Elk jaar trekken vele vogelsoorten weg omdat ze bij ons in de winter geen voedsel meer vinden. Veel vogels die in de zomer leven van insecten, kikkers, wormen,… zoeken in de herfst warmere oorden op. Tot in Centraal- en zelfs Zuid-Afrika vliegen boeren-, huis- en gierzwaluw, grasmus, koekoek, wielewaal, ooievaar, wespendief, boomvalk en nachtegaal om te overwinteren en in het voorjaar terug te keren naar hun broedplaats hier bij ons.
Maar door de klimaatopwarming kiezen steeds meer vogels ervoor om in de winter toch maar hier te blijven. We zullen trekvogels dan ook vaker opmerken tijdens een wandeling in eigen streek.
Zoek in elke cache het bijhorend cijfer.
De bonus vind je op
N 51° 02 tjiftjaf – blauwborst – roodborst
E 03° 49 nachtgaal – zwaluw – koekoek

Een nachtegaal is moeilijk te spotten. Het is een onopvallende vogel die vaak in struikgewas met brandnetels, aan bosranden, verscholen leeft. Hij kan zich dus heel goed verstoppen.
Hoewel de nachtegaal zich zelden laat zien is het geluid vaak duidelijk te horen zodat je zijn aanwezigheid toch goed kunt opmerken. Zijn zang is ook regelmatig ’s nachts of in de schemering te horen. De zang van de nachtegaal kan geluidspieken tot 93 decibel bereiken.
Als de nachtegaal zich buiten het struikgewas laat zien, valt naast de roodbruine stuit en staart ook het grote, geheel zwarte oog op.