"Coticule" Thier del Preu EarthCache

<

NL

Coticule is een natuurlijke slijpsteen waarvan de ontginning en productie in de Belgische Ardennen teruggaat tot de 17de eeuw. Deze mijn is eigendom van “ardennes coticule company” en de laatste mijn in de regio waar coticule ontgonnen wordt.
In de streek van Vielsalm is coticule te vinden in dunne lagen tussen de leisteen.
Coticule is een geologische zeldzaamheid. Alleen in Namibie in de regio Kaokoland, komt nog Coticule voor.

De meest aanvaarde theorie is dat er ongeveer 480 miljoen jaar geleden (Vroeg-Ordovicium ) afzettingen van klei ontstonden. Deze kleilagen werden onder invloed van druk uiteindelijk omgezet in leisteen.

De coticule lagen duiden dus op een plotse onderbreking in het sedimentatieproces van deze klei.

In de streek van Vielsalm bevond zich toen een ondiepe zee. Een rijk onderwaterleven zorgde ook voor afzetting van kalk en slib. De kalkafzettingen werden omgevormd tot kalksteen (calciet).

Het calcium van het calciet werd later geleidelijk vervangen door mangaan waardoor er rhodocrosiet ontstond. Zie: Rhodochrosiet
De mangaan en ijzerafzettingen waren waarschijnlijk afkomstig van vulkanische uitbarstingen. Rhodochrosiet werd vervolgens tezamen met andere aanwezige mineralen onder druk omgezet in spessartien. Zie: Spessartien
De hoge druk die nodig was om deze omzetting te verwezenlijken ontstond tijdens de vorming van het Rijnlands leisteenplateau. Zie: Rijnlands_leisteenplateau

De beweging van de aardplaten tijdens deze periode verklaart ook waarom de coticule lagen steeds gebogen en geplooid voorkomen in de omringende leisteen.

Het is uiteindelijk de vorming van het mineraal spessartien dat coticule zijn uitzonderlijke hardheid geeft (7 a 8 op schaal van Mohs).

Coticule is dus een metamorf rotsgesteente dat vooral bestaat uit spessartien, mica en quarts. Het is ook zeer rijk aan granaten (silicaatmineralen) en eerder arm aan quarts.

Door zijn uitzonderlijke hardheid is het een ideaal gesteente om messen en andere materialen te slijpen.

<

E

Coticule is a natural whetstone whose exploration and production in the Belgian Ardennes leads back to the 17th century. This quarry is owned by " ardennes coticule company" and the last mine in the region where coticule is mined . .
In the region of Vielsalm coticule is found in thin layers between the slate. Coticule is a geological rarity . Besides the Vielsalm Area, only in Namibia (the Kaokoland region) coticule can be found.

The most accepted theory is that there are about 480 million years ago ( Early Ordovician ) deposits of clay arose . This clay layers were under the influence of pressure finally converted into slatestone.

The coticule layers thus indicate a sudden break in the sedimentation of the clay.

In the region of Vielsalm there was a shallow sea . A rich marine life also produced lime and sludge . The calcium deposits were transformed into limestone (calcite ) .

The calcium of the calcite was later gradually replaced with manganese and rhodocrosiet was formed. See : Rhodochrosiet
The manganese and iron deposits were probably derived from volcanic eruptions . Rhodochrosite was then together with the other minerals under pressure converted into spessartine . See :: Spessartien
The high pressure that was needed to achieve this transformation came during the formation of the Rhenish Slate Range. See : Rijnlands_leisteenplateau

The movement of the tectonic plates during this period also explains why the coticule layers are always bent and folded in the surrounding slate .

It is ultimately the formation of the mineral spessartine that gives coticule its exceptional hardness ( 7 to 8 on the Mohs scale ).

Coticule is a metamorphic rock rock that mainly consists of spessartine , mica and quartz . It is also very rich in shells ( silicate ) and rather low in quarts .

Due to its exceptional hardness, it is an ideal material to sharpen knives and other materials.

Onderstaande kaart toont de gebieden in de Vielsalm regio waar coticule te vinden is . ( paars gekleurd & gemerkt met C) / The map below shows the areas in the region Vielsalm where coticule can be found. ( Colored purple and marked C )

<

<

.
Bronreferenties:
http://www.iaeg.info/iaeg2006/PAPERS/IAEG_413.PDF
http://www.minersoc.org/pages/Archive-MM/Volume_56/56-385-527.pdf
http://link.springer.com/article/10.1007%2FBF00399600#page-1
http://www2.ulg.ac.be/geolsed/excu/excursions.htm

Opdracht:

Ga naar WP1: N 50 15.662 E 5 54.298

Coticule Museum in Salmchateau

Bij het binnengaan van het museum staat rechts een groot rotsblok , opvallend is dat het uit 2 anders gekleurde delen bestaat.

Vraag1)
Welk gedeelte is de coticule laag, omschrijf de kleur, aan welk gesteente is deze laag aangehecht?

Verder in het museum zijn foto’s zichtbaar van microscopische opname’s van spessartine granaten in het coticule gesteente. Naast de hardheid is het ook de vorm van de granaten die bepaald waarom ze zo geschikt zijn als slijpmateriaal.

Vraag2)
Wat is hun gemiddelde diameter en onder welke kristalvorm komen ze voor?

WP2: "Parking Thier del Preu mijn"

Parkeer hier je wagen: N50 16.710 E5 51.192

WP3 " De mijn" Ga vanaf WP2 te voet naar WP3: N50 16.759 E5 50.521

Blijf op de weg naast de mijn, de mijn betreden is niet toegelaten !!!

Vraag3)

Hoe dik schat je de coticule lagen in het omringende gesteente?:

Antwoord a) maximum 10 cm
Antwoord b) 30-50 cm
Antwoord c) 50 cm en meer

E

logging task:

Go to WP1 : N 50 15.662 E 5 54 298

The Coticule Museum in Salmchateau

question 1)
Which part is the coticule layer , specify the color , to which rock-type is this layer attached ?

Further in the museum you will find microscopic pictures of spessartine garnets in the coticule . Besides the hardness, it is also the shape of the garnets which is responsible why coticule is so suitable as an abrasive material .

question 2) )
What is their average diameter of the spessartine garnets and which is their crystal form ?

WP2 : "Parking Area : Thier del Preu quarry "

WP3 " The quarry " Go on foot from WP2 to WP3 : N50 16.759 E5 50.521

Stay on the road next to the mine , the mine entry is not allowed !!!

question 3)

How thick do you estimate the coticule layers in the surrounding rock ? : :

Answer a) up to 10 cm
Answer b ) 30-50 cm
Answer c ) 50 cm and more

Fr

Mission:

Allez au WP1 : N50 15.662 E 005 54.297

Musée du coticule à Salmchâteau.

A l’entrée du musée, il y a un gros roché à droite, très voyant bicolor.

Question 1:
Quelle partie est la couche coticule, décrivez la couleur. A quelle type de couche est-elle attachée?

Continuez la visite du musée. On retrouve des images de grenats spessartite retrouvés dans la roche coticule prises au microscope. Pas seulement la dureté, mais aussi la forme est determinante pourquoi la pierre est adéquate comme matériel de broyage

Question 2 :
Quel est le diamètre moyen et quelle est la forme cristalline ?

WP2: Parking de la Carrière du Thier del preu

Garez votre voiture ici: N50 16.710 E5 51.192

WP3: La Carrière Allez à pied du WP2 vers WP3 : N50 16.759 E5 50.521

Restez sur le chemin à côtè la carrière, interdiction d’entrer dans la carrière !!!

Question 3:

Dévinez la grosseur de la couche coticule dans la roche

A: maximum 10 cm
B: de 30 à 50 cm
C: plus de 50 cm

D

Logbedingung:

Gehe zu WP1: N50° 15.662 E005° 54.298

Coticule Museum Salmchateau

Frage 1)
Welcher Teil ist die Coticule-Schicht. Beschreibe die Farbe. An welcher Schicht ist diese Lage angeschlossen?

Weiterhin sind im Museum mikroskopische Aufnahmen von Spessartin-Granaten in diesem Gestein zu sehen. Neben der Härte ist es auch die Form der Granate, die der Grund dafür sind, warum sich das Gestein besonders als Schleifmaterial eignet.

Frage 2)
Wie ist ihr durchschnittlicher Durchmesser und in welcher Form kommen sie vor?

WP2: „Parkplatz Thier del Preu mijn“

Parke hier das Auto: N50° 16.710 E005° 51.192

WP3“Die Mine“ Gehe von WP2 zu Fuß nach WP3: N50° 16.759 E005° 50.521

Bleibe auf dem Weg zur Mine. Die Mine zu betreten ist nicht zulässig!!!

Frage 3)

Wie dick schätzt du die Coticule-Lagen des umgebenden Gestein?: :

Antwort a) maximum 10cm
Antwort b) 30-50 cm
Antwort c) 50cm und mehr