Rond 1870 waren er 4 grote hofsteden die de streek bestuurden, namelijk de Prosper-, Petrus-, Engelbertus- en Antoniushoeve. Deze vier hofsteden moesten een maximum aan rendement garanderen voor de hertog. Ze werden alle in eigen beheer uitgebaat door kasteleins, onder toezicht van een rentmeester. Prominenten en figuren uit de Europese adel kwamen er geregeld jagen.
In de periode 1895 - 1905 werden een twintigtal - meestal Nederlandse - pachters aangetrokken. Zij kregen zeven percelen (14 hectare) in pacht met de belofte op uitbreiding in de Hertogin Hedwigepolder die in de steigers stond.
De Prosperhoeve is sinds 22 september 1982 beschermd. Het woonhuis met maalderij en machinepark als monument, de resterende gebouwen van de oorspronkelijke hoeve als landschap.
Deze cache is beschikbaar gekomen tijdens het event GC9NMTF : PGWD Ontdek Prospersite/Grenspark Groot Saeftinghe van 7 mei 2022.