Het blijft een vreemd onderwerp, de scheepvaart in Tienen. Op welk water dan? Het zou een titel kunnen zijn in de reeks: de watervallen van de Sahara, de gezonde aspecten van friet met mayonaise, de zandstranden van de Haspengouwse leemstreek, de gelukkige Leuvense inwijkelingen in Tienen … Misschien dat u terloops ook wel denkt aan dat plein, binnen de ring maar buiten de gekrompen commerciële kern, met de vreemde naam ’t Schip.

‘T SCHIP
Wie via de Beauduinstraat Tienen komt binnengereden, belandt al gauw op ’t Schip. Was dit plein ooit een havengeul? Voor wie nooit met een boot heeft gemaneuvreerd, lijkt het zeker een mogelijkheid. Het grotendeels autovrije plein oogt ruim en overwelft de Gete, die er onder de Beauduinstraat verdwijnt in de richting van de vesten. We kijken over de reling naar de Gete. Moest de aanvoer langs dit miezerige water lopen? Vandaag lijkt dit stroompje onmachtig. Maar nog aan het einde van de 19de eeuw zette het de straten van de halve stadskern blank. Sindsdien is de waterhuishouding, gelukkig, grondig hervormd.
Oudere Tienenaars herinneren zich misschien ’t Schip als de naam van een café op de hoek met de Reizigersstraat. Bij het binnenkomen moest je opletten voor enkele trapjes naar beneden. Het had een oud en gezellig interieur met houten tafels en stoelen. In de winter hield een kachel de herberg warm. En meteen begin je ongemakkelijk op je stoel te schuiven … Was het verhaal over de scheepvaart een mythe, uitgevonden door de cafébaas om zijn etablissement te omgeven met een mantel van mysterie? Niet dus. Het is een belangrijke schakel in het historisch verhaal over Tienen.