De stad Workum in de 9de eeuw
In de 9de eeuw lag een nederzetting met de naam Workum, westelijk van de huidige stad. In die tijd was het bisschop Fredericus, die de Friezen wilde gaan vertellen, dat de goden Stavo, Donar en Freia eigen vindsels waren, geesten die men op. kon roepen om de mensen bang te maken en daarom wilde hij gaan spreken over een God van blijheid en van liefde. Omdat Fredericus zelf niet uit Utrecht kon weggaan stuurde hij zijn neef Odulphus. Op een oude terp in Hemelum kocht Odulphus een schamel optrekje en begon zijn verhalen over de ware god. In het huisje kwamen gelijk gezinden bijeen en daaruit groeide een huis met mannen in lange tabberts. Die kregen van vader Odulphus opdracht orn als monniken overal in het rond van de God van blijdschap te vertellen. Waarschijnlijk moeten hun ideeën op den duur de mensen hebben aangrepen en luisterden met intense belangstelling naar hun verhalen.
Toen de monniken waren ingeburgerd, was er een jongen, "Uffing van Workum", die zo geboeid werd, dat hij aan de mannen vroeg hem mee te nemen naar hun huis om daar lezen en schrijven te leren en zo zelf op onderzoektocht te gaan door de wondere wereld van God en zijn heiligen. Toen men hem in Hernelum niet veel nieuws meer kon vertellen, trok hij in de 10e eeuw naar het klooster Werden, juist in die tijd, dat door de oprukkende zee de bewoners van het nederzetting Workum zich verder landinwaarts vestigen op enkele terpen langs de Wymerts, een open verbinding tussen de Zuiderzee en het Friese merengebied. In het klooster te Werden, door Ludger, een apostel der Friezen gesticht, leefde de Friese monnik Uffing verder. Door zijn naam wordt het bestaan van Workum reeds in de negende eeuw gewaarborgd.
Deze multi neemt u mee door het weidse gebied ten westen van Workum, hier ergens moet de stad zijn ontstaan ten tijde dat de monnik Uffing hier was.
Ga op stap met Uffing voor een wandeling van 7 kilometer.