[DPE2017] De jacht op ridder Klebol Letterbox Hybrid

De jacht op ridder Klebol van de Verbrande Hoef

Willem van Duivenvoorde en zijn 4-5 kilometer lange jacht op Ridder Klebol van de Verbrande Hoef. Beter bekend als “De Dolende Roofridder”.

Hier in de omgeving in de middeleeuwen woonde een Roofridder die op pad ging om te roven en te plunderen en hierbij wel dertig 'dorpers’ dagelijks doodsloeg. Hij gijzelde ook kooplieden uit Holland en Vlaanderen, en sloot ze op in onderaardse kerkers om ze tegen hoog losgeld te verkopen.

Deze ridder genaamd Klebol zou ook drie vaten goud uit de Dongense kerk hebben geroofd en deze in zijn tuin hebben begraven.

Vandaag ga je op zoek naar dit goud.

Begin je zoektocht door vanaf het parkeer coördinaat / startpunt het fietspad te volgen in oostelijke richting totdat je het jaartal 2015 tegenkomt op een zitmeubel. Zoek goed! Dit is A

A         Neem hier letter 11, 28, 2 en 8.                    

'Nu is het klaar’ zei Willem van Duivenvoorde de heer van Strijen, die kastelen bezat in Geertruidenberg en in Oosterhout en waar tot voor zijn poorten werd geplunderd en geroofd.

Hij beval zijn leger Klebol te gaan vangen. Het leger volgde Klebol in dezelfde richting waarin hij vertrokken was en ze marcheerden tot ze bij een splitsing niet wisten welke kant ze op moesten gaan. Een stalen kluis werd hier wel aangetroffen, helaas bleek deze geen gestolen goud te bevatten maar wel een hint om de jacht op Ridder Klebol te kunnen vervolgen. De naam die hier werd gevonden was niet die van de straat waar ze naartoe moesten. Ze vervolgden hun weg over het andere pad. Slingerend door dit doolhof werd hun weg vervolgd en tot vier maal toe werd een straat met een dood einde voor stalen koetsen vermeden.

Aan het einde van dit doolhof werd snel duidelijk dat de tijd begon te dringen want het was hier bezaaid met ‘de hoofdjes van kinderen’ van dorpers.

Hun achterstand op De Roof Ridder werd groter en daar moest rap iets aan gedaan worden.

Gelukkig was er iemand zo vriendelijk geweest om met een pijl de juiste richting aan te geven die ze moesten vervolgen. Op misschien wel het 31^ste  knooppunt aangekomen konden ze even verderop aan de rechterkant twee plakkaten zien. Wellicht zouden deze meer informatie bevatten en ze spoedden zich er naar toe. Dit is B

Om tijd in te lopen op Ridder Klebol werd de paardentram ingeschakeld, niet helemaal tot aan de halte want zover konden ze waarschijnlijk nog helemaal niet zijn. Maar de informatie van de plakkaten was genoeg om een grote stap in te lopen.

Hier waar meer dan het Brabantse Water rijkelijk vloeit werd al weer een hint gevonden.

(stapel tel alle cijfers)0 meter moest er ongeveer afgelegd worden in de richting van de lijn naar de kant van A om weer het Brabantse Water te kunnen vinden. Daar werd rechts gehouden om bij de laatste boom in de rij een grootte sprong te kunnen maken. Een sprong zo groot om vanaf "hier" wel 62° en 118 meter hier vandaan de sporen van De Roof Ridder verder te kunnen volgen bij de oudpapieropslag waarop 1/3 van het aantal flinke passen werd vermeld die gezet moesten worden om tussen de kruidenierszaken te lopen en op het punt te komen waar de spanning gevaarlijk op kon lopen. Dit punt gaf hen een nieuwe aanwijzing C

Doordat de grote heerser uit die tijd Willem van Duivenvoorde de heer van Strijen was, die kastelen bezat in Geertruidenberg en in Oosterhout en 1 van de heren van Dongen was, kon het leger zonder tol te betalen passeren om bijna direct daarna de afslag te nemen. De 11 cijfers die ze hier vonden werden genoteerd want al eerder was gebleken dat hier waardevolle informatie uit te halen viel. Er werd al snel ontdekt dat het spoor hier dood loopt maar niets kon ze tegen houden.

Ze bleven vol goede hoop doormarcheren tot voorbij Lantaarn 57 waar ze rechtsaf bogen om hun missie voort te zetten om Ridder Klebol in zijn kraag te vatten.

Een zware tegenslag moesten ze daar verwerken want hier aangekomen bleek “De Dolende Roofridder” flink te hebben huisgehouden. Meerdere dorpers waren het slachtoffer geworden van zijn gewelddadige praktijken. 23 huizen die zij links en rechts passeerden waren gemarkeerd met een kruis.

Dit moest haast wel het zwaarst getroffen deel van de gemeente zijn en in stilte werd deze gehele weg uitgelopen denkende aan de vele slachtoffers die “De Dolende Roofridder” had gemaakt.

Een spoor van vernielingen in de muren werd gevolgd om aan te komen op de locatie waar nog goed te zien was hoe het Mariabeeld door het dak naar buiten was gevlucht op het moment dat de duivel zelf in de vorm van Ridder Klebol de drie vaten goud uit de kerk kwam roven.

B         P.L.      R7       W5      -aurent u = nk

te gaan. Een wel erg klein huisdier dat zich schuilhield achter een lantaarnpaal gaf met zijn neus naar rechts al aan in welke richting ze moesten lopen aan het einde van deze straat.

Ridder Klebol en zijn mannen hadden hier geprobeerd de weg met bomen te versperren maar het leger van van Duivenvoorden wist zich hier om heen te manoeuvreren en vervolgden hun weg rechts aanhoudend door het bamboebos.  Het was voor hen nu duidelijk dat er aardig wat van de achterstand was ingehaald. Was er dan nu eindelijk zicht op het in de kladden vatten van “Klebol”?

Een helse bui die kort maar zeer krachtig was geweest had delen van de tekst van een verordening opgesteld door de lokale gemeente weggevaagd. Hieruit was op te maken dat ook hier De Dolende Roofridder niet meer welkom was.      Deze verordening is D

Het spoor volgend werd het pas echt duidelijk dat ze “Ridder Klebol” op de hielen zaten, halverwege was een paaltje geraakt door het goud en de sporen waren nog vers waardoor deze geel zag van het goud en stond te blinken in de eerste stralen zon die door het dikke wolken dek heen kwamen.

De eerste vier cijfers op deze paal bleken even later nuttig te zijn. Aan het einde van het pad marcheerde  het leger naar

C 6  2  19  20  15  22            

om daarna de eerste twee cijfers op te tellen en aan de andere twee niets te doen. Dit gaf hen wel het aantal engelse voet die ongeveer nog gezet moesten worden (856 voet = 260 mtr) om “De Dolende Roofridder” “Ridder Klebol” dan toch eindelijk te grazen te nemen.

Je kijkt hier nu uit over de locatie waar tussen 1335 en 1744 het huis van Willem van Duivenvoorden heeft gestaan. Het bestond uit een hoofdburcht en een voorburcht. De hoofdburcht had een eigen gracht. De beide delen waren verbonden met een vaste brug.

Tussen 1556 en 1656 werd het huis verwoest door brand, en sindsdien spreekt men van “de verbrande hoef”. In de sage is “de verbrande hoef” de woning van “De Dolende Roofridder” “Ridder Klebol”. In tegenstelling tot de sage heeft hier echter zijn belager Willem van Duivenvoorden gewoond en na dien een bastaard kind van hem Beatrijs die met Roelof van Dalem was getrouwd. Als je je gezicht afwend van de gracht vind je rechts van het hek in de bossen een miniuitvoering van de burcht van Willem van Duivenvoorden waar Klebol volgens de verhalen in de kerkers werd achtergelaten tot de luizen hem hadden opgegeten.

Om toegang te krijgen tot de burcht dien je gebruik te maken van (een deel van) de 11 cijfers die je eerder had opgeschreven want die komen hier van pas op de volgende wijze:

Neem voor slot 1 cijfer 4, cijfer 1, cijfer 6 en cijfer 11.
Neem voor slot 2 cijfer 4, cijfer 5, cijfer 2 en cijfer 3.