Op Brakel (Riel) en bij De Blaak vonden grindafgravingen plaats, om de ballastdam van het spoor op een verhoogde dijk te kunnen aanleggen, de ballagère - Frans voor grindafgraving - werden die gaten genoemd!
En op Nederlands grondgebied moesten liefst 390 kavels van 186 eigenaren worden onteigend. Het grootste kavel was liefst 1,6 ha groot (de Domeinen onder Baarle-Nassau), het kleinste maar 3 m2. Slechts enkele tientallen bezwaarmakers werden gehoord en meestal afgepoeierd met een stukje parallelweg naar hun weilanden en akkers. Alleen molenaar Jan de Werd uit Riel was echt de sigaar: het spoortracé sneed zijn molen af van zijn molenerf aan het Zandeind.