Het Mout- en Brouwhuis De Snoek is een gerestaureerd industrieel archeologisch complex. Het belang van dit complex ligt voornamelijk in zijn unieke verzameling mout- en brouwersgerei. Al het mouterij- en brouwerijmateriaal van de Snoek is er niet alleen in situ bewaard gebleven, maar dateert daarenboven ook nog uit de negentiende eeuw. Het mout- en brouwprocédé dat er tot in de vijftiger jaren aangehouden werd, gaat trouwens tot 1840 terug.
Het industrieel complex De Snoek, bestaande uit een indrukwekkend herenhuis en een mouterij-brouwerijgebouw, is een prachtig voorbeeld van de negentiende-eeuwse industriële plattelandsarchitectuur.
Het museum bestaat uit twee luiken. Vooreerst werd de mouterij, die samen met de brouwerij onder één zadeldak steekt, uitgebouwd tot een museum dat het 19deeeuwse moutproces ten voeten illustreert. Tevens wordt er ook een beeld opgehangen van de vele mouterijen die de Westhoek toen telde en van de evolutie die sinds de 19de eeuw het moutproces kenmerkt.
In de brouwerij zelf wordt door middel van een permanente tentoonstelling waarin het situ bewaarde uniek brouwersmaterieel geïntegreerd wordt, het 19de eeuwse productieproces van bier gedemonstreerd. Voorts gaat er ook aandacht naar de evolutie die zich ook op het vlak van bierbereiding sindsdien doorzette. Benevens de bouwactiviteit worden ook alle andere activiteiten die in een brouwerij plaatsvonden, zoals het bottelen, het vervoer, … belicht.
Mout – Brouwhuis De Snoek en WOI
De mouterij-brouwerij de Snoek is met andere woorden de enige brouwerij die nog in alle authentieke glorie illustreert op welke wijze er tijdens de Eerste Wereldoorlog bier werd gebrouwen voor de vele Vlaamse en Waalse soldaten en vluchtelingen die in Bachten de Kupe verbleven. Net als alle andere (maar intussen verdwenen) bierbrouwerijen in dit enige stukje onbezet België, draaide de brouwerij de Snoek tijdens de stellingoorlog op volle toeren. Voor de grote bierconsumptie zorgden vooral de in grote getallen aanwezige soldaten was. Bier was veelal één van de weinige toevluchten om de mensonwaardige omstandigheden waarin zij moesten leven en proberen te overleven, even te vergeten. Om zijn productie te kunnen opdrijven rustte brouwer Vanderheyde zijn brouwerij de Snoek in volle oorlogstijd uit met een stoommachine. Kortom, de oorlog en het daarmee gepaard gaande leed van de fronters waren voor brouwer Vanderheyde en zijn collega’s uit Bachten de Kupe kortom een lucratieve aangelegenheid. Dat hun bier door de grote biervraag aan kwaliteit inboette, was hun in de meeste gevallen geen zorg. ’t Was vlug “goed genoeg vô de soldoaten”, ’s anderendaags wisten ze het misschien toch niet meer.
Rond dit verhaal van (het laven van) de dorst in de Groote Oorlog, het soldatenbier, het ogenschijnlijk amusante pintelieren van de soldaten en het achterliggende leed wijdt het Mout- & Brouwhuis de Snoek een permanente tentoonstelling. Museale randactiviteiten, zoals causerieën, een geleide fietstocht, … zullen doorheen de komende jaren verdere duiding geven bij dit thema.
Een bezoek aan het Mout- en Brouwhuis eindigt in de museumherberg, waar je een streekbiertje kan proeven.