Over de cache
De coördinaten bovenaan de pagina zijn niet de coördinaten van de locatie waar de cache gevonden kan worden. Deze coördinaten zijn echter niet willekeurig gekozen. Op deze plek kan het zijn dat in de maanden juli en augustus biezen worden gedroogd volgens het oude ambacht. Erg leuk om eens te zien.
Om de coördinaten van de cache te vinden zal de gelijknamige labcache bezocht dienen te worden. De labcache voert je langs locaties in Genemuiden die op een bepaalde manier te maken hebben met de (geschiedenis van de) tapijtindustrie. Bij het juist beantwoorden van de vragen in de labcache ontvang je gegevens waarmee deze bonus gevonden kan worden.
Het patroon van de achtergrond van deze listing staat voor het patroon wat tegenwoordig nog veel gebruikt wordt in het weefwerk zoals kokoslopers, kæreiez'n (tassen) en biezen producten die nog steeds in het Tapijtmuseum door vrijwilligers met de hand gemaakt worden.
Sprookjes, tapijt en Genemuiden?
Ja hoor, die link is zo gelegd. Bij sprookjes past natuurlijk het vliegend tapijt en tapijt past natuurlijk helemaal bij Genemuiden. 60% van de Nederlandse tapijtproductie komt namelijk uit Genemuiden.
De tapijtindustrie in Genemuiden is op gang gekomen in de 16e eeuw en verving door de verzilting van de Zuiderzee voor een groot deel het visserijleven dat Genemuiden tot die tijd kende.
Tussen Genemuiden en Kampen, langs de kust van de Zuiderzee, groeiden voor de aanleg van de afsluitdijk ontzettend veel biezen, een gewas dat lijkt op stevige grasstengels. De inwoners van Genemuiden waren experts geworden in het aanleggen en oogsten van biezenvelden.
In de 18e eeuw ontwikkelde Genemuiden zich tot een centrum van mattenvlechterij, de ambacht van het maken van biezenmatten werd geboren. Vele jaren als huisindustrie. Men had aan het "matten" hun noodzakelijke bijverdienste of leefden er helemaal van.
De biezen werden in het winterseizoen tot rolmatten verwerkt met behulp van een mattenstoel of mattenraam. Dat was een eenvoudig demontabel houten raamwerk van ongeveer 1,80 meter hoog en 1,50 meter breed met aan de onderkant een rolboom voor het opdraaien van de mat. Door de uitstekende kwaliteit van de matten kreeg Genemuiden al snel een naam op dit gebied.
In 1910 kwam in Genemuiden een andere biezenmat in productie, die op een andere manier werd gemaakt dan de traditionele rolmat. De gedroogde biezen werden eerst tot strengen gevlochten.
Ook dit gebeurde meestal thuis en het hele gezin was erbij betrokken. Daarna werden de al of niet geverfde strengen aan elkaar genaaid tot karpetten, lopers, wc-matten, ovale, ronde en blokmatten. Ze werden in de volksmond vlecht- of naaimatten genoemd. De bekendste was de blokmat, die de naam Genemuider mat kreeg.
Toen de beschikbaarheid van biezen afnam werd een nieuw type mat geïntroduceerd: de kokosmat. Kokosgaren was al rond de Eerste Wereldoorlog uitgevonden en in 1925 werd de eerste machinale kokosweverij in Genemuiden geopend.
Een derde van de bevolking in Genemuiden werkte rond 1950 in de kokosindustrie. Na de biezenmatten werd Genemuiden ook op het gebied van kokosmatten een grote speler. Kokosmatten zijn tegenwoordig nog steeds populair, maar dan als een mat voor de deur.
Nieuwe materialen, nieuwe technieken en goedkope energie zorgden ervoor dat na WOII massaal overgeschakeld werd naar de productie van kokosmatten. In de jaren '60 kwamen de zachtere materialen en grotere machines voor kamerbreed tapijt op de markt. Vanaf 1965 deed dan ook het moderne, synthetische tapijt zijn intreden
De totale tapijtproductie in Genemuiden bedraagt tegenwoordig 125.000.000 m2.