Ver weg van huizen, wegen en rumoer, midden in de stilte van de velden, wacht iets dat er niet hoort te zijn. Aan een eenzame verlichtingspaal prijkt een deurklink — oud, verweesd, en ogenschijnlijk doelloos.
Er is geen deur. Geen scharnieren. Geen muren. Alleen ijzer en leegte.
Wie hem aanraakt, vraagt zich af:
Was hier ooit een doorgang?
Wat als deze klink toch iets opent dat je niet kunt zien?
Of… was het nooit de bedoeling dat iemand hem nog zou vinden?
Durf jij het aan?