Skip to content

MEE 2017: MEEdische feiten, fabels en weetjes Mystery Cache

Hidden : 7/21/2017
Difficulty:
2.5 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   micro (micro)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:

Wereldwijd zijn er heel wat uitspraken over de geneeskunde bekend. Maar welke zijn nou echt waar, en welke zijn fabels? En hoe goed is jouw MEEdische kennis eigenlijk?


Hieronder volgen 10 MEEdische uitspraken, die zowel feiten, fabels als kennistesters kunnen zijn. Kies bij iedere uitspraak het juiste antwoord.

Uitspraak 1: Antibiotica helpen tegen verkoudheid.

  • Ja. Twee weken lang iedere dag een pil innemen en je klachten zijn zo goed als weg. A=3
  • Ja. Na zes weken zijn alle bacteriën verdreven. Maar de meeste mensen genezen vanzelf van een verkoudheid, daarom worden antibiotica niet zo vaak gegeven. A=8
  • Nee. Een verkoudheid wordt veroorzaakt door een virus. Antibiotica helpen tegen bacteriën, niet tegen virussen. A=4
  • Nee. Antibiotica zijn voor bacteriën die in je bloed zitten. Bij een verkoudheid zitten bacteriën niet in je bloed, maar blijven ze in je neus en keel. A=7

Uitspraak 2: Waterpokken en gordelroos worden veroorzaakt door dezelfde ziektemaker.

  • Nee. Waterpokken krijg je als je jong bent. Daarna ben je beschermd. Gordelroos kan je dus niet van dezelfde ziektemaker krijgen. B=6
  • Nee. Waterpokken worden veroorzaakt door een virus, gordelroos wordt veroorzaakt door een bacterie. B=1
  • Ja. Waterpokken komen door een virus, dat na besmetting in je lichaam blijft. Van datzelfde virus kan je later gordelroos krijgen, als je weerstand wat minder is. B=2
  • Ja. Sommige mensen zijn na waterpokken beschermd, maar niet iedereen. Op latere leeftijd kan je soms dus opnieuw waterpokken krijgen, maar dan heeft het een andere naam. B=8

Uitspraak 3: Een baby heeft meer botten dan een volwassen persoon.

  • Ja. Door de tijd heen groeien sommige botten aan elkaar. C=9
  • Nee. Als je volwassen wordt, komen er juist meer botten bij: in je handen en in je voeten, maar ook in je ruggengraat. C=4
  • Nee. Dit blijven er evenveel. C=6

Uitspraak 4: Rood-groen-kleurenblindheid komt veel vaker bij mannen voor dan bij vrouwen.

  • Nee. Mannen en vrouwen zijn even vaak rood-groen-kleurenblind. Dat heeft niks met geslacht te maken. D=5
  • Ja. De afwijking hiervoor zit op het X-chromosoom. Mannen hebben maar een X-chromosoom, dus zijn dan meteen kleurenblind als ze die afwijking hebben. Vrouwen hebben twee X-chromosomen. Vrouwen zijn pas kleurenblind als de twee chromosomen allebei zijn aangedaan. D=2
  • Ja. De afwijking hiervoor zit op het Y-chromosoom. Mannen hebben wel een Y-chromosoom, vrouwen niet. Vrouwen worden alleen kleurenblind door een spontaan ontstane afwijking. D=4

Uitspraak 5: Aderlaten, een behandelmethode uit de Middeleeuwen, wordt nu niet meer gedaan.

  • Ja. Het idee was vroeger dat bloed 1 van de 4 lichaamsvochten was. Ziekten konden veroorzaakt worden door een verkeerde balans tussen die 4 lichaamsvochten, dus met aderlaten kon je die verhelpen. Tegenwoordig slaat dat nergens meer op. E=3
  • Nee. Aderlaten wordt nog steeds gedaan als behandeling tegen hoge bloeddruk. E=9
  • Nee. Aderlaten wordt nog steeds gedaan als behandeling tegen ijzerstapeling. E=1

Uitspraak 6: Stress is een belangrijke oorzaak van maagzweren.

  • Nee. Stress heeft helemaal niets te maken met maagzweren. F=1
  • Ja. Bij stress maakt je lichaam stoffen aan die je maagwand direct beschadigen. F=6
  • Nee. De maagzweer zelf wordt niet veroorzaakt door stress, maar in de meeste gevallen door een bacterie. Maar stress en andere factoren, zoals roken, kunnen de klachten van een maagzweer wel verergeren. F=7

Uitspraak 7: Appendix is de medische benaming voor de blindedarm.

  • Ja. Appendicitis betekent namelijk ook blindedarmontsteking. G=6
  • Nee. De appendix is niet de blindedarm, maar een aanhangseltje ervan. G=3
  • Nee. Appendix is de medische benaming voor de alvleesklier. G=8
  • Nee. Appendix is de medische benaming voor de twaalfvingerige darm. G=5

Uitspraak 8: Suikerziekte krijg je doordat je te veel suiker eet.

  • Ja. Daarom heet het ook suikerziekte. Hierdoor blijft er te veel suiker achter in het bloed. H=9
  • Nee. Suikerziekte krijg je doordat de alvleesklier niet meer goed zijn werk kan doen. Overgewicht heeft daar trouwens wel invloed op. H=1
  • Nee. Suikerziekte krijg je doordat je lichaam door een fout te veel suiker opneemt uit je maag. H=5

Uitspraak 9: Wortels eten is goed voor je ogen.

  • Ja. In wortels zitten stoffen die je netvlies goed kan gebruiken. I=8
  • Nee. Dat is maar een fabel. I=2
  • Ja. In wortels zit een stofje waardoor je pupil makkelijker groter en kleiner kan worden. I=3

Uitspraak 10: Gal wordt gemaakt in je galblaas.

  • Ja. De galblaas ligt net onder de lever. De gal die hier wordt gemaakt komt via de galwegen in je darmen terecht. J=4
  • Nee. Gal wordt gemaakt in je alvleesklier. De gal wordt dan tijdelijk opgeslagen in de galblaas, voordat het de darmen in gaat. J=5
  • Nee. Gal wordt gemaakt in je lever. De gal wordt dan tijdelijk opgeslagen in de galblaas, voordat het de darmen in gaat. J=7

De cache kan je vinden op:
N51 (C*G - H). (A + G) (B - D) (E - H)
E005 (F + G + I + J). H (F - J) (D + E)

Additional Hints (Decrypt)

Grtra tebgr obbzfgnz nna, baqre xyvaxre.

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)