Le premier usage de la Porte de Trèves (tour carrée d’environ huit mètres de côté et dix-sept mètres de haut) était de permettre l’accès à la ville. En l’an 1332, Jean l’Aveugle, comte de Luxembourg et de La Roche, roi de Bohème et de Pologne, accorde la charte de franchise à la ville. Par cet acte, il permet à celle-ci de s'entourer de remparts, de tours et de deux portes : la Porte Haute (démolie en 1825) et la Porte Basse ou Porte de Trèves. En échange, la ville a pour obligation d’entretenir les remparts et les bourgeois doivent en assurer la garde. En 1688, les remparts sont démolis sur l’ordre du roi Louis XIV et la Porte de Trèves est convertie en prison et en maison de passage jusqu’à la guerre 14-18. Au XIXème siècle déjà, des travaux de restauration ont été nécessaires. Les dégâts causés par l’offensive von Rundstedt en 44-45 ont presque provoqué la ruine du bâtiment. A ce jour, la Porte de Trèves est un des derniers vestiges des fortifications qui entouraient la ville au Moyen-âge.
The first use of the Gate of Trier (square tower about eight meters wide and seventeen meters tall) was to allow access to the city. In the year 1332, John the Blind, Count of Luxembourg and La Roche, King of Bohemia and Poland, grants duty-chartered town. By this act, it allows it to be surrounded by walls, towers and two gates: the Upper Gate (demolished in 1825) and the Lower Gate or Gate of Trier. In exchange, the city has the obligation to maintain the ramparts and the citizens must ensure garde.En 1688, the ramparts were demolished on the orders of Louis XIV and the Gate of Trier is converted in prison and house passage to the 14-18 war. In the nineteenth century, restoration work were necessary. The damage caused by the Rundstedt offensive in 44-45 almost caused the ruin of the building. To date, the Gate of Trier is one of the last vestiges of the fortifications surrounding the city in the Middle Ages.
Het eerste gebruik van de Poort van Trier (vierkante toren ongeveer acht meter breed en zeventien meter hoog) werd de toegang tot de stad te maken. In het jaar 1332, Jan de Blinde, graaf van Luxemburg en La Roche, koning van Bohemen en Polen, verleent belastingvrije gecharterd stad. Door deze daad, maar maakt het mogelijk om te worden omringd door muren, torens en twee poorten: de Upper Gate (gesloopt in 1825) en de Tweede Poort of de Poort van Trier. In ruil, de stad heeft de verplichting om de wallen en de burgers te behouden moet zorgen garde.En 1688, werden de wallen gesloopt op bevel van Lodewijk XIV en de Poort van Trier wordt omgezet in de gevangenis en huis doorgang naar de oorlog 14-18. In de negentiende eeuw, restauratie nodig waren. De schade veroorzaakt door de Rundstedt offensief in 44-45 bijna tot de ondergang van het gebouw. Tot op heden, de Poort van Trier is een van de laatste overblijfselen van de vestingwerken rond de stad in de Middeleeuwen.
Der erste Einsatz des Gate of Trier (quadratische Turm etwa acht Meter breit und siebzehn Meter hoch) war es, den Zugang zu der Stadt zu ermöglichen. Im Jahr 1332, Johann der Blinde, Graf von Luxemburg und La Roche, König von Böhmen und Polen gewährt zoll gechartert Stadt. Durch diesen Akt ermöglicht sie es, die von Mauern, Türmen und zwei Toren umgeben werden: der Obere Tor (1825 abgerissen) und dem Unteren Tor oder Gate of Trier. Im Gegenzug hat die Stadt die Verpflichtung, die Stadtmauer und die Bürgerinnen und Bürger zu erhalten müssen garde.En 1688 zu gewährleisten, wurden die Stadtmauern auf Befehl von Louis XIV und dem Tor der Trier abgerissen wird im Gefängnis und Haus umgewandelt Durchgang zum 14-18 Krieg. Im neunzehnten Jahrhundert waren die Restaurierungsarbeiten notwendig. Der Schaden durch die Rundstedt-Offensive in 44-45 verursacht fast verursacht den Untergang des Gebäudes. Bis heute ist das Tor des Trier einer der letzten Überreste der Befestigungsanlagen der Stadt im Mittelalter umgeben.