Skip to content

Camera Obscura Letterbox Hybrid

Hidden : 4/19/2021
Difficulty:
2 out of 5
Terrain:
1.5 out of 5

Size: Size:   regular (regular)

Join now to view geocache location details. It's free!

Watch

How Geocaching Works

Please note Use of geocaching.com services is subject to the terms and conditions in our disclaimer.

Geocache Description:


In twee eeuwen is  veel veranderd, maar toch toont het tafereel dat Hildebrand ons schetst in zijn Camera Obscura (1839) veel gelijkenissen met de huidige tijd. Tijd om over te gaan naar die andere tijd:

Onbegrijpelijk veel mensen hebben familiebetrekkingen, vrienden of kennissen te Amsterdam. Het is een verschijnsel dat ik eenvoudig toeschrijf aan de veelheid der inwoners van die hoofdstad. Ik had er voor een paar jaren nog een verre neef. Waar hij nu is, weet ik niet. Ik geloof dat hij naar de West gegaan is. Misschien heeft de een of ander van mijn lezers hem wel brieven meegegeven. In dat geval hebben zij een nauwgezette, maar onvriendelijke bezorger gehad, als uit de inhoud van deze weinige bladzijden waarschijnlijk duidelijk worden zal.

Hildebrandmonument Haarlemmerhout

Inderdaad, ik ken vele mensen, die nogal ophebben met hun Amsterdamse neven, vooral als ze tot 'Lezers in Felix' behoren, of als ze een rijtuig houden; maar ik heb dikwijls verbaasd gestaan over mijn verregaande koelheid omtrent de persoon van mijn neef Nurks; en niets verschrikkelijker, dan wanneer hij mij zaterdagmiddag per diligence een steen zond met een brief er aan, inhoudende dat hij (mits het weer goedbleef en er niet, maar dat kwam er nooit, het een of ander in de weg kwam) met mij de dag in de Haarlemmerhout zou komen doorbrengen; niet dat ik iets tegen het gemelde bos heb, maar wel tegen ZEd. En evenwel was hij een beste, eerlijke, trouwe jongen, prompt in zijn zaken, stipt in zijn zeden, godsdienstig, zelfs in de grond goedhartig. Maar er was iets in hem - ik weet het niet - dat maakte dat ik met hem niet op mijn gemak was; iets lastigs, iets impertinents, in één woord iets volmaakts onaangenaams.

Wij gingen Houtwaarts. Het was ruim één ure. Nu, alle welopgevoede dingen hebben hun gestelde tijd. De nachtegalen komen in 't voorjaar, de vinken en lijsters in 't najaar; de zon schijnt bij dag, de kaars bij avond, en de maan bij nacht. Zo is het ook met mensensoorten. Al wie met de duizend en een species van het genus Haarlemmer bekend is, weet dat zij allen des zondags haar verschillende wandeltijd hebben; iets, 't welk zeer natuurlijk wordt, als men aan de verschillende eettijd denkt, en daarbij in 't oog houdt dat er veel mensen naar de middagkerk gaan, terwijl een groot gedeelte niet weet dat er een middagkerk is. Als men alle deze species rangschikt, en men tevens acht slaat op de vreemde vogelen, die uit andere luchten op een zonnige zondag komen aanwaaien, dan zal men een aaneengeschakelde opvolging hebben, niet ongelijk aan die der elkander, naar de schone vergelijking van Homerus, als boombladeren wegstotende geslachten in het bestaan van het mensdom, of aan die der elkander voortstuwende barbaren van het Europa der vijfde eeuw.

HildebrandZo zal de natuuronderzoeker, die des zondagsmorgens de kerk verzuimt of naar de vroegpreek is geweest (wat ik liever onderstellen wil) en om tien uren, half elf, in De Hout komt, op het Plein of bij de Koekamp (de naam is niet welluidende), enige zwermen feestvierende vogels van de Haarlemmerdijk inhalen, per schuit van zevenen uit Amsterdam vertrokken. De mannetjes zijn blauw of zwart getekend en hebben sliknatte, fijngekrulde bakkebaarden. Ze zijn voorzien van lange Goudse pijpen, waaruit ze òf roken, òf die ze losjes bij de kop tussen de vingers houden en zo, met de steel naar beneden, onverschillig laten slingeren. Merk de regenschermen. De wijfjes zijn wit. Zij houden haar opperkleed op, zo dikwijls ze over een droppel water stappen, en dragen 't geheel opgespeld als er wezenlijk plassen liggen van de regen van zaterdag. Zij eten gezadig uit haar zak; sommigen in de zwerm hebben daarenboven nog een toegeknoopte kinderluur met mondkost bij zich. Men ontmoet ze meestal in koppels van negenen: twee mannetjes op zeven wijfjes.

Ze dwalen een heel end ver, somtijds wel tot Heemstede of de Glip af, maar strijken 's namiddags, onder een kruik bier en een bosje scharren, aan de Groene Valk of in de Aalbessenboom neder, om met de laatste schuit naar Amsterdam te vertrekken, terwijl intussen de toegeknoopte kinderluur van knapzak tot een korfje is omgeschapen, om 'blommen' in thuis te brengen, die drie weken lang in een aarden melkkan zonder oor, in een klein winkeltje, op op de bovenste trap van een kelder, hier zonder licht, en daar onder de frisse adem van een stinkend riool, het geluk en de rijkdom zullen uitmaken van iemand die garen en band verkoopt en tevens besteedster is, of van iemand die turf en hout slijt en tegelijk uit werken gaat. Wandelt de natuuronderzoeker voort, dan ziet hij in 't voorbijgaan eerst nog een dergelijke troep, die zich in de aanblik van het Paviljoen verlustigt, en waarvan al de individu's, om zich te overtuigen dat het geen droom is, zich met beide haden aan de spijlen van het hek vastklemmen, zich bij geen mogelijkheid kunnende verklaren wat voor aardigheid of vrolijkheid er wezen mag in de groep van Laokoöon, maar op dit punt overeenkomende, dat de W in het frontispice 'Wullem' beduidt.

Meergemelde natuuronderzoeker heeft even de Dreef verlaten, om in de verrukking van deze vreemdelingen te delen, maar gaat nu door een allerliefst laantje, waarin de ochtendzon allergeestigs door 't hoog geboomte speelt, op de 'logementen' af. Hij wandelt een gele barouchtte en een blauwe char-à- bancs voorbij, die hij onder 't geboomte uitgespannen ziet, als ware 't om menigeen van huns gelijken derwaarts te lokken. Hier is alles nog doodstil. 't Is een lieflijke morgen. Een enkel heer met een grijze paardeharen Saksen-Weimar, bruine rok, grijze zomerbroek, Engelse spikkelkousen, lage schoenen en een tenger, hoogstfatsoenlijk uiterlijk, zit aan een der houten marmeren tafeltjes van het 'Wapen van Amsterdam' voor de deur, zeer op zijn gemak een boek te lezen. Een dikachtig heer met rode wangen en een opvliegend voorkomen, met een zwarte rok en in 't kort leest er steunende op zijn stok een courant, zonder tafeltje op een stoel neergevallen. Een jonge vrouw, eerst onlangs uit het kraambed hersteld en nog een weinigje bleek, zit aan een ander tafeltje, waarop uitgediend ontbijtgoed staat, met een lief mutsje met lichtblauw Zeister op en een lichtblauw japonnetje aan, gemakkelijk in haar stoel geleund, te breien, en wijdt van tijd tot tijd haar aandacht aan haar kindermeid, die met een Amsterdamse kornet op 't hoofd, of liever aan 't hoofd, want dat soort van mutsen laat het hoofdhaar tot de kruin toe onbedekt, en een rozerood japonnetje met een zwart schort met puntjes voor, op everlasting schoenen, met kruislinten net als mevrouw, over het schelpenpad aan de overkant rustig voorttrippelt, met aan de ene gehandschoende hand een kind van twee jaar, met een baleinen valhoedje met rozerode strikjes en, aan de andere, een van drie, in beugeltjes; welke kinderen zij, zo dikwijls ze iemand tegenkomt, wie zij een goed denkbeeld van haar opvoeding of van haar dienst geven wil, met het plechtige 'uwé' toespreekt: 'Spreek uwé niet tegen meheer, Sorsetje? - Foei Franswatje, wat maakt uwé uwees handjes vuil met die schullepies,' -

Suzanne NoiretAan de Hertebaan vertonen zich hier en daar een paar jonge dames, in 't blote hoofd, en in een costuum, dat zij, 'zo geheel buiten' noemen, en 't welk voornamelijk gekenmerkt wordt door sterk gekleurde zijden schortjes, bezig met 'aan de lieve beestjes eten te geven'. - Dit nu zijn de gelukkigen, die bij Stoffels logeren. - In de Sociëteit is nog niemand, maar een tweetal knechts, een volwassene en een jongen die nooit volwassen worden zal, staan tegenover elkander in het middelste deurraam met de handen op de rug het talent van Zocher te bewonderen, dat de heren van 'Trou moet blijcken' in de gelegenheid gesteld heeft tot de schepen toe te zien, die door 't Sparen gaan. In 't logement op de hoek zit een Zaandamse familie, gisteren aangekomen, al de mannen zeer lang, en in een volmaakt pak blauwe klederen uitgedost, met zwarte dassen en witte onderdassen; de vrouwen met de nationale kap, en zwarte tanden. Zij drinken reeds koffie en laten zich van de kastelein, die de vrijheid neemt van in de deur te blijven staan, omtrent vele wetenswaardige dingen onderrichten. Opmerkelijk is, tegen een der palen en daarenboven op een stok geleund, een gebrekkig man, niet zo zeer een bedelaar, als wel een afwachter van aalmoezen; een dier onsterfelijken, die de oudste Haarlemmers altijd even oud en altijd even beschadigd, daar gezien hebben. Sommigen verdenken hem van een stille verklikker te zijn; ik geloof het niet; maar indien hij het is, dan is hij het zeker alleen maar om aan de kindskinderen te verklikken op wat wijze hun grootvaders in De Hout hun geld verteerden.

In deze toestand blijft De Hout tot elf uren of half twaalf. Alsdan rukt de voorhoede der Haarlemse wandelaare er in.

Tijd voor ons om terug te keren naar het heden. En op zoek te gaan naar de stenen herinnering die Hildebrand achterliet in de Hout. Zijn monument heeft geen korte geschiedenis. In 1914 werd een prijsvraag uitgeschreven die Jan Bronner unaniem won van 24 concurrenten. In 1947 werd zijn beeldengroep in het Stedelijk Museum (Amsterdam) tentoongesteld - pas in 1962 werd het geplaatst in de Haarlemmerhout.
In 1983 is deze na herhaalde vernielingen verwijderd en beland in de tuin van kasteelmuseum de Hannema-de Stuers Fundatie in Heino. De huidige replica's zijn in 2014 op de 200e geboortedag van Nicolaas Beets geplaatst.

Zoek hierna op een steenworp afstand van het monument naar een Houten Haarlemmer, in goed gezelschap van twee stramme oudjes. Aangezien dit een letterbox is vind je in de cache ook een tweetal stempels - laat deze na gebruik in de cache liggen.
 

Additional Hints (Decrypt)

Bc rra fgrrajbec nsfgnaq ina urg zbahzrag. Mbrx anne rra Ubhgra Unneyrzzre, va tbrq trmryfpunc ina gjrr fgenzzr bhqwrf. Nyyrra qr qrxfry qennvra.

Decryption Key

A|B|C|D|E|F|G|H|I|J|K|L|M
-------------------------
N|O|P|Q|R|S|T|U|V|W|X|Y|Z

(letter above equals below, and vice versa)