|
"Handley Page" Halifax Mk.II
In de nacht van 12 op 13 maart 1943 vloog een vloot van 457 Britse bommenwerpers naar Essen in het Ruhrgebied om de Krupp-fabriek nabij het stadscentrum te bombarderen. Het was voor Essen deze maand de tweede keer dat er bommen vielen op de stad. De eerste keer gebeurde dat op 5 maart. Het grote doel was gemarkeerd door Mosquito Pathfinders die werden geleid door het Oboe-systeem (Observer Bombing Over Enemy, een Brits radarnavigatiesysteem), waarvan de beide zenders aan de Engelse kust stonden opgesteld.
Bomber Command beschouwde het resultaat als goed, omdat een aanzienlijk deel van de fabriek werd vernield. Ook vijfhonderd woningen in de omgeving van de fabriek werden getroffen.
De Duitse luchtverdediging was tamelijk effectief en zeker vijf procent van de vloot keerde niet op de thuisbases terug. Daaronder ook de Handley Page Halifax II (DT751, MP-C) van het 76 Squadron. Dit toestel was om 19.17 uur plaatselijke tijd van het vliegveld Linton-on-Ouse in het graafschap Yorkshire opgestegen.
Een Halifax II van 76 Squadron op het vliegveld Linton-on-Ouse
In de omgeving van Venray kwam het tot een fel gevecht met Duitse nachtjagers en werd de Halifax, die op de retourvlucht was, neergeschoten. Het was de Bf 110D-nachtjager van Oberleutnant Eckart-Wilhelm von Bonin, Staffelkapitän van 6./NJG 1 en afkomstig van het vliegveld Venlo, die het oordeel velde. Het was zijn tiende over-winning. Tijdens deze heldere winternacht waren veel inwoners van Ysselsteyn hiervan getuige.
Het grote toestel kwam om 21.45 uur neer in de Peel, aan het einde van de Moostdijk bij Ysselsteyn, niet ver van de grens met de gemeente Horst en op 4,5 km zuidwest van het dorp America. Nadien is het wrak door Jeu Arts uit Ysselsteyn in opdracht van de Duitsers met paarden uit het moeras getrokken en zijn de grote stukken naar de verharde weg gebracht.
De bemanning bestond uit:
De bemanning bestond uit:
*** Piloot Sergeant P. Nevines
*** Sergeant J.B. Locke
*** Schutter Sergeant Anthony Cecil Sharpe
*** Warrant Officer W.S. Wright
*** Flight Sergeant R.C. Ratcliffe
*** Flight Sergeant F.G. Stapleton
*** Sergeant Robert George Poland
Bij de crash kwam de luchtschutter Sergeant Anthony Cecil Sharpe om het leven. Eerst bij het bergen van het wrak werd zijn lichaam onder het toestel gevonden. Hij werd in eerste instantie te Venlo begraven (Graf rij XXIII.250). In 1947 werd zijn stoffelijk overschot overgebracht naar het oorlogskerkhof Jonkerbos te Nijmegen (Graf 18.C.8). Alle overige bemanningsleden konden tijdig van hun parachute gebruik maken en belandden in een krijgsgevangenenkamp.
Sergeant Poland overleed op 19 januari 1944 in gevangenschap te Krakau (Polen) en werd begraven op het Krakow Racowicki kerkhof, graf 3.A.8.
Sergeant Nevines ontsnapte uit het werkkamp 283 en werd op 24 januari 1945 opgevangen door de Russen. Hij keerde via Odessa (bij de Krim) op 18 maart 1945 in het Verenigd Koninkrijk terug. Wright, Ratcliffe en Stapleton kwamen in Stalag Lufft VIIIB Teschen (nu Sieszyn, Polen) en in werkkamp 344 Lamsdorf. Locke verbleef in Stalag Luft VIII Sagan
Bron: Vliegtuigcrashes en noodlandingen 1940-1945 Gemeente Venray (Auteur: Ruud Wildekamp)
"Lest we forget"
'1940 -1945'
"Opdat wij niet vergeten"
Geplaatst met toestemming van de Gemeente Venray en medewerking van de Werkgroep Vliegtuigcrashes en Noodlandingen WO II Gemeente Venray en heemkunde groep "Historie Ysselsteyn"
|