St. ELISABETHSMOLEN NUNHEM
De Elisabethsmolen is te vinden aan de Roggelseweg op coördinaten N 51° 14.982 E 005° 56.163
Vanwege een gemeentelijke herindeling in 2007 zijn een aantal gemeenten in Midden-Limburg samengevoegd tot de gemeente Leudal. De nieuwe plattelandsgemeente, in oppervlakte de op één na grootste gemeente van de provincie, draagt met recht de titel “de molengemeente van limburg”. De waterrad en windmolens hadden een belangrijk aandeel in de regio. Er staat een groot aantal molens, en liefst acht daarvan zijn nog in werking op wind- of waterkracht. Een aantal daarvan zijn zelfs heel bijzonder. Deze reeks gaat over de waterradmolens in de gemeente Leudal. De St Elisabethsmolen werd bedreven als koren- en oliemolen en was een banmolen, d.w.z. dat de omwonenden gedwongen waren hun graan op deze molen te laten malen. Het type molen was een onderslag watermolen. De Leubeek waar de molen aan staat heet tot voor de watermolen de Tungelroysebeek, de Rijdtbeek voegt zich samen met de Tungelroysebeek net voor Heythuysen. Meestal heeft een molen een lange geschiedenis en wordt vaak van eigenaar gewisseld, hieronder vind je een opsomming van de belangrijkste overnames, verbouwingen en gebeurtenissen.
Eigenaar : gemeente Leudal / beheerd door stichting St Elisabethsmolen
Bezoekmogelijkheid: Men streeft ernaar om de molen iedere dag te laten draaien Naastgelegen het restaurant Elisabethshof
Gegevens molen: 1e Houten onderslagrad en as met een diameter van ca 6.70 meter een breedte van 0,9 meter 2e ijzeren middenslagrad met stalen as en een diameter van 6.70 meter werd geplaatst in 1908 een breedte van 0,9 meter
1240: Het Elisabethsdal had waarschijnlijk kort na de stichting de molen in bezit gekregen, maar was jaarlijks cijns verschuldigd aan de heer van Horn.
1278: Het klooster St. Elisabethsdal kreeg van Willem van Horn toestemming de watermolen van Roggel op de plaats ‘Wiere’ af te breken en tegenover het klooster op de Leubeek weer op te bouwen.
1416: De heer van Horn schenkt vreemd genoeg opnieuw de molen aan het Sint Elisabethsdal tegen een jaarlijk cijns. Deze overeenkomst wordt vastgelegd in een charter uit dat jaar waarbij vermeld wordt ‘dat het hele dorp Roggel sal malen op dye moelen’. De Elisabethsmolen was een banmolen, d.w.z. dat de omwonenden, in dit geval de Roggelnaren, gedwongen waren hun graan op deze molen te laten malen. De molenban werd opgeheven toen de Fransen het klooster in 1796 in bezit namen
1617: De eerstvolgende molenaar die bekend is, heette Jan Vermeulen. Het geslacht Vermeulen bleef ruim anderhalve eeuw op de molen, en claimde in de 18e eeuw het eigendomsrecht wat vele processen tot gevolg had.
1792: Het klooster heeft voor de periode van twaalf jaar een pachtcontract gesloten met de weduwe Clephas Janssen die ook de Leumolen in pacht had.
1796: Evenals de Leumolen werd de St. Elisabethsmolen door de Fransen in 1796 onteigend en verkocht door middel van een openbare verkoop. Na de onteigening door de Fransen in 1797 kochten drie ex-religieuzen de Leumolen en de Elisabethsmolen, maar niet lang daarna heeft advocaat A.G. van Mulbracht de Elisabethsmolen verworven. Rond 1800 pachtte de familie Clephas zowel de Leumolen als de Elisabethsmolen.
1840: In dit jaar wordt de watermolen opgetrokken in steen. De molen, een graan-, zaag- en oliemolen, wordt dan groter dan de Leumolen. Het belastbaar inkomen van de St. Elisabethsmolen werd in 1843 op 250 gulden en die van de Leumolen op 130 gulden geschat. Rond 1840 lijkt de molen op naam te staan van C. Waegemans ook eigenaar van de Leumolen.
1844: In 1844 brandde de molen af door brandstichting maar werd snel weer herbouwd. Ten tijde van de brand in 1844 was de molenaar J.M. Heckers.
1854: Na de dood van Van Mulbracht vererfde de molen naar een van zijn dochters. Zij was getrouwd met Louis Beerenbroek die de goederen op zijn naam kreeg.
1856: Op 31 maart wordt een inboedel op de watermolen geveild, steeds een teken van vertrek, overlijden of faillissement. Johannes Brackers is de nieuwe molenaar van 1856 tot 1868.
1873: Renier Joseph Snijders wordt molenaar op St. Elisabeth
1875: Er volgde een uitbreiding van het gebouw bij de molen, het totaal omvatte een watermolen, een woonhuis en een boerderij.
1884: Hun zoon Oscar Beerenbroek erfde in 1884 de watermolen. Toen hij in 1916 kinderloos stierf, werd de molen openbaar verkocht.
1904: Winand Jeuken was de pachter van de boerderij met watermolen, maar hij werd niet aangeduid als molenaar. Blijkens advertenties huurde hij molenaars in. Jan Winkelmolen die in 1906 molenaar / eigenaar werd van de Nunhemermolen en in 1918 van de Aurora in Baexem, leerde malen op de Elisabethsmolen.
1908 / 1909 : Werd het complex met landbouwschuren verder uitgebreid en kreeg de molen het aanzien van een boerderijmolen. Het houten waterrad en de houten as werden bij die gelegenheid vervangen door ijzeren constructies.
1937: Mathias Geenen was de hoogste bieder en werd eigenaar van de molen. Geenen overleed 5 juli 1938.
1942: Scheres raakte in februari bij een poging ijs los te hakken bekneld tussen het waterrad en de muur. Hij overleed aan zijn verwondingen en liet een vrouw met tien kinderen achter.
1944: In de nadagen van 1944 trokken de Duitsers zich terug uit zuidelijk Nederland. Ze hadden de opdracht dat wat van nut kon zijn voor de geallieerden zoals bruggen, molens en kerktorens op te blazen. In de Elisabethsmolen lag munitie opgeslagen en de watermolen ging mee de lucht in toen een zware lading bij de brug aan de kant van de molen tot ontploffing werd gebracht. Andere getuigenissen spreken van het tot ontploffing brengen van de munitie in de molen.
1958: Het stuwrecht is afgekocht.
1961: Door een ruil van goederen is Staatsbosbeheer in 1961 eigenaar geworden, maar de dienst heeft het bezit inmiddels verkocht aan de gemeente.
2013: Begin maart werd bekend gemaakt dat de gemeente Leudal 160.000 euro subsidie ontvangt om met behulp van waterkracht stroom op te wekken bij de St Elisabethsmolen. Daartoe zal er een waterrad met turbine geplaatst worden. De insteek is om met de opbrengst een tiental huishoudens van elektriciteit te kunnen voorzien. Het gemiddelde jaarverbruik van tien huishoudens bedraagt .ongeveer 40.000 kWh, dat vraagt van de watermolen een dagelijks rendement van 110 kWh, per uur ongeveer 4,5 als het waterrad 24 uur per etmaal draait. Een reëel scenario. 2013
2014: De renovatie van de St Elisabethsmolen is van start gegaan Er wordt een geheel nieuw sluiswerk en een nieuw houten schoepenrad geplaatst dat gekoppeld is aan een generator die stroom opwekt. De turbine wekt ongeveer 53.000 kWh stroom op, dat is voldoende voor circa 15 huishoudens. De opbrengst van de elektriciteit wordt ingezet voor het beheer en onderhoud van de molen én ook voor het organiseren van educatie over de molen en de energieopwekking. Verder komt er een dak boven om de molen en de installatie te beschermen tegen weersinvloeden. De watermolen wordt daarmee een nieuwe toeristisch-educatieve trekpleister voor het Leudal. 2014
2015: Na een restauratie van de fundamenten en muren is een nieuw waterrad en generator geplaatst. Op 12 juni is de molen officieel in gebruik genomen. De opgewekte elektriciteit wordt geleverd aan de naastgelegen Elisabethshof en aan het net.