English 🇬🇧 below 👇🏻
Deutsch 🇩🇪 unten 👇🏻
Français 🇫🇷 ci-dessous👇🏻
🇳🇱LET OP HET VOLGENDE:
Houd bij het zoeken en terugplaatsen van de container rekening met het volgende:
- Werk zo onopvallend mogelijk. De cachecontainer is groot genoeg voor TB's, geocoins en andere kleine voorwerpen. Zorg er dus voor dat je de container zo ongezien mogelijk pakt en terugplaatst. Sinds de initiële verstop plek door het plaatsen van nieuwe roosters is gewijzigd, kan het zijn dat het voor de kleinsten onder ons wat lastig is om de container te bemachtigen. Indien het jenabsoluut niet lukt is een fotolog via een privé bericht ook voldoende. Let op: plaats geen foto's van de container, deze worden met de log verwijderd!
- Rondom de verstopplaats kan het erg druk zijn (zeker tussen 14:00 en 21:00 uur als het nabijgelegend proeflokaal geopend is). Mijn advies is om de container mee te nemen naar de stenen verhoging en trap vlak naast het proeflokaal van WF en daar het logboek in te vullen.
- De container is vanaf de straat onzichtbaar voor voorbijgangers bevestigd. Je hoeft je handen niet vuil te maken, raak geen straatvuil aan. Als je de container hebt gelocaliseerd kan het zijn dat je wat kracht nodig hebt om hem in het daglicht te krijgen.
- Let erop bij het terugplaatsen dat de container weer onzichtbaar is bevestigd.
🇬🇧PLEASE NOTE THE FOLLOWING:
When locating and replacing the container, keep the following in mind:
- Work as unobtrusively as possible. The cache container is large enough to hold TBs, geocoins, and other small items. So make sure you grab the container and put it back as unseen as possible. Since the initial hiding place has been changed by the placing of new grids, it may be a bit difficult for the smallest amongst us to get hold on the container. If it is absolutely impossible to grab it, a photo log via a private message is also sufficient. Please note: do not post photos of the container, they will be deleted along with the log!
- It can be very busy around the hiding place (especially between 2:00 PM and 9:00 PM when the nearby tasting room is open). My advice is to take the container to the stone elevation and stairs right next to WF's tasting room and fill in the logbook there.
- The container is mounted invisibly from the street for passers-by. You don't have to get your hands dirty, don't touch street dirt. Once you've located the container, you may need some strength to get it into the daylight.
- When replacing, make sure that the container is invisibly fixed again.
NEDERLANDS 🇳🇱
Het is de 17e eeuw, Amsterdam bruist. Grote kopstukken uit de westerse geschiedenis zoals Baruch de Spinoza (1632-1677), René Descartes (1596-1650), Johannes Vermeer (1632-1675) en Rembrandt van Rijn (1606-1669) zijn bezig met hun hoofdwerken en bewandelen de Amsterdamse straatjes. De Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (wat later het Koninkrijk der Nederlanden of kortweg Nederland zou worden) beleeft een tijd van grote rijkdom en Amsterdam bezit op dat moment de belangrijkste haven ter wereld. Later zal deze periode bekend komen te staan als de Gouden Eeuw. Het was een tijd van grote economische groei, culturele bloei en politieke macht voor de Nederlandse Republiek, die destijds een belangrijke wereldwijde handelsnatie was.
De Verenigde Oost-Indische Compagnie, afgekort tot VOC (1602-1800), stuurt in deze eeuw ca 1700 handelsschepen richting Azië, welke terugkomen met onder andere kruiden, specerijen en suiker. Dit is ook de periode dat men op grotere schaal likeuren begint te stoken. Dit leidt ertoe dat Jan Bierman in 1679 een bescheiden distilleerderij in de Pijlsteeg overneemt, in het hart van Amsterdam. Later vestigt hij zich in het grotere pand op nr. 31 en ontmoet hij de familie Fockink. Rond 1730 neemt Wynand Fockink de kleine destilleerderij van Bierman over. In de jaren daarna breidden Wynand en zijn opvolgers de distilleerderij uit tot een van de belangrijkste likeurbedrijven van het land en daarbuiten. Met handelshuizen in Berlijn, Wenen, Brussel en Parijs is de distilleerderij door hard werken en vakmanschap blijven groeien tot het hoogwaardige merk dat het vandaag de dag nog is. Met de bloeiende likeurindustrie in Amsterdam bezat Wynand Fockink aan het einde van de 18e eeuw twaalf andere gebouwen, waarbij hij het kleine steegje dat naar de huidige voordeur leidt uitbouwde en het proeflokaal een van de geliefdste plekken van Amsterdam werd.
Omdat hij oorspronkelijk werkzaam was in de internationale wijnhandel was de export geest vanaf het begin al verbonden met de destilleerderij. Wynand had slechts één dochter en ondanks het gebrek aan een stamhouder heeft het likeurbedrijf altijd de naam van zijn stichter behouden. Dit kwam doordat alle nazaten de voorwaarden in zijn testament in ere hielden, en het bedrijf eeuwenlang in de familie is gebleven. Een aantal proeflokalen in de Amsterdamse binnenstad claimt dat het het oudste is, maar laten we het er op houden dat het proeflokaal van Wynand Fockink in ieder geval één van de oudste is. Wat dit proeflokaal echt onderscheidt van de andere, is dat het zo lang in het bezit van één familie is gebleven, een familie die zich niet alleen met hart en ziel verbonden voelde met haar likeurbedrijf maar ook met de stad Amsterdam. Vooral in de negentiende eeuw waren zij betrokken bij tal van ontwikkelingen in de stad, zoals de oprichting van de Omnibus, voorloper van het Gemeentelijke vervoersbedrijf, en de invoering van elektrische straatverlichting. Daarnaast zaten familieleden in tal van besturen van het Armenbestuur, de kinderbescherming tot en met het Blindenwezen. Het bleef een familiebedrijf tot aan 1954, toen de grote concurrent Lucas Bols de zaak overnam.
Tot aan de 20e eeuw bleef Nederland de belangrijkste exporteur van likeuren wereldwijd. Gedurende de Tweede Wereldoorlog fungeerde Wynand Fockink als schuilnaam voor de Amsterdamse vrijmetselaarsloge Willem Frederik (gesticht in 1814) vanwege de overeenkomende initialen. Onder het naziregime was vrijmetselarij verboden en een reden om gedeporteerd te worden. Vandaag de dag kun je nog steeds een glaasje ‘Vrijmetselaar likeur’ bestellen. De 20 ingrediënten zijn geheim, hoewel het des te leuker is om te kijken welke kruiden en specerijen je erin kunt proeven.
Het proeflokaal met de 17e eeuwse gevel is een onbetaalbare parel. De Pijlsteeg, vernoemd naar de 14e eeuwse Amsterdamse burgemeester Dirk Pijl, is dag en nacht toegankelijk en verbindt de Dam met de Oudezijds Voorburgwal, een van de bekendste straten van de Wallen. De cache ligt ongeveer in het midden van de steeg, in de directe nabijheid van het proeflokaal en de distilleerderij van Wynand Fockink. Als je hier langs loopt is het een belevenis om eens naar binnen te gluren. Wat je zult zien zijn oude doorgezakte houten planken met eeuwenoude flessen erop. Bij het passeren van het proeflokaal ruikt men in de regel het vochtige hout en de kruidige likeuren. In het historische proeflokaal is geen bar maar een toonbank, waar de specifieke tulp glaasjes worden uitgestald en vakkundig tot boven de rand worden volgeschonken. Hier is de uitdrukking “Buigen voor een borrel” ook onlosmakelijk mee verbonden. Het glas zit namelijk zo vol dat je het onmogelijk zal kunnen oppakken zonder te morsen. Daarom kreeg men sinds jaar en dag de instructie om het glas te laten staan, te buigen en de “kop eraf te slurpen”. Na dit kleine slokje is het mogelijk het glaasje zonder problemen te verplaatsen. Men kan er meer dan 70 oud-Hollandse dranken proeven.
“Buigen voor een borrel” is een begrip geworden in Amsterdam en niemand, waarvandaan de bezoeker ook komt, ontkomt aan deze techniek.
Zoals gezegd is de Pijlsteeg dag en nacht toegankelijk voor voetgangers, rolstoeltoegankelijk, fiets aan de hand is ook mogelijk.
Het originele en dus historische proeflokaal van Wynand Fockink is ongeveer 30 meter van de cache verwijderd. Een bezoekje hieraan is niet noodzakelijk om de cache te kunnen vinden of loggen. Als je bij het passeren naar binnen kijkt, ga je al even terug in de tijd. Het proeflokaal binnenstappen om het ambacht uit de Gouden Eeuw zelf te ervaren is geheel op eigen risico.
Tot 14:00 is de Pijlsteeg betrekkelijk rustig, na die tijd moet je rekening houden met meer volk, hetgeen het zoeken ook uitdagender maakt.
Succes!
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
ENGLISH 🇬🇧
It is the 17th century, Amsterdam is bustling. Major figures from Western history such as Baruch de Spinoza (1632-1677), René Descartes (1596-1650), Johannes Vermeer (1632-1675) and Rembrandt van Rijn (1606-1669) are busy with their main works and walk the streets of Amsterdam. The Republic of the Seven United Netherlands (which would later become the Kingdom of the Netherlands or simply the Netherlands) is experiencing a time of great wealth and Amsterdam possesses the most important port in the world at that time. Later this period will be known as the Golden Age. It was a time of great economic growth, cultural flourishing and political power for the Dutch Republic, which was a major global trading nation at the time.
The Dutch East India Company, abbreviated to VOC (1602-1800), sent about 1700 trading ships to Asia in this century, which returned with herbs, spices and sugar, among other things. This is also the period when liqueurs started to be distilled on a larger scale. This led to Jan Bierman taking over a modest distillery in the Pijlsteeg in 1679, in the heart of Amsterdam. He later settled in the larger building at no. 31 and met the Fockink family. Around 1730, Wynand Fockink takes over Bierman's small distillery. In the years that followed, Wynand and his successors expanded the distillery into one of the premier liquor companies in the country and beyond. With trading houses in Berlin, Vienna, Brussels and Paris, the distillery has continued to grow through hard work and craftsmanship into the high-quality brand it is today. With the liqueur industry booming in Amsterdam, Wynand Fockink owned twelve other buildings at the end of the 18th century, expanding the small alley that leads to the current front door and making the tasting room one of Amsterdam's most loved places.
Because he originally worked in the international wine trade, the export spirit was connected to the distillery from the beginning. Wynand had only one daughter and despite the lack of an heir, the liquor company has always kept the name of its founder. This was because all descendants honored the terms of his will, and the company has remained in the family for centuries. A number of tasting rooms in the Amsterdam city center claim to be the oldest, but let's just say that Wynand Fockink's tasting room is in any case one of the oldest. What really sets this tasting room apart from the others is that it has remained in the possession of one family for so long, a family that felt a heart and soul connection not only with their liquor company, but also with the city of Amsterdam. Especially in the nineteenth century, they were involved in numerous developments in the city, such as the establishment of the Omnibus, forerunner of the municipal transport company, and the introduction of electric street lighting. In addition, family members sat on numerous boards from the Poor Board, child protection to the Blind Orphanage. It remained a family business until 1954, when major competitor Lucas Bols took over the business.
Until the 20th century, the Netherlands remained the most important exporter of liqueurs worldwide. During the Second World War, Wynand Fockink served as a pseudonym for the Amsterdam Freemason lodge Willem Frederik (founded in 1814) because of the matching initials. Under the Nazi regime Freemasonry was banned and a reason to be deported. Today you can still order a glass of 'Freemason liqueur'. The 20 ingredients are a secret, although it's all the more fun to see which herbs and spices you can taste in them.
The tasting room with its 17th century facade is a priceless gem. The Pijlsteeg, named after the 14th century Amsterdam mayor Dirk Pijl, is accessible day and night and connects the Dam with the Oudezijds Voorburgwal, one of the most famous streets in the Red Light District. The cache is located approximately in the middle of the alley, in close proximity to Wynand Fockink's tasting room and distillery. If you walk past here, it is an experience to take a look inside, or of course to step inside. What you find are old sagging wooden planks with ancient bottles on them. You smell the damp wood and the spicy liqueurs. There is no bar, but a counter, where the specific tulip glasses are displayed and professionally filled to the brim. The expression “Bow down for a drink” is also inextricably linked to this. The glass is so full that it will be impossible to pick it up without spilling it. That is why every visitor is instructed to leave the glass, bend it and “slurp the head off”. After this small sip you can take the glass outside or elsewhere in the tasting room without any problems. You can taste more than 70 traditional Dutch drinks. Feel free to ask for the menu. You will notice that there are many flavors and combined liqueurs, each with their own separate name and story.
“Bowing for a drink” has become a household name in Amsterdam and no one, no matter where the visitor comes from, can escape this technique.
As mentioned, the Pijlsteeg is accessible to pedestrians day and night, wheelchair accessible, bicycle in hand is also possible.
Wynand Fockink's original and thus historic tasting room is about 100 feet from the cache. A visit to this is not necessary to find or log the cache. If you look inside when passing, you already go back in time. Entering the tasting room to experience the craft from the Golden Age yourself is entirely at your own risk.
Until 14:00 the Pijlsteeg is relatively quiet, after that time you have to take into account more people, which also makes the search more challenging.
Good luck!
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
DEUTSCH 🇩🇪
Wir leben im 17. Jahrhundert, in Amsterdam herrscht geschäftiges Treiben. Bedeutende Persönlichkeiten der westlichen Geschichte wie Baruch de Spinoza (1632–1677), René Descartes (1596–1650), Johannes Vermeer (1632–1675) und Rembrandt van Rijn (1606–1669) sind mit ihren Hauptwerken beschäftigt und gehen durch die Straßen von Amsterdam. Die Republik der Sieben Vereinigten Niederlande (später das Königreich der Niederlande oder einfach die Niederlande) erlebt eine Zeit großen Wohlstands und Amsterdam verfügt zu dieser Zeit über den wichtigsten Hafen der Welt. Später wird dieser Zeitraum als das Goldene Zeitalter bekannt. Es war eine Zeit großen Wirtschaftswachstums, kulturellen Aufschwungs und politischer Macht für die Niederländische Republik, die damals eine wichtige Welthandelsnation war.
Die Niederländische Ostindien-Kompanie, abgekürzt VOC (1602–1800), schickte in diesem Jahrhundert etwa 1700 Handelsschiffe nach Asien, die unter anderem mit Kräutern, Gewürzen und Zucker zurückkehrten. Zu dieser Zeit begann auch die Destillation von Likören in größerem Umfang. Dies führte dazu, dass Jan Bierman 1679 eine bescheidene Brennerei im Pijlsteeg, im Herzen von Amsterdam, übernahm. Später ließ er sich im größeren Gebäude Nr. 31 nieder und lernte die Familie Fockink kennen. Um 1730 übernahm Wynand Fockink Biermans kleine Brennerei. In den folgenden Jahren bauten Wynand und seine Nachfolger die Brennerei zu einem der führenden Spirituosenunternehmen im Land und darüber hinaus aus. Mit Handelshäusern in Berlin, Wien, Brüssel und Paris hat sich die Brennerei durch harte Arbeit und handwerkliches Können zu der hochwertigen Marke entwickelt, die sie heute ist. Da die Likörindustrie in Amsterdam boomte, besaß Wynand Fockink Ende des 18. Jahrhunderts zwölf weitere Gebäude, wodurch die kleine Gasse, die zur heutigen Eingangstür führt, erweitert wurde und der Verkostungsraum zu einem der beliebtesten Orte Amsterdams wurde.
Da er ursprünglich im internationalen Weinhandel tätig war, war der Export von Spirituosen von Anfang an mit der Brennerei verbunden. Wynand hatte nur eine Tochter und obwohl es keinen Erben gab, behielt das Spirituosenunternehmen stets den Namen seines Gründers. Dies lag daran, dass alle Nachkommen die Bedingungen seines Testaments respektierten und das Unternehmen über Jahrhunderte in Familienbesitz blieb. Eine Reihe von Verkostungsräumen im Amsterdamer Stadtzentrum behaupten, die ältesten zu sein, aber sagen wir einfach, dass der Verkostungsraum von Wynand Fockink auf jeden Fall einer der ältesten ist. Was diesen Verkostungsraum wirklich von den anderen unterscheidet, ist, dass er so lange im Besitz einer einzigen Familie geblieben ist, einer Familie, die nicht nur eine tiefe Verbundenheit mit ihrem Spirituosenunternehmen, sondern auch mit der Stadt Amsterdam hatte. Vor allem im 19. Jahrhundert waren sie an zahlreichen Entwicklungen in der Stadt beteiligt, etwa an der Gründung des "Omnibus", dem Vorläufer der städtischen Verkehrsbetriebe, und der Einführung der elektrischen Straßenbeleuchtung. Darüber hinaus saßen Familienmitglieder in zahlreichen Gremien, vom "Armenbestuur" über den Kinderschutz bis hin zum einem Waisenhaus für Blinde. Es blieb ein Familienunternehmen bis 1954, als der Hauptkonkurrent Lucas Bols das Unternehmen übernahm.
Bis ins 20. Jahrhundert blieben die Niederlande der weltweit wichtigste Exporteur von Likören. Während des Zweiten Weltkriegs diente Wynand Fockink aufgrund der passenden Initialen als Pseudonym für die Amsterdamer Freimaurerloge Willem Frederik (gegründet 1814). Unter dem NS-Regime war die Freimaurerei verboten und ein Grund zur Abschiebung. Heute können Sie noch ein Glas „Freimaurerlikör“ bestellen. Die 20 Zutaten sind ein Geheimnis, trotzdem macht es umso mehr Spaß zu probieren, welche Kräuter und Gewürze man darin herausschmecken kann.
Der Verkostungsraum mit seiner Fassade aus dem 17. Jahrhundert ist ein unschätzbares Juwel. Der Pijlsteeg, benannt nach dem Amsterdamer Bürgermeister Dirk Pijl aus dem 14. Jahrhundert, ist Tag und Nacht zugänglich und verbindet den Damm mit dem Oudezijds Voorburgwal, einer der berühmtesten Straßen im Rotlichtviertel. Der Cache befindet sich ungefähr in der Mitte der Gasse, in unmittelbarer Nähe des Verkostungsraums und der Brennerei von Wynand Fockink. Wenn man hier vorbeigeht, ist es ein Erlebnis, einen Blick ins Innere zu werfen, oder natürlich auch einzutreten. Was man findet, sind alte durchhängende Holzbretter mit antiken Flaschen darauf. Man riecht das feuchte Holz und die würzigen Liköre. Es gibt keine Bar, sondern eine Theke, an der die jeweiligen Tulpengläser ausgestellt und professionell bis zum Rand gefüllt werden. Untrennbar damit verbunden ist auch der Ausdruck „Verbeuge dich vor einem Drink“. Das Glas ist so voll, dass es unmöglich ist, es aufzuheben, ohne etwas zu verschütten. Deshalb wird jeder Besucher aufgefordert, das Glas stehen zu lassen, es leicht zu kippen und „den Kopf abzuschlürfen“. Nach diesem kleinen Schluck kann man das Glas problemlos mit nach draußen oder an einen anderen Ort im Verkostungsraum nehmen. Man kann mehr als 70 traditionelle niederländische Getränke probieren. Fragen Sie einfach nach der Speisekarte. Sie werden feststellen, dass es viele Geschmacksrichtungen und kombinierte Liköre gibt, von denen jeder seinen eigenen Namen und seine eigene Geschichte hat.
„Verbeugung vor einem Drink“ ist in Amsterdam zu einem Begriff geworden und niemand, egal woher der Besucher kommt, kann sich dieser Technik entziehen.
Wie bereits erwähnt, ist der Pijlsteeg Tag und Nacht für Fußgänger zugänglich, für Rollstuhlfahrer zugänglich, Fahrrad schieben ist ebenfalls möglich.
Wynand Fockinks ursprünglicher und somit historischer Verkostungsraum liegt etwa 30 Meter vom Cache entfernt. Ein Besuch hier ist nicht notwendig, um den Cache zu finden oder zu loggen. Wenn man beim Vorbeigehen hineinschaut, reist man bereits in die Vergangenheit zurück. Das Betreten des Verkostungsraums, um das Handwerk aus dem Goldenen Zeitalter selbst zu erleben, erfolgt auf eigene Gefahr.
Bis 14:00 Uhr ist es am Pijlsteeg relativ ruhig, danach muss man mit mehr Menschen rechnen, was die Suche auch anspruchsvoller macht.
Viel Glück!
--------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
FRANCAIS 🇫🇷
Nous sommes au 17ème siècle, Amsterdam est très animée. Des personages importants de l'histoire occidentale tels que Baruch de Spinoza (1632-1677), René Descartes (1596-1650), Johannes Vermeer (1632-1675) et Rembrandt van Rijn (1606-1669) s'occupent de leurs principales œuvres et arpentent les rues d'Amsterdam. La République des Sept Pays-Bas Unis (qui deviendra plus tard le Royaume des Pays-Bas ou simplement les Pays-Bas) connaît une époque de grande richesse et Amsterdam possède à cette époque le port le plus important du monde. Plus tard, cette période sera connue sous le nom d'âge d'or. C'était une période de grande croissance économique, d'abondance culturelle et de pouvoir politique pour la République néerlandaise, qui était à l'époque une nation commerçante mondiale importante.
Au cours de ce siècle la Compagnie Néerlandaise des Indes orientales, abrégée VOC (1602-1800), envoyait en Asie environ 1700 navires de commerce, qui revenaient avec des herbes, des épices et du sucre, entre autres. C'était aussi la période où les liqueurs commencaient à être distillées à plus grande échelle. En 1679 cela amenait Jan Bierman à acquérir une modeste distillerie dans le Pijlsteeg, au cœur d'Amsterdam. Plus tard, il s'installait dans le plus grand bâtiment au n° 31 et rencontrait la famille Fockink. Vers 1730, Wynand Fockink reprenait la petite distillerie de Bierman. Dans les années qui suivaient, Wynand et ses successeurs développaient la distillerie pour en faire l'une des principales sociétés d'alcool du pays et d'ailleurs. Avec des maisons de commerce à Berlin, Vienne, Bruxelles et Paris, la distillerie continuait à se développer grâce à un travail acharné et à un savoir-faire artisanal pour devenir la marque de haute qualité qu'elle est aujourd'hui. Avec l'essor de l'industrie des liqueurs à Amsterdam, Wynand Fockink possédait douze autres bâtiments à la fin du XVIIIe siècle, agrandissant la petite ruelle qui mène à la porte d'entrée actuelle et faisant de la salle de dégustation l'un des endroits les plus appréciés d'Amsterdam.
Comme à l'origine il travaillait dans le commerce international du vin, l'esprit d'exportation était lié à la distillerie dès le début. Wynand n'avait qu'une fille et malgré l'absence d'héritier, la maison a toujours gardé le nom de son fondateur. En effet, tous les descendants honoraient les termes de son testament et l'entreprise est restée dans la famille pendant des siècles. Un certain nombre de salles de dégustation du centre-ville d'Amsterdam se revendiquent les plus anciennes, mais disons simplement que la salle de dégustation de Wynand Fockink est en tout cas l'une des plus anciennes. Ce qui distingue vraiment cette salle de dégustation des autres, c'est qu'elle est restée en possession d'une seule famille pendant si longtemps, une famille qui a ressenti un lien de cœur et d'âme non seulement avec leur compagnie, mais aussi avec la ville d'Amsterdam. Surtout au XIXe siècle, ils ont été impliqués dans de nombreux développements de la ville, comme la mise en place de l'Omnibus, précurseur de la société de transport municipal, et l'introduction de l'éclairage public électrique. De plus, les membres de la famille ont participé à de nombreux conseils d'administration, de la mise en place d'une maison des pauvres, de la protection des enfants jusqu'à un orphelinat d'aveugles. Elle est restée une entreprise familiale jusqu'en 1954, où le principal concurrent Lucas Bols reprenait l'entreprise.
Jusqu'au XXe siècle, les Pays-Bas sont restés le plus important exportateur de liqueurs au monde. Pendant la Seconde Guerre mondiale, Wynand Fockink a servi de pseudonyme à la loge des francs-maçons d'Amsterdam Willem Frederik (fondée en 1814) en raison des initiales correspondantes. Sous le régime nazi, la franc-maçonnerie était interdite et une raison d'être déporté. Aujourd'hui, vous pouvez toujours commander un verre de 'Liqueur franc-maçon'. Les 20 ingrédients sont un secret, et il est d'autant plus amusant de goûter quelles herbes et épices elle contient.
La salle de dégustation avec sa façade du XVIIe siècle est un joyau inestimable. Le Pijlsteeg, héritier du nom du maire d'Amsterdam du XIVe siècle Dirk Pijl, est accessible jour et nuit et relie le barrage à Oudezijds Voorburgwal, l'une des rues les plus célèbres du quartier rouge. La cache est située plus ou moins au milieu de l'allée, à proximité de la salle de dégustation et de la distillerie de Wynand Fockink. Si vous passez, c'est le moment de jeter un coup d'œil à l'intérieur, ou bien sûr d'y entrer. Vous trouverez de vieilles planches de bois affaissées avec d'anciennes bouteilles dessus. Vous senterez le bois humide et les liqueurs épicés. Il n'y a pas de bar, mais un comptoir, où les verres tulipes sont exposés et remplis à ras bord par des professionnels. L'expression "Inclinez-vous pour boire un verre" y est également inextricablement lié. Le verre est tellement plein qu'il sera impossible de le prendre en main sans le renverser. C'est pourquoi chaque visiteur est invité à laisser le verre sur la table, à l'incliner délicatement et à "siroter la tête". Après cette petite gorgée, vous pouvez emporter le verre à l'extérieur ou ailleurs dans la salle de dégustation sans aucun problème. Vous pourrez déguster plus de 70 boissons hollandaises traditionnelles. N'hésitez pas à demander le menu. Vous remarquerez qu'il existe de nombreuses saveurs et liqueurs combinées, chacune avec son propre nom et sa propre histoire.
"S'incliner pour boire un verre" est devenu une experssion commune à Amsterdam et personne, peu importe son origine, ne peut échapper à cette technique.
Le Pijlsteeg est accessible aux piétons jour et nuit, accessible en fauteuil roulant, amener le vélo à la main est également possible.
La salle de dégustation originale et donc historique de Wynand Fockink se trouve à environ 30 m de la cache. Une visite n'est pas nécessaire pour trouver ou enregistrer la cache. Si en passant vous regardez à l'intérieur, vous remontez déjà dans le temps. Entrer dans la salle de dégustation pour découvrir vous-même l'artisanat de l'âge d'or est entièrement à vos risques et périls.
Jusqu'à 14h00, le Pijlsteeg est relativement calme, après cette heure, vous devez prendre en compte plus de monde ce qui rend la recherche plus difficile.
Bonne chance!
*******************************************************************************************************************
*******************************************************************************************************************
ON BEHALF OF EVERY TOURIST AND OFCOURSE MYSELF, A VERY BIG THANK YOU TO MY FRIEND FYRSEL FROM LUXEMBURG, FOR HELPING ME OUT WITH THE GERMAN AND THE FRENCH TRANSLATION.
*******************************************************************************************************************
*******************************************************************************************************************