streken met een constante omgevingstemperatuur, is de natuurlijke cyclus van de haargroei vaak gewijzigd. Wijzigingen in de productie van hypofyse-, schildklier- en bijnierhormonen hebben een aanzienlijk effect op de structuur en dikte van de vacht. Zo ook voor de geslachtshormonen, mannelijke hormonen stimuleren grote haardichtheid en vrouwelijke hormonen stimuleren een kleinere haardichtheid.
Er zijn twee specifiekere haartypen naast het normale lichaamshaar. De tastharen zijn afzonderlijke haren die over de hele huid van de hond zijn verspreid, terwijl de kop en de keel zijn bedekt met dikke, stijve haren. Deze twee typen haren werken als tastzintuig.
Bron: www.rashonden.org

A: 225
B: 53
C: 234
D: 292
E: 205
F: 171
G: 251
H: 287
I: 223
K: 145
L: 194
M: 197
N: 37


A L ( B + D ) ( C - B ) I ( M - N)
F ( H - C - A ) M ( E - 1 ) G ( K - 4 )