Skip to content

Stompwijk - Laurentiuskerk Traditional Cache

This cache has been archived.

Dragon1ord: De locatie is weer vrij echter door de verbouwing is de plek niet meer geschikt. Ik kan helaas op korte termijn geen nieuwe leuke plek vinden. Deze gaat dus helaas in het archief.

More
Hidden : 11/2/2014
Difficulty:
1 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   small (small)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:

Vroeger heb ik veel gespeeld in "het pastoors bos", een stukje bos achter de Laurentiuskerk in Stompwijk, de parochietuin. In de zomer verstoppertje spelen of gewoon struinen en in de herfst kastanjes en beukenootjes verzamelen bij de grote oude bomen die u vanaf het referentie punt kunt zien. De cache mocht niet in het bos worden gelegd maar voor eentje op/bij de parkeerplaats van de kerk kreeg ik wel toestemming.


Deze cache niet 's nachts bezoeken, Stompwijk is en blijft een dorp. De cache bevindt zich in een putje naast het paadje dat links van de pastorie richting de pastorietuin loopt. Hier is ook de fysio en een prikpost van het langeland dus pas op bij het pakken van de cache. Loop na (of voor) het vinden van de cache even naar het referentiepunt.
Hieronder het uitzicht op het referentiepunt, in de verte het heilig hart beeld dat vroeger op het kerkplein heeft gestaan. Het beeld is meerder keren verplaatst onder andere naar het kerkhof rechts van de kerk. Ook heeft heet nog een poos op het grasveldje voor op de foto gestaan en nu dus naast het watertje achter de parochie. In het midden de grote beukenboom en links daarvan de Kastanje waar wij in de herfts altijd kastanjes en beukennootjes zochten.

Uitzicht op het bos

De Laurentiuskerk in Stompwijk dateert uit 1873. Pastoor Joannes Canters (1870-1884) heeft de kerk laten bouwen.

Canters werd op 16 januari 1824 te Tilburg geboren en priester gewijd in Haren op 17 juni 1848. Hij was van 1870 tot zijn dood pastoor van Stompwijk en overleed aldaar op 19 januari 1884. Hij heeft in Stompwijk een nieuwe kerk en pastorie laten bouwen. Bij zijn komst was de kerk zo bouwvallig, dat hij onmiddellijk plannen moest maken voor de bouw van een nieuwe kerk.

Reeds op 30 november 1870 vroeg het kerkbestuur aan de bisschop machtiging daarvoor. Architect E. J. Margry uit Rotterdam had een plan gemaakt. Margry ontwierp een driebeukige neogotische kruiskerk waarvan de bouwkosten werden geraamd op 56.760,- waarbij dan nog 1500,- kwam voor een noodkerkje.

Als geldmiddelen voor de kerkbouw werden genoemd de vrijwillige bijdragen tot 18.000,- het kerkenkassaldo van 3600,- en de verkoop van de helft van een boerenwoning met 27 morgen land voor 20.000,- nog vijf morgen land voor 5000,- en tenslotte een geldlening van 13.000,-.De boerenwoning was in 1766 aan de kerk en de armen overgemaakt bij testament door Cornelis van Egmont en Apollonia van Eick. Het armenbestuur had in een deling en verkaveling toegestemd. Het was een tegenvaller voor de pastoor, dat de bisschop niet wilde toestaan het land te verkopen en bovendien dat het plan van Margry niet solide genoeg was en werd afgekeurd. Hem werd aangeraden een nieuw plan te ontwerpen, dat eenvoudiger zou zijn en meer solide en daarenboven in evenredigheid met de geldmiddelen. Zo kon bijv. de toren minder hoog zijn. De kosten van dit plan werden geraamd op 52.460,-.

Op 10 augustus 1871 werd wederom de goedkeuring van de bisschop gevraagd. Er was nu ook een fundatiegift van de weduwe Anna Onderwater - van Dijk van 1000,- plus een vrije gift van haar van 1000,- terwijl er aan zielemissen een bedrag kwam van 2500,- van Maria Onderwater, de dochter van Ger Onderwater en Anna van Dijk. Van dit geld is ook het Maria-altaar gekocht. Het kerkbestuur verzocht onmiddellijk te mogen beginnen met het maken van de fundering op 434 heipalen om daarmee nog vóór de winter klaar te kunnen zijn; ze hadden het benodigde geld daarvoor klaar liggen. Het verzoek werd ingewilligd; onmiddellijk kon met het maken van de noodkerk begonnen worden en met het leggen van de fundering. Op 28 maart 1871 was daarom de laatste dienst in de oude kerk. Het nogmaals gewijzigde plan werd op 23 oktober 1871 goedgekeurd.Jac. van Santen Jz.(* 1871) legde de eerste steen op 19 maart 1872. Op 25 december 1872 luidden reeds de nieuwe kerstklokken. Er werd overigens voor 1100,- aan eerste stenen gelegd. Inmiddels zag de pastoor zich genoodzaakt ook het kerkhof te vergroten, hetgeen gebeuren moest voordat met de bouw van de kerk een begin werd gemaakt. Toen de kerk klaar was, kwam de pastorie aan de beurt. De kerk werd wegens ziekte van Mgr. Wilmer pas geconsacreerd op 12 september 1878 en wel door Mgr.Snickers.

Laurentiuskerk Stompwijk

De kerk was echter al op 17 maart 1873 ingezegend door deken Bottemanne uit Zoeterwoude. Het orgel uit 1872 kwam van de firma L.Ypma uit Alkmaar.

Op 15 december 1872 schreef het kerkbestuur aan de bisschop, dat de pastorie in zo’n erbarmelijke toestand verkeerde, dat er hoognodig een andere moest komen. Men verlangde een nieuw huis, wederom volgens een ontwerp van E. J. Margry, waarvan de kosten begroot werden op 16.940,-.

De bisschop toonde zich zeer verwonderd, immers, bij de aanvrage voor de bouw van een nieuwe kerk was goedgevonden de pastorie in status quo te laten. De gevraagde machtiging werd echter toch op 31 januari 1873 verleend en op 19 maart werd de eerste steen gelegd, terwijl op 16 oktober 1873 het eerste diner aldaar plaatsvond.

Op 31 maart 1873 was Catharina Olsthoorn de eerste dopeling en op 17 juni 1873 vierde pastoor Canters zijn zilveren priesterfeest.De parochianen gaven hem een nieuw altaar en hij gaf twee biechtstoelen aan de parochie.

In mei 1874 bouwde het kerkbestuur nog een kosterswoning, die 2000,- kostte.De aannemer was J.Peters. Door de bouw van dit alles moest het terrein voor en rond de kerk opnieuw worden aangelegd.

Reeds in 1877 begon de vloer van de nieuwe kerk te verzakken. Er werden gewelven onder aangebracht, waarover in 1882 een nieuwe vloer werd gelegd. Pastoor Canters schreef over zijn parochie; een eenvoudige zedelijke boerengemeente, waar men nog te onbeschaafd is om te kunnen veinzen; waar de mens zich vertoont zoals hij is in zijn eenvoud en oprechtheid des harten; daarbij een nieuwe kerk, eenvoudig en nederig weliswaar, zoals een dorpskerk behoort te zijn, maar toch door haar schone vormen en zuivere bouwstijl de aandacht tot zich trekkende.Had ik nu ook een archief, dat Uw aandacht waardig was, dan zou het geen kunst zijn U (secr. Vregt) eens hier te krijgen. Wat moet het toch een genot zijn in die oude documenten te snuffelen en daaruit de historie van het verleden te halen.

In 1878 komt er een marmeren doopvont van Margry, die mede betaald wordt uit de opbrengst van bovenstaande lammerenmarkt. Die doopvont met deksel kostte 1520,-.

(Bron: Reformatorisch Dagblad)

De volgende gegevens komen uit het parochiearchief:

1892 en 1893:
In de jaren 1892 en 1893 werd het orgel, dat nieuw was, weer afgebroken en in de nis van de toren geplaatst. Door een voorganger was het nieuwe orgel midden op het koor geplaatst met dat lelijke gevolg, dat er te weinig plaats was voor de zangers, zodat er geen goede gelegenheid bestond een flink en ruim koor te maken. Kort daarop werd het orgel beschilderd en de banken er langs geplaatst. Uit een aantekening is gebleken dat het orgel in 1975 weer verplaatst is, daar er stof en steengruis in de pijpen vielen. De hierboven bedoelde banken zijn er uitgehaald.

1921.
De zware storm van 6 november veroorzaakte aan kerk en pastorie een schade van bijna f. 4000,--. Kerk, pastorie en scholen werden aangesloten aan het elektrische net.

1928 - 1929.
De kerk in 1872-73 gebouwd, bleek door verschillende omstandigheden veel gebreken te hebben. De vloer was reeds twee maal vernieuwd en toch zakte deze opnieuw, zodat in bijna geheel het middenschip de banken een schuine stand hadden gekregen. Het 30.000 kilo zware altaar, dat nog niet eens goed op de fundering stond, drukte in het priesterkoor de vloer omlaag en de achtermuur achteruit. De grote storm van 6 november 1921 bracht veel schade, ook blijvende, aan het gebouw toe. Vooral een scheur in de scheidingsmuur van middenschip en absis vlak boven de mensa altaris, wees op het gevaar dat dreigde. De kerk moest volgens een deskundig rapport gerestaureerd worden.
Oorspronkelijk was het plan geweest in 1928 het 300-jarig bestaan te vieren van de parochie o.a. met een Missie; deze moest echter door de restauratie worden verschoven tot einde 1929

De tegelbedekking van de kerkvloer werd voortgezet en daarmee was de inwendige restauratie voltooid. Eerst wanneer de vloer van het priesterkoor gereed was, werd het noodaltaar in het priesterkoor geplaatst, waar het tot
Beloken Pasen 1929 dienst zou doen.
De torenspits, die scheef stond, werd 30 oktober rechtgezet.
In de vroege zomer van 1929 werd weer uitwendig aan de toren begonnen, de noorderkruisgevel hernieuwd. En zo wasbegin 1929 de restauratie zowel inwendig, als uitwendig voltooid. Ook was tijdens de restauratie het orgel geheel schoongemaakt en de speeltafel omgezet. Vroeger zat de organist tegen het orgel aan, met de rug naar het altaar.


1929.
De kerkrestauratie bracht met zich mede de bouw van een nieuw altaar. De parochianen zouden dat aan de kerk ten geschenke geven bij het 300-jarig bestaan van de parochie. De pastoor vormde het plan een vleugelaltaar te doen maken en liet zich daarbij leiden door de gedachte uit te beelden van de verering van het Heilig Sacrament in het bisdom Haarlem: 1e. de Heilige Mis, 2e. de Heilige Communie, 3e. de aanbidding en ten 4e de verdediging van het Heilig Sacrament.
De kunstwerkplaatsen Dr. Cuypers te Roermond kregen opdracht het altaar te vervaardigen. De tombe werd geplaatst in de paasweek van 1929 tegelijk met de Lips' tabernakelbrandkast. De 8e en 9e augustus de bovenbouw, zodat op de patroonsdag 10 augustus voor het eerst de glorie van de kerk door de parochianen gezien werd.
Op 26 september kwam Haarlems bisschop Mgr. Aengenent het altaar consecreren. Van het oude altaar werden overgenomen de mensa en de tabernakeldeuren, terwijl bij de wijding wederom de relikwieën van vroeger werden ingesloten namelijk van de Heilige Martelaren Soter en Donatus. Uit de beschrijving in de Leidsche Courant van 20 augustus 1929 nemen wij het volgende over;

De vier luiken stellen, uitgaande van de expositietroon, in beschilderd houtsnijwerk voor: links: de dood van de eerste pastoor van Stompwijk, Maarten van der Velden, die gestorven is tengevolge van een dodelijke slag tijdens het lezen van de Heilige Mis (1639), rechts: de Heilige Liduina van Schiedam ontvangt de Heilige Communie. Op het luik uiterst links: Keizer Maximiliaan aanbidt te Amsterdam het Heilig Sacrament van Mirakel. Uiterst rechts: de Heilige Martelaren van Gorcum (de Heilige Adrianusvan Beek en de Heilige Jacobus Jacobs, pastoor en kapelaan van Monster) verdedigen het Heilig Sacrament.

Binnenkant

1936.
Aan de firma Petit en Fritsen te Aarle Rixtel is opgedragen het gieten van drie nieuwe torenluidklokken. Tot deze tijd toe is de geschiedenis van het eerste kerkgebouw onbekend. Alleen weten wij, dat het stond op dezelfde plaats als de tegenwoordige kerk. Van de inrichting is niet veel anders bekend dan dat de vrouwen plaats namen op stoelen, de mannen in banken, ruggelings tegen de zijmuren geplaatst. Wanneer het gebouw op een kerk is gaan gelijken en een torentje heeft gekregen is onbekend. Alleen weten we, dat in 1819 een luidklok is opgehangen, een klok van 215 kilo.
Naar wens van pastoor Cornelis Floor is deze klok vervangen voor 3 nieuwe klokken.
Maandag 7 december 1936 kwamen de nieuwe klokken aan. De kleine klok "cis", wegende 254 kilo, de tweede "ais", wegende 433 kilo en de derde "fis", wegende 860 kilo. Tevoren waren zij in de gieterij te Aarle Rixtel en
later, toen zij in de toren waren opgehangen, gekeurd door Prof. Dr. A.Smijers te Utrecht.

Tot zover het deel uit het parochiearchief. Tot 1988 is er niet veel te vinden over de kerk behalve dat er in 1984 een opknapbeurt heeft plaatst gevonden.

1988
De ramen boven het hoofdaltaar worden gerestaureerd. Deze zijn er waarschijnlijk gelijktijdig of kort na het gereedkomen van de kerk in 1873 in geplaatst. Op de bouwtekeningen van E. Margry uit 1871 zijn de ramen en de afbeeldingen namelijk al te zien.

2010-2011
Grondig restauratie van de kerk en pastorie.

Additional Hints (No hints available.)