Skip to content

#32 Een winderige toer Mystery Cache

Hidden : 1/8/2018
Difficulty:
3 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   micro (micro)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:



EEN WINDERIGE TOER…

DE SERIE

Op het eiland Goeree-Overflakkee zijn vele geocaches te vinden. Wat nog ontbrak was een “geo-art” van enig formaat. Met deze serie moest het er dan toch van komen. Daarnaast houden wij zelf van wandelingen van rond de 15 km en dat was in dit gebied en met deze art te verwezenlijken.

Deze trail bestaat uit 45 caches en 3 extraatjes die je alleen via veldpuzzels kunt vinden. Alle coördinaten van deze serie zoals deze bovenaan de listing staan zijn fictief. Het coördinaat bovenaan de listing is dus niet de cache locatie. De puzzels variëren in type en moeilijkheid, evenals de caches. Veel caches zullen gemakkelijk te vinden zijn. Uiteraard wordt onderweg wel gezorgd voor de nodige afwisseling in caches maar ook in landschap. De bedoeling is een mooie wandeling of fietstocht. De trail mag alleen tussen zonsopgang en zonsondergang gedaan worden.

ONDERWEG

Voor de bewuste caches langs het haringvliet is melding gemaakt bij het Waterschap Hollandse Delta en plaatsing van de caches is akkoord. Waarvoor dank!

Omschrijving Omschrijving

De totale ronde is ca 16 km en kun je verlengen door caches in de nabije omgeving van deze trail. We adviseren je bij nummer 1 te beginnen. Het mooiste stuk (zeker in de zomer) is dan voor het laatst. Maar over wat mooi is verschillen uiteraard de meningen.

WAT JE MOET WETEN

De meeste caches zijn niet te bereiken met een auto. Locaties hebben geen veilige parkeerplaats en kan hinder opleveren voor verkeer of (de geringe) omwonenden. Doe dit dus niet, we willen geen klachten of onveilige situaties.

Cache 6 t/m 9 is niet met fiets te bereiken. Neem de fiets aan de hand of parkeer hem strategisch.

Bij cache 29 t/m 45 zijn geen honden toegestaan ! Daarnaast mag tussen zonsondergang en opgang het gebied niet betreden worden. Op andere tijdstippen is fietsen toegestaan ondanks dat borden elkaar tegenspreken. Bevestiging hiervan hebben wij gekregen van het waterschap.

Het volgende cachegereedschap is nodig om de toer te volbrengen :

  • Watervaste stift
  • (Dunne)pen
  • Magneetstok
  • Steeksleutel 12/13
  • Soms geduld, maar zeker een goed humeur

Zet alles weer identiek terug op de juiste plaats, draai doppen goed dicht en zorg ervoor dat de toer lang mee kan gaan en cachen voor de volgende bezoekers ook leuk is. Is er een probleem, mail dan naar coencogeo@gmail.com.

HET GEBIED

Het gebied waar je doorheen gaat bestaat uit meerdere polders en is volop in ontwikkeling, met name vanwege het uitbreiden van het aandeel duurzame energie. Naast mogelijke vervanging van het huidige windpark wordt onderzocht of er meer ruimte is voor additionele windmolens en een zonneweide (niet om bruin te worden maar voor zonnepanelen)

Omschrijving

Tijdens de toer door de polders zal dan ook opvallen dat er overal hard gewerkt wordt aan nieuwe ontwikkelingen in deze polder. Werkzaamheden worden uitgevoerd voor het kierbesluit, nieuwe natuur en recreatie.

Wij hopen dat jullie net zoveel plezier beleven aan het puzzelen en de omgeving als wij hebben gehad bij het uitdenken en neerleggen van de route.

Is er iets mis met een cache, meldt dit dan. Wees verder zuinig op de caches en de omgeving.

EN DAN NU….DE PUZZEL !!

Windenergie

Uit Wikipedia, de vrije encyclopedie

Omschrijving

De Energy Ball, een voorbeeld van een miniwindturbine

Windenergie is energie die gewonnenN wordt door de bewegingsenergie van lucht (wind) om te zetten in een bruikbare vorm, bijvoorbeeld in elektriciteit.

Windmolens en windturbines

Vroeger werd windenergie met windmolens direct omgezet in mechanische arbeid, bijvoorbeeld om graan te vermalen tot meel of om water te verpompen. Tegenwoordig wordt het woord windenergie vooral gebruikt voor de elektrische energie die met een windturbine uit de wind gewonnen wordt. Sommige producenten van windturbines spreken ook wel over windenergieconvertoren.

Geschiedenis

Opwekking van mechanische energie

Windenergie heeft via de zeilvaart een belangrijke bijdrage aan transport gegeven, maar zeilschepen worden tegenwoordig voornamelijk nog gebruikt voor de pleziervaart. Er zijn echter plannen en experimenten om ook vrachtschepen wederom uit te rusten met zeilen De eerst beschreven windmolen was die van Heron1 van Alexandrië in de 1e eeuw. In zijn beschrijving maakte hij gebruik van een door wind aangedreven wiel om lucht door een orgel te blazen. Uit andere bronnen is te halen dat er in het 4e-eeuwse China en Tibet al een type gebedsmolen voorkwam dat door wind werd aangedreven.

Waarschijnlijk is het dat sinds de 12e eeuw het gebruik van de windmolen in West-Europa opgang maakte. De oudste nog bestaande molen van de Lage Landen dateert uit 1183 en werd gebouwd in het graafschap Vlaanderen te Wormhout. Belangrijke toepassingen van windmolens waren het malen van graan, het pompen van water en ook het zagen van hout. Het gebruik van windenergie heeft in Nederland een grote vlucht genomen met de inpoldering en de droogmakerijen in de 17e eeuw. Dankzij het werk van deze windmolens kreeg Nederland zijn huidige aanzien.

Neergang

 

Omschrijving

Bosman-molentje

Met de uitvinding van de stoommachine aan het eind van de 18e eeuw had men een krachtig en betrouwbaar hulpmiddel dat kon worden ingezet zonder afhankelijk te zijn van de wispelturigheid van de wind. Daardoor verdwenen windmolens langzamerhand uit het landschap. Alleen voor kleinschalige toepassingen bleef het gebruik van windenergie tot ver in de 20e eeuw gehandhaafd, uit Amerika kwam de windmotor en uit Piershil het Bosman-molentje. Deze laatste molenpomp2, ook bekend als opbrengertje, was lang beeldbepalend in de Nederlandse polders.

Opwekking van elektriciteit

Met de ontwikkeling van de elektriciteit in de negentiende eeuw werden ook pogingen ondernomen om elektriciteit te winnen met behulp van windenergie. Door de hoge investeringskosten was elektriciteitsproductie door windenergie alleen op kleine schaal economisch in gebieden waar nog niet was geïnvesteerd in infrastructuur van elektriciteitstoelevering. In het Belgische Gistel liet de burgemeester Alfred Ronse in 1933 achter zijn kasteel Ter Waere3 een molen bouwen (de Meerlaan) die vooral bedoeld was om elektriciteit op te wekken. Met behulp van riemen over de conische gedeelten slaagde men er effectief in om elektriciteit te produceren. Ulrich Hütter bouwde, in 1957 in Duitsland, een 100 kW horizontale-aswindturbine met aerodynamisch gevormde glasfiber vleugels met hoekverstelling (zie Windturbine-aerodynamica), het oermodel van de moderne windturbine. De jaren 60 en 70 van de twintigste eeuw kenmerkten zich door veel kleine particuliere initiatieven. Eenvoudige windmolens met generatoren van enkele kW tot enkele tientallen kW verrezen in polders op plaatsen waar behoefte was aan elektriciteit. Dankzij subsidiëring waren sommige experimenten zelfs rendabel. Pas na het doemscenario van de Club van Rome en de oliecrisis van 1973 begon het besef te groeien dat fossiele energie eindig is en dat te zijner tijd alternatieven zullen moeten worden gebruikt. De overheid stelde subsidies ter beschikking en er werd geëxperimenteerd met alternatieve bronnen van energie. In TvindE, Denemarken, verrees in 1977 de eerste Europese megawatt windturbine. Nieuwe verticale aswindturbines als de Darrieus- en de Savoniusrotor werden onderzocht maar de vermogen/gewicht verhouding bleek laag in vergelijking met de horizontale aswindturbine.

Verschillende landen startten projecten om op grotere schaal elektriciteit te winnen. In 2003 was het vermogen mondiaal opgelopen naar 31 GW, tegen 2 GW twaalf jaar daarvoor.

Eind 2016 stond in de wereld 487 gigawatt (GW) windcapaciteit opgesteld. Daarvan stond 169 GW in China, 154 GW in de Europese Unie en 82 GW in de Verenigde Staten.

Opgewekte hoeveelheid elektrische energie

De opbrengst van een windturbine hangt af van het type, de windsnelheid, het nominaal vermogen van de windmolen (bepaald door de generator), de tijd die een windmolen kan draaien en het rendement van de omzetting van windenergie naar elektriciteit5 door de windmolen. De totale hoeveelheid beschikbare wind op jaarbasis wordt uitgedrukt door een indexcijfer die de wind in dat jaar aangeeft ten opzichte van 'normale' jaren, deze index heet de Windex.

Windsnelheid

Het windvermogen is evenredig met de derde macht van de windsnelheid. Vergelijk de luchtweerstand van een auto die ook meer dan evenredig toeneemt met de snelheid.

De windsnelheid wordt bepaald door:

  • de plaats van de windmolen: aan de kust en vooral boven open zee waait het meestal harder dan diep landinwaarts;
  • de hoogte van de turbine: op grotere hoogte waait het doorgaans harder, maar landinwaarts is de windsnelheid overdag onder ongeveer 90 meter gemiddeld hoger dan daarboven.
  • de tijd van de dag: boven land waait het overdag tot een hoogte van ongeveer 90 meter gemiddeld harder dan 's nachts;
  • het seizoen: in de winter waait het gemiddeld harder dan in de zomer.
  • de temperatuur van de lucht. Warmere lucht is ijler en bevat dus minder energie.
  • al dan niet variabele windrichtingen in combinatie met de snelheid waarop de turbinebladen zich op de windrichting kunnen instellen. Dit is meestal het geval bij nagenoeg windstil weer wanneer de opbrengst dus sowieso al erg laag is.

Het jaargemiddelde van de windsnelheid op een bepaalde plaats en ashoogte is redelijk in te schatten. De selectie van locaties gaat in eerste instantie via een windatlas, en in een latere fase via windmetingen.

Tijd die een windmolen kan draaien

  • het deel van de tijd waarin de turbine kan draaien: een windmolen gaat draaien vanaf windkracht 2–3 en wordt stilgezet boven windkracht 10 tot 12 (afhankelijk van het type) om overbelasting te voorkomen.

Turbinevermogen en opbrengst

7,5 MW turbines E126 Windturbinepark Estinnes op 10 oktober 2010, voltooid

De energieopbrengst van een windturbine is evenredig met het kwadraat van de rotordiameter en de derde macht van de gemiddelde windsnelheid.

Moderne windturbines worden ontworpen op ca 3000 vollasturen per jaar. Dat betekent dat de opbrengst op die plaats met wisselende wind, even groot is als wanneer de turbine 3000 uur op vol vermogen zou draaien. Dit is een economisch optimum. Met grotere vleugels op een hogere mast kan de turbine4 met dezelfde generator meer energie leveren, maar dat kost onevenredig meer. Een vuistregel voor de opbrengst in MWh/a (megawattuur per jaar) is dus: turbinevermogen in MW maal 3000 vollasturen per jaar. Dat aantal vollasturen is wel gestegen, 10 jaar geleden was het nog ca 2000.

Een standaard windmolen met 2 of 3 wieken, met een diameter van 40 m en een masthoogte van 50 m, kan bij een optimale windsnelheid (windkracht 6) 500–750 kW leveren. Een grotere windmolen met een rotordiameter van 60 m en een masthoogte van 70 m kan een vermogen hebben van 1 tot 1,5 MW. Bij zeer grote rotordiameters neemt de efficiëntie niet af, maar wordt de windmolen ontworpen voor een lager toerental. De snelheid van de uiteinden van de wieken moet hooguit ongeveer 75 m/s worden, omdat daarboven geluid een probleem wordt. In de periode 1980–2008 is de "standaard" windmolen steeds groter geworden. Als "meest verkocht model" als standaard wordt gehanteerd, dan is dat anno 2008 een windmolen met een masthoogte van 70 tot 108 m en een generator vermogen van 2 tot 3 MW. De rotordiameter van een windmolen hangt af van het generatorvermogen, de masthoogte en het windregime ter plaatse. Aan de kust waait het op 100 m hoogte wat harder dan in het binnenland. Daardoor hebben windmolens verder weg van de kust een hogere mast en/of langere wieken.

Situatie in Europa

Om de eerste grens van 10 GW te halen had men 20 jaar nodig. 13 jaar erna rondde men de kaap van 100 GW.

De mijlpaal van 1000 GW geïnstalleerd vermogen (vergelijkbaar met 39 kerncentrales) werd overschreden in 2012, waarmee ongeveer 57 miljoen huishoudens van elektriciteit kunnen worden voorzien. In 2011 lag het nog op 94 GW. De helft of 50 GW werd pas in 2006 gehaald volgens cijfers van het EWEA. Het grootste offshore windmolenpark ter wereld, London Array, bevindt zich in het Theems-estuarium.

Omschrijving

Situatie in Nederland

In Nederland worden in de westelijke en noordelijke kustgebieden vermogens gerealiseerd van 800–1200 kWh/jaar per m² rotoroppervlak (dat wil zeggen, ongeveer 100 watt per m²). Meer landinwaarts is de opbrengst lager: 500–800 kWh/jaar . Dit gemiddelde vermogen per m² is afhankelijk van de hoogte van de mast van de molen, en zal daarom nog wel toenemen de komende jaren omdat de trend is dat molens steeds hoger worden; op grotere hoogten waait het immers meer. In de afgelopen jaren is het vermogen van windmolens blijven toenemen omdat het rotoroppervlak ook steeds groter werd. Anno 2007 had de standaard windmolen een vermogen van 3 MW.

De gemiddelde productiefactor (de verhouding van geleverd vermogen en nominaal vermogen) van een windturbine in Nederland bedroeg over de afgelopen jaren 21 (±30)%. De lage productiefactor wordt veroorzaakt door het verschijnsel dat het meestal niet hard genoeg waait om windturbines op volle toeren te laten draaien.

In 2009 was volgens het CBS het totaal geïnstalleerd vermogen in alle centrales circa 25,3 GW (2004: 21,5). Duurzame energie droeg in 2009 voor 3,9% bij aan de totale energievoorziening in Nederland (2004: 1,8%). De doelstelling van de overheid is dat 16% van alle verbruikte energie in Nederland in het jaar 2020 duurzaam opgewekt moet zijn Als tussendoelstelling gold 5% in 2010.

 De cache ligt op N51° 45.xxx'  E004° 13.xxx'

Additional Hints (Decrypt)

qr ivrexnagr zrgref artrera

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)